ECLI:NL:RBGEL:2021:2941
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een handhavingszaak met betrekking tot een appartementencomplex
Op 27 mei 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op een verschoningsverzoek van mr. [verzoekster]. Dit verzoek werd ingediend op 25 mei 2021 en was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid, aangezien de verzoekster familieleden heeft die wonen in een appartementencomplex waarvan de verenigde bewoners een handhavingsverzoek hebben ingediend. De rechter heeft in haar verzoek aangegeven dat zij zich wil verschonen om elke schijn van vooringenomenheid te voorkomen.
De verschoningskamer heeft de procedure en de relevante juridische normen voor het beoordelen van een verschoningsverzoek uiteengezet. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat de verzoekster niet heeft aangegeven dat zij niet onpartijdig kan oordelen, maar dat de schijn van partijdigheid kan ontstaan door de relatie met de bewoners van het appartementencomplex.
Uiteindelijk heeft de verschoningskamer geoordeeld dat het verzoek tot verschoning gegrond is. De beslissing houdt in dat de verzoekster zich mag verschonen en dat in de betreffende zaken een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de verschoningskamer, met inachtneming van de afwezigheid van de voorzitter.