ECLI:NL:RBGEL:2021:213
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot aanhouding van een faillissementsverzoek op basis van de Tijdelijke wet COVID-19
Op 5 januari 2021 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in de zaak van Textiel Service Euregio B.V. in liquidatie, die verzocht om uitstel van de behandeling van een faillissementsverzoek. Dit verzoek was gedaan op basis van de Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV, waarbij de verzoekster aanvoerde dat zij door de coronamaatregelen tijdelijk niet in staat was haar financiële verplichtingen na te komen. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar bestuurder, stelde dat zij al haar schulden wilde betalen, maar hiervoor tijd nodig had.
De verweerster, die een loonvordering had op de verzoekster, heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen. Zij stelde dat zij anders ernstig benadeeld zou worden, aangezien zij afhankelijk was van haar salaris en zonder betaling in financiële problemen zou komen. De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat de belangen van de verweerster, als werknemer met een vordering uit hoofde van achterstallig loon, zwaarwegend zijn. De rechtbank concludeerde dat het aanhoudingsverzoek moest worden afgewezen, omdat dit de verweerster wezenlijk en onredelijk in haar belangen zou schaden.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat de verzoekster niet duidelijk kon maken hoe haar wens om de onderneming voort te zetten zich verhoudt tot de ontbinding van de onderneming per 16 november 2020. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot aanhouding van het faillissementsverzoek afgewezen.