ECLI:NL:RBGEL:2021:2676
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 31 mei 2021 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door de advocaat mr. A.J. de Boer namens de verzoeker, die zich niet kon vinden in de beslissing van de rechter om geen uitstel te verlenen voor een geplande zitting. De verzoeker had om uitstel gevraagd omdat de gereserveerde tolk Pular enkele uren voor de zitting had afgezegd wegens verkoudheidsklachten. De rechter, mr. I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas, heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft gereageerd op het verzoek.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingsgronden van de verzoeker waren gericht tegen de beslissing van de rechter om geen uitstel te verlenen. De rechtbank oordeelde dat de beslissing om geen uitstel te verlenen een procesbeslissing is en in principe geen grond voor wraking vormt, tenzij deze beslissing zo onbegrijpelijk is dat deze een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer vond echter geen aanknopingspunten voor een dergelijke conclusie.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking moest worden afgewezen, en dat de procedure van de verzoeker met zaaknummer NL21.2255 moest worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de oudste rechter in aanwezigheid van de griffier.