ECLI:NL:RBGEL:2021:2324
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M.Th. Quaadvliet
- J.R. Veerman
- E. Schippers
- S.C.A.M. Janssen
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure
Op 4 mei 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. F.M.Th. Quaadvliet. Dit verzoek werd ingediend op 28 april 2021, omdat de rechter zich niet vrij voelde om de zaak te behandelen. De reden hiervoor was dat één van de partijen woonachtig is in de directe omgeving van de rechter, wat haar onpartijdigheid in gevaar zou kunnen brengen. De verschoningskamer heeft de procedure en de argumenten van de rechter zorgvuldig beoordeeld.
Bij de beoordeling van het verschoningsverzoek is gekeken naar de subjectieve en objectieve toets van onpartijdigheid. De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval heeft de rechter niet aangegeven dat zij meent dat haar onpartijdigheid in het geding is, maar de verschoningskamer concludeerde dat de omstandigheden voldoende aanleiding gaven voor het toewijzen van het verzoek.
De beslissing houdt in dat het verzoek tot verschoning van mr. F.M.Th. Quaadvliet wordt toegewezen, en dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.R. Veerman en de leden mr. E. Schippers en mr. S.C.A.M. Janssen, in aanwezigheid van de griffier, en is openbaar uitgesproken op 4 mei 2021.