Uitspraak
wonende aan [adres] .
1.De inhoud van de tenlastelegging
Indien kan worden bewezen dat sprake was van (voorwaardelijk) opzet op doodslag, zware mishandeling of poging zware mishandeling aan de zijde van één van de andere verdachten, dan kan dit niet worden toegerekend aan [verdachte] . Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering of van een bewuste en nauwe samenwerking. De deelnemers trokken niet gezamenlijk op met het oog op het realiseren van een gezamenlijk plan.
Ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten geldt dat er onvoldoende bewijs is dat de eventueel bewezen te verklaren strafbare gedragingen een onmisbare schakel hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het overlijden van het slachtoffer hebben geleid en dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door die gedragingen is veroorzaakt.
ongunstige, rechtbank] prognose. Vervolgens is de man gedetubeerd. Op 29 oktober 2020, om 00.30 uur, is de man overleden. Hij is niet meer bij bewustzijn geweest. De man bleek [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) te zijn. [3]
hersenbalk, rechtbank] scheuren vertoont. Dat maakt het volgens de patholoog aannemelijker dat de stomp botsende krachtinwerking een rol heeft gespeeld bij het scheuren van het aneurysma, dan dat dat spontaan is gebeurd. Ook kan een krachtinwerking op het hoofd in zijn algemeenheid leiden tot scheuring van een aneurysma. Verder heeft de patholoog verklaard dat het gelet op het tijdsverloop waarschijnlijker is dat de stomp botsende krachtinwerking een rol heeft gespeeld dan de 3-MMC. Het is volgens de patholoog mogelijk dat de 3-MMC een zelfstandige oorzaak is, maar dat is gezien het tijdsverloop minder waarschijnlijk. De 3-MMC is namelijk ingenomen voorafgaand aan de geweldpleging. [28]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks28 oktober 2020 in de gemeente Arnhem, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een massale bloeding onder de hersenvliezen, heeft toegebracht, door die [slachtoffer] een of meerma(a)l(en)
(met kracht)te schoppen en/of te trappen
en/of te slaanen
/ofte stompen en
/ofte duwen, terwijl het feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
jeugddetentie voor de duur van zes maanden;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet heeft gehouden aan de hierna te melden voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
werkstraf van 200 uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;