ECLI:NL:RBGEL:2021:1337

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 januari 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
379206
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in kort geding met verzoek om verstrekken van vermogensoverzicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen I-Team Consumer B.V. en een gedaagde, die werkzaam was bij Empire Solutions B.V. I-Team vorderde betaling van een bedrag van € 412.844,62, dat voortvloeide uit een regeling die was getroffen na een eerdere rechtszaak. De gedaagde had zich in een e-mailbericht verbonden om ervoor te zorgen dat I-Team haar geld terugkreeg, maar stelde dat hij niet aansprakelijk was voor de terugbetaling omdat hij geen feitelijk bestuurder van Empire was. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde wel degelijk gehouden was aan de regeling en dat hij het bedrag moest betalen. De rechtbank wees de vordering van I-Team toe en veroordeelde de gedaagde tot betaling op de derdenrekening van de advocaat van I-Team. Daarnaast werden de vorderingen in reconventie van de gedaagde afgewezen, omdat deze afhankelijk waren van de betaling door de gedaagde, die nog niet had plaatsgevonden. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/379206 / KG ZA 20-421
Vonnis in kort geding van 21 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I-TEAM CONSUMER B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. P.W.H. Stassen te Eindhoven,
tegen
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. H.A.J. Wessel-Krijger te Nijmegen.
Partijen zullen hierna I-Team en [naam gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de akte met producties van [naam gedaagde]
  • de aanvullende producties van I-Team
  • de akte weergave feiten, tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van [naam gedaagde]
  • het herstelexploot van I-Team teneinde de locatie van de mondelinge behandeling te wijzigen
  • de mondelinge behandeling van 13 november 2020
  • de pleitnota van [naam gedaagde]
  • de pleitnota van I-Team
  • de e-mailberichten van 19 november, 26 november, 9 december en 16 december 2020 van [naam gedaagde] met het verzoek om aanhouding van de zaak in verband met schikkingsonderhandelingen
  • de e-mailberichten van 23 en 24 december 2020 van partijen met het verzoek om vonnis te wijzen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In de maanden maart en april 2020 heeft I-Team vijfmaal bestellingen voor onder meer maskers, thermometers en handgel gedaan bij een vennootschap met de naam Empire Solutions B.V. (hierna: Empire). De bestelde producten zijn steeds geleverd en betaald.
2.2.
Omstreeks 14 juli 2020 heeft I-Team voor een bedrag in Amerikaanse dollars van $ 511.830,00 een partij nitril handschoenen gekocht van Empire. De koopsom is door I-Team vooraf voldaan door gedeeltelijke betaling van een bedrag van $ 468.070,35 op de Rabobankrekening van Empire. De restant koopsom van $ 43.759,65 is betaald door verrekening van openstaande facturen van I-Team aan Empire. De gekochte handschoenen zijn door Empire niet geleverd.
2.3.
Ten tijde van de tussen I-Team en Empire gesloten koopovereenkomsten was [naam gedaagde] werkzaam bij Empire als Business Development Director. Formeel bestuurder van Empire was de heer [naam bestuurder] .
2.4.
Bij verstekvonnis van 13 augustus 2020 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank is Empire veroordeeld tot betaling aan I-Team van een bedrag van $ 511.830,00, te vermeerderen met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
2.5.
Bij verstekvonnis van 1 september 2020 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank zijn Empire, [naam bestuurder] en [naam gedaagde] hoofdelijk veroordeeld om, kort gezegd, een gedetailleerd overzicht te verstrekken van het binnen- en buitenlandse vermogen van Empire, waaronder begrepen haar vorderingen op derden, het saldo van haar bankrekeningen en kopieën van bankafschriften van deze bankrekeningen.
2.6.
Op 22 september 2020 is door deze rechtbank het faillissement van Empire uitgesproken.
2.7.
I-Team heeft ten laste van [naam bestuurder] en [naam gedaagde] verschillende conservatoire beslagen gelegd. In verband hiermee heeft zij een bodemprocedure bij dagvaarding van 14 september 2020 ingeleid. De vordering strekt tot hoofdelijke betaling door [naam bestuurder] en [naam gedaagde] van een bedrag van € 431.720,00. I-Team legt aan haar vorderingen in die procedure, kort gezegd, ten grondslag dat [naam gedaagde] en [naam bestuurder] I-Team hebben opgelicht en haar de koopsom van de handschoenen afhandig hebben gemaakt.
2.8.
Bij verzetdagvaarding van 28 september 2020 is [naam gedaagde] in verzet gekomen tegen het hiervoor onder 2.5. genoemde verstekvonnis in kort geding van 1 september 2020.
2.9.
Bij e-mailbericht van 7 oktober heeft de advocaat van [naam gedaagde] de advocaat van I-Team, voor zover van belang, als volgt bericht:
Dit bericht is vertrouwelijk, er zal in rechte geen beroep op worden gedan, noch mag dit worden overgelegd.
Het streven van cliënt is altijd geweest om, voor zover dat tot zijn mogelijkheden behoort, ervoor te zorgen dat uw cliënte haar geld zoveel als mogelijk terugkrijgt. Zoals ook uit de verzet dagvaarding volgt, was hij geen feitelijk bestuurder van Empire Solutions en voorts zijn mogelijkheden beperkt. Gezien het faillissement van Empire Solutions is het de vraag of uw cliënte überhaupt iets van haar vordering zal terugzien.
Het lijkt erop dat cliënt een derde bereid heeft gevonden om op korte termijn de vordering van uw cliënte, geheel onverplicht en onder voorbehoud van al zijn rechten, vorderingen en weren, onder een aantal voorwaarden voor een aanzienlijk deel te voldoen. Dit aanbod dient voor het kort geding van vrijdag 9 oktober aanstaande, maar in ieder geval
uiterlijk donderdag 8 oktober om 12:00te worden aanvaard. Nadien is het vervallen en kan daarop geen beroep meer worden gedaan.
De vordering van uw cliënte bedraagt € 431.720,00, te vermeerderen met rente en kosten. Cliënt is van mening dat uw cliënte hem ten onrechte persoonlijk in rechte heeft betrokken waardoor hij gedwongen is een groot aantal kosten te maken. Deze kosten zijn als volgt te specificeren: [...] Totaal € 18.875,39
De derde is bereid de vordering van uw cliënte minus de kosten van cliënte, derhalve een bedrag van € 412.844,62, te voldoen. Daarbij zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
- alle beslagen die uw cliënte ten laste van cliënte en de heer [naam bestuurder] heeft gelegd, waaronder die op bankrekeningen, de roerende zaken van de partner van cliënte en van hemzelf en op zijn horloge, worden opgeheven nadat voornoemd bedrag op de rekening van uw Stichting Derdengelden staat. De kosten van deze opheffing komen voor rekening van uw cliënte en de zaken/gelden zullen aan cliënt, zijn partner en aan de heer [naam bestuurder] worden geretourneerd zonder dat daaraan enige kosten zijn verbonden;
- de bodemprocedure én het kort geding procedure die uw cliënte jegens cliënt en de heer [naam bestuurder] heeft aangespannen, worden na ontvangst van het bedrag op de rekening van uw stichting Derdengelden per omgaande ingetrokken;
- de verplichting tot het verstrekken van informatie over de vermogenssituatie en de Rabobankrekening van Empire Solutions door Empire Solutions, de heer [naam bestuurder] en cliënt en de verbeurte dwangsommen jegens Empire Solutions, de heer [naam bestuurder] en cliënt zoals die voortvloeien uit het kort geding vonnis van 1 september jl. hoeven niet langer te worden nagekomen, de verbeurte dwangsommen zullen door uw cliënte niet worden geïncasseerd en uw cliënte doet van deze uit het kort geding voortvloeiende verplichtingen/veroordelingen uitdrukkelijk afstand en zal daarop nimmer meer een beroep doen;
-de gegevens over het privé inkomen en vermogen van de heer [naam bestuurder] en cliënt zullen worden vernietigd en daarop zal nimmer een beroep worden gedaan en deze zullen op geen enkele wijze door uw cliënte worden gebruikt;
- uw cliënte dient geen vordering in, in het faillissement van Empire Solutions;
- partijen komen een geheimhouding van deze afspraak overeen;
- in het kader van de geheimhouding zal uw cliënte de curator niet actief informeren over het handelen van cliënt en de heer [naam bestuurder] ;
- partijen zullen elkaar over en weer, nadat alle verplichtingen uit deze afspraak zijn nagekomen, finale kwijting verlenen en ter zake deze kwesties niets meer van elkaar te vorderen hebben.
Cliënte heb ik zo begrepen dat het bedrag van € 412.844,62 inmiddels beschikbaar is en morgen op
8 oktober aanstaandeop uw derdengeldenrekening kan worden bijgeschreven. Uiteraard kan dit bedrag pas aan uw cliënte worden vrijgegeven als aan het bovenstaande volledig is voldaan.
2.10.
Bij e-mailbericht van 7 oktober 2020 heeft de advocaat van I-Team het hiervoor genoemde voorstel aanvaard en de (betalings)gegevens van zijn derdengeldenrekening verstrekt.
2.11.
Bij mondeling vonnis van 9 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de vordering van I-Team tot nakoming door [naam gedaagde] op straffe van lijfsdwang van de in het onder 2.5. genoemde verstekvonnis van 1 september 2020 uitgesproken veroordeling afgewezen. De voorzieningenrechter heeft daartoe, kort samengevat, overwogen dat ingevolge het faillissement van Empire het voor [naam gedaagde] inmiddels onmogelijk is geworden aan de veroordeling tot het verstrekken van een vermogensoverzicht met bewijsstukken en kopieën van bankafschriften van de bankrekening(en) van Empire te voldoen.
2.12.
Bij e-mailbericht van 12 oktober 2020 heeft de advocaat van I-Team de advocaat van [naam gedaagde] bericht dat [naam gedaagde] nog niet heeft zorggedragen voor de betaling die hij op grond van de in 2.9. genoemde regeling dient te verrichten en heeft hij [naam gedaagde] in gebreke gesteld en hem gesommeerd het bedrag uiterlijk op 16 oktober 2020 te voldoen.

3.Het geschil in conventie

3.1.
I-Team vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [naam gedaagde] veroordeelt het schikkingsbedrag van € 412.844,62 te betalen op de derdenrekening van de advocaat van I-Team met IBAN NL33 FVLB 0226 1288 30 t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Stassen & Kemps Advocaten B.V.;
II. [naam gedaagde] veroordeelt binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis aan de advocaat van I-Team per email (stassen@uwadvocaten.nl) een gespecificeerd overzicht te verstrekken omtrent zijn huidige inkomen en vermogen, door opgave te doen van zijn inkomstenbronnen, de hoogte van zijn inkomsten en op welke bankrekening(en) deze inkomsten worden gestort, dan wel op welke andere wijze hij zijn inkomen ontvangt, alsook de omvang en samenstelling van zijn inkomen en vermogen (niet beperkt tot onroerende en roerende zaken, banktegoeden, effecten en andere vorderingsrechten) en waar deze zich bevinden, zodat aan de advocaat van I-Team in ieder geval, maar niet daartoe beperkt, dienen te worden verstrekt de navolgende stukken:
a. een specificatie onderbouwd met recente bewijsstukken, zoals bankafschriften van de betreffende bankrekeningen, waaruit de huidige saldi blijken van alle bankrekeningen in binnen- en buitenland van [naam gedaagde] en van [naam gedaagde] gezamenlijk met anderen;
b. een specificatie onderbouwd met (de meest) recente bewijsstukken, zoals een taxatierapport, een WOZ-beschikking en een hypothecair schuldenoverzicht, waaruit de actuele waarde blijkt van alle registergoederen in binnen- en buitenland waarvan [naam gedaagde] enig of mederechthebbende is;
c. een specificatie onderbouwd met actuele bewijsstukken van alle effecten, waaronder begrepen, maar niet uitsluitend, beleggingen, aandelen en deelnemingen, die [naam gedaagde] houdt;
d. een specificatie onderbouwd met (de meest) recente bewijsstukken van alle roerende zaken in binnen- en buitenland waarvan [naam gedaagde] op dit moment enig of mederechthebbende is, waaronder begrepen, auto's en boten;
e. een actuele specificatie onderbouwd met bewijsstukken, waaronder maar niet uitsluitend de onderliggende overeenkomsten, van alle huidige debiteuren van [naam gedaagde] krachtens welke rechtsverhouding dan ook, ongeacht de opeisbaarheid van de betreffende vordering;
f. de aangifte en de definitieve aanslag betreffende de inkomsten- en vermogensbelasting over het jaar 2019;
g. een specificatie onderbouwd met (de meest) recente bewijsstukken van eventuele andere huidige inkomsten- en vermogensbronnen in binnen- en buitenland;
III. [naam gedaagde] veroordeelt gedurende een periode van één jaar na het verstrekken van de onder II. gevorderde gegevens, maandelijks op iedere eerste dag van de maand en tevens steeds binnen zeven dagen nadat [naam gedaagde] daarom werd verzocht door de advocaat van I-Team, per e-mailbericht aan het adres van de advocaat van I-Team opgave te doen van iedere mutatie in de vermogenssituatie van [naam gedaagde] ;
IV. zulks onder de bepaling dat de verplichting om de onder II. en III. gevorderde informatie te verschaffen komt te vervallen indien en zodra [naam gedaagde] aan het onder I. gevorderde heeft voldaan en op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [naam gedaagde] niet voldoet aan de onder II. en III. gevorderde veroordelingen, tot een maximum van € 1.000.000,00.
3.2.
I-Team stelt ter onderbouwing van haar vordering dat partijen met de onder 2.9. en 2.10. geciteerde e-mailberichten een betalingsregeling (hierna: de regeling) zijn overeengekomen die onder meer inhoudt dat [naam gedaagde] het bedrag van € 412.844,62 aan I-Team voldoet. [naam gedaagde] is gehouden zijn verplichtingen uit deze regeling na te komen. Nu [naam gedaagde] in het verleden reeds vele toezeggingen niet is nagekomen en hij zal trachten verhaal van de vordering tegen te gaan, is hij tevens gehouden een correcte opgave te doen van zijn inkomen, aldus I-Team.
3.3.
[naam gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie

4.1.
[naam gedaagde] vordert, uitsluitend in het geval dat hij wordt veroordeeld tot betaling van een geldsom en/of tot het verstrekken van informatie over zijn inkomen en vermogen, dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, I-Team veroordeelt:
I. tot opheffing van alle beslagen die I-Team ten laste van [naam gedaagde] en [naam bestuurder] heeft
gelegd en tot teruggave van alle in beslag genomen zaken, waaronder een
horloge van [naam gedaagde] , dit alles op kosten van I-Team, binnen twee dagen nadat
het vonnis in deze is betekend;
II. tot intrekking van de bodemprocedure tegen [naam gedaagde] en [naam bestuurder] met zaaknummer
C/05/376709, binnen twee dagen nadat het vonnis in deze is betekend;
III. tot het nimmer incasseren en executeren van de verplichtingen voortvloeiende uit
het verstek kort gedingvonnis van 1 september 2020 tegen [naam gedaagde] en [naam bestuurder] ,
waaronder de verbeurde dwangsommen, en daarop nimmer een beroep te doen;
IV. tot het vernietigen van de gegevens over het privé inkomen van [naam gedaagde] en
[naam bestuurder] die door I-Team zijn verkregen naar aanleiding van het kort geding vonnis
van 1 september 2020, binnen twee dagen nadat het vonnis in deze is betekend,
en daar nimmer een beroep op te doen en deze op geen enkele wijze te
gebruiken;
V. tot het niet indienen van een vordering in het faillissement van Empire Solutions, althans tot het intrekken van een ingediende vordering;
VI. tot geheimhouding van de regeling;
VII. tot het, in het kader van de geheimhouding, niet actief informeren van de curator over het handelen van [naam gedaagde] en [naam bestuurder] ;
dit alles op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 voor iedere dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat I-Team aan het voorgaande niet voldoet, met een maximum van € 1.000.000,00 en met veroordeling van I-Team in de proceskosten en de nakosten.
4.2.
[naam gedaagde] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat, voor het geval de vorderingen van I-Team worden toegewezen, I-Team eveneens is gehouden haar verplichtingen uit de regeling na te komen en hiertoe dient te worden veroordeeld.
4.3.
I-Team voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in voorwaardelijke reconventie zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld.
5.2.
I-Team vordert in deze procedure nakoming door [naam gedaagde] van diens verplichtingen uit een tussen partijen overeengekomen regeling. Deze verplichtingen van [naam gedaagde] vertalen zich onder meer in betaling van een geldsom, te weten een bedrag van € 412.844,62. Bij de beoordeling van dit geschil staat voorop dat met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, terughoudendheid op zijn plaats is. De voorzieningenrechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
5.3.
In deze procedure staat vast dat I-Team ter voldoening van de koopprijs voor een partij nitril handschoenen een bedrag van $ 511.830,00 heeft betaald aan Empire, de vennootschap waar [naam gedaagde] ten tijde van deze betaling werkzaam was, dat de handschoenen nooit aan I-Team zijn geleverd en dat Empire is veroordeeld tot terugbetaling van dit bedrag. Vervolgens is het faillissement van Empire uitgesproken, waarna I-Team in een bodemprocedure bij deze rechtbank onder meer [naam gedaagde] heeft aangesproken tot terugbetaling van de koopsom van de handschoenen. In de onderhavige procedure is nu in geschil of [naam gedaagde] gehouden is het door I-Team gevorderde bedrag van € 412.844,62 te voldoen en inzage te geven in zijn vermogenspositie. I-Team stelt dat [naam gedaagde] zich met de onder 2.9. geciteerde regeling heeft verbonden tot betaling van het genoemde bedrag. Nu I-Team dit aanbod heeft aanvaard zijn partijen gebonden aan de regeling en is [naam gedaagde] gehouden zijn verplichtingen hieruit na te komen, aldus I-Team. [naam gedaagde] voert aan dat hij niet aan de regeling kan worden gehouden. Volgens [naam gedaagde] heeft hij zich slechts onverplicht ingespannen voor I-Team om een deel van de koopsom van de handschoenen terug te betalen. Hij was geen feitelijk bestuurder van Empire en is, zo voert hij aan, derhalve ook niet aansprakelijk voor terugbetaling van het genoemde bedrag. Bovendien volgt uit de regeling duidelijk dat een derde de vordering van I-Team zou voldoen, zodat nakoming door [naam gedaagde] in privé niet van hem kan worden verlangd, aldus [naam gedaagde] .
5.4.
Voorop staat dat [naam gedaagde] het bestaan van de regeling tussen partijen met de onder 2.9. genoemde inhoud niet heeft betwist. Uit de tekst van de regeling volgt dat [naam gedaagde] ervoor wilde zorgen dat I-Team haar geld “zoveel als mogelijk terugkrijgt”. Of [naam gedaagde] hier al dan niet toe verplicht was en of hij moet worden aangeduid als feitelijk bestuurder van Empire is in de onderhavige procedure dan ook niet van belang. I-Team heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat [naam gedaagde] zich met de regeling ertoe heeft verplicht zorg te dragen voor terugbetaling van (een groot deel van) het door I-Team betaalde bedrag voor de nitril handschoenen. Dat een derde voor [naam gedaagde] het bedrag zou betalen, zoals [naam gedaagde] aanvoert, doet hieraan niet af. De regeling is door de advocaat van [naam gedaagde] uit zijn naam opgesteld. Bovendien volgen uit de regeling verschillende verplichtingen voor I-Team jegens [naam gedaagde] . Overigens heeft [naam gedaagde] , ook ter zitting, niet heeft willen toelichten wie deze derde is en uit welke hoofde deze partij de vordering van I-Team zou betalen.
Het geld was reeds beschikbaar en zou de volgende dag op de derdengeldrekening van de advocaat van I-Team staan, mits I-team zou instemmen met de gestelde voorwaarden. Het enkele feit dat in de tekst van de regeling staat dat het “erop leek” dat [naam gedaagde] deze derde bereid had gevonden het bedrag te betalen maakt dit niet anders. In het voorstel is geen ontbindende voorwaarde opgenomen voor het geval de derde toch niet zou betalen of het geld pas later beschikbaar zou zijn. Dat [naam gedaagde] afhankelijk was van een derde komt voor zijn rekening en risico. Zijn aanbod is door I-team per omgaande en daarmee tijdig aanvaard en [naam gedaagde] is zodoende zonder meer gehouden de daaruit voor hem voortvloeiende verbintenis onverkort na te komen. Concreet betekende dit dat het geld op 8 oktober 2020 op de derdengeldenrekening van de raadsman had moeten staan. Dat was echter niet het geval en daarmee trad het verzuim van [naam gedaagde] direct op die dag in. De voor I-Team geldende voorwaarden dienden eerst nadien te worden nagekomen.
5.5.
Het standpunt dat I-Team enkele van de voor haar geldende verplichtingen uit de regeling reeds heeft geschonden, zodat [naam gedaagde] ook niet meer gebonden zou zijn aan de regeling, zoals hij aanvoert, wordt daarom ook niet gevolgd. Ter zitting heeft [naam gedaagde] zijn standpunt in dit verband aldus toegelicht dat I-Team de voorwaarde van geheimhouding van het handelen van [naam gedaagde] tegenover de curator van Empire Solutions heeft geschonden. [naam gedaagde] heeft in dit verband gesteld dat de advocaat van I-Team op verschillende momenten de curator heeft geïnformeerd over het geschil tussen partijen, vervolgens de curator heeft gevraagd bij de zitting van het kort geding tussen partijen op 9 oktober 2020 te zijn, hetgeen de curator heeft geweigerd, en tijdens deze genoemde zitting opnieuw telefonisch contact met de curator heeft opgenomen. Nog daargelaten dat dit laatste telefonische contact tijdens de zitting is gelegd op verzoek van de voorzieningenrechter, die door partijen tijdens de zitting bewust niet is geïnformeerd over de reeds getroffen regeling, geldt dat niet is gebleken dat de advocaat van I-Team tijdens beide telefonische contacten informatie over de regeling of over het handelen van [naam gedaagde] of [naam bestuurder] heeft verschaft. Daarbij komt dat de verplichting om geheimhouding richting de curator te betrachten slechts kon gelden vanaf het moment dat het voorstel voor de regeling werd gedaan, dus vanaf 7 oktober 2020. I-Team heeft gemotiveerd aangevoerd dat de curator op dat moment reeds op de hoogte was van de verhoudingen tussen partijen, de reeds lopende procedures over (onder meer) terugbetaling van de koopsom van de handschoenen en de verdenkingen van I-Team jegens [naam gedaagde] . Dat I-Team na die datum van 7 oktober 2020 de curator nog nieuwe informatie heeft verschaft en welke informatie dit betreft heeft [naam gedaagde] niet nader toegelicht.
5.6.
Op grond van het voorgaande luidt de slotsom dat I-Team geheel terecht aanspraak maakt op betaling van het tussen partijen afgesproken bedrag op bedoelde derdengeldenrekening. I-Team heeft een spoedeisend belang bij die betaling, omdat zij een groot bedrag aan werkkapitaal mist en dit haar belemmert in haar bedrijfsvoering. Een bodemprocedure kan niet worden afgewacht. De door I-Team gestelde vrees dat het bedrag met het verstrijken van de tijd niet meer voorhanden zal zijn en [naam gedaagde] geen verhaal zal bieden is dan ook begrijpelijk, te meer nu [naam gedaagde] , al dan niet namens Empire, al verschillende malen toezeggingen heeft gedaan om de koopsom van de niet geleverde handschoenen terug te betalen en deze toezeggingen tot op heden niet is nagekomen, waarbij [naam gedaagde] die toezeggingen deels baseerde op gronden die feitelijk onwaar bleken te zijn. Van een restitutierisico aan de zijde van I-Team is niet gebleken. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering onder I. zal worden toegewezen.
5.7.
I-Team vordert daarnaast veroordeling van [naam gedaagde] om een gespecificeerd overzicht van zijn inkomen en vermogen aan I-Team te verstrekken op grond van artikel 475g Rv. Volgens vaste rechtspraak is een schuldenaar verplicht een schuldeiser die een veroordeling tot betaling van een geldsom jegens hem verkreeg, inlichtingen omtrent zijn inkomens- en vermogenspositie en omtrent voor verhaal vatbare goederen te verschaffen. Die verplichting gaat echter niet zover dat de schuldenaar door het overleggen van bescheiden in feite rekening en verantwoording moet afleggen omtrent zijn financiële handel en wandel (HR 20 september 1991, NJ 1992/552).
5.8.
Van een reeds verkregen veroordeling tot betaling van een geldsom, en daarmee van een executoriale titel jegens [naam gedaagde] , is in dit stadium van de procedure nog geen sprake. Deze wordt immers eerst thans gegeven. Nog niet is gebleken dat [naam gedaagde] , nadat een dergelijke titel tegen hem is uitgevaardigd, geen verhaal biedt en/of weigert inzage in zijn verhaalsmogelijkheden. Om die reden is de vordering al niet toewijsbaar. Daarbij komt het volgende.
Hoewel een schuldenaar tot het verschaffen van bepaalde bescheiden gehouden kan zijn ter voldoening aan zijn inlichtingenplicht, zal per geval, met afweging van de belangen van schuldenaar en schuldeiser, moeten worden bepaald hoe ver deze verplichting gaat. In de onderhavige vordering wordt van [naam gedaagde] verlangd dat hij, gedocumenteerd met allerhande bewijsstukken, volledige rekening en verantwoording aflegt over de hoogte van de door hem genoten inkomsten en dit gedurende een periode van een jaar maandelijks, of binnen zeven dagen na verzoek hiertoe door de advocaat van I-Team, zal blijven doen. Gelet op het hiervoor onder 5.7. weergegeven kader zou voor een dergelijke vergaande maatregel hooguit aanleiding kunnen bestaan onder bijzondere omstandigheden, waarover I-Team, naast hetgeen zij in het algemeen naar voren heeft gebracht over haar vrees voor verduistering van het geld door [naam gedaagde] en de reeds door hem gedane toezeggingen, in deze procedure niets heeft gesteld. Welk specifiek belang I-Team heeft bij deze voor [naam gedaagde] ingrijpende vordering dat op dit moment zou moeten prevaleren boven het belang van [naam gedaagde] op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, heeft zij niet toegelicht. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
5.9.
Nu de vordering van I-Team in conventie zoals hierna in het dictum te vermelden zal worden toegewezen, dient te worden beslist op de door [naam gedaagde] ingestelde vorderingen in reconventie.
5.10.
Ten aanzien van de gevorderde opheffing van de door I-Team gelegde beslagen ten laste van [naam gedaagde] en [naam bestuurder] , en het intrekken van de door I-Team ingestelde bodemprocedure, geldt dat in de regeling tussen partijen is opgenomen dat I-Team hier pas toe is gehouden na ontvangst van het door [naam gedaagde] te betalen bedrag op de derdengeldrekening van de advocaat van I-Team. Nu [naam gedaagde] hieraan nog niet heeft voldaan en hij hiertoe in deze procedure zal worden veroordeeld, bestaat voor opheffing van de gelegde beslagen en intrekking van de ingestelde bodemprocedure geen grond. Deze vorderingen zijn reeds om die reden niet toewijsbaar.
5.11.
Het zelfde geldt voor de gevraagde veroordelingen tot het niet executeren van de verplichtingen voortvloeiende uit het verstek kort gedingvonnis van 1 september 2020, het vernietigen van de reeds verkregen gegevens over het vermogen van [naam gedaagde] , het niet indienen van een vordering in het faillissement, het geheimhouden van deze regeling en het niet actief informeren van de curator. Ook deze voorwaarden zijn in de tussen partijen overeengekomen regeling verbonden aan het door [naam gedaagde] voldoen van de door I-Team betaalde koopsom, verminderd met door [naam gedaagde] gemaakte kosten. Zolang deze koopsom niet is voldaan, valt niet in te zien op welke grond I-Team tot het bovenstaande zou moeten worden veroordeeld. Daarbij komt dat I-Team, ook ter zitting, heeft verklaard aan alle in de regeling gestelde voorwaarden, en daarmee aan deze reconventionele vorderingen, te zullen voldoen na ontvangst van het door [naam gedaagde] te betalen bedrag. Bij veroordeling van I-Team daartoe heeft [naam gedaagde] dan ook geen belang. De vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen.
5.12.
[naam gedaagde] zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in conventie en in reconventie. De kosten aan de zijde van I-Team tot aan deze uitspraak worden begroot op:
- griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 5.111,00

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [naam gedaagde] binnen zeven dagen na dit vonnis tot betaling van € 412.844,62 op de derdenrekening van de advocaat van I-Team met IBAN NL33 FVLB 0226 1288 30 t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Stassen & Kemps Advocaten B.V.;
6.2.
veroordeelt [naam gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van I-Team tot op heden begroot op € 5.111,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.5.
wijst de vorderingen af;
6.6.
veroordeelt [naam gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van I-Team tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2021.