Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 juni 2021 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap ANWB B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, ANWB B.V., heeft een vordering ingesteld met betrekking tot een in de winkel gesloten verzekeringsovereenkomst, specifiek de Wegenwacht Service. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 17 juli 2020 reeds overwogen dat de overeenkomst gekwalificeerd moet worden als een verzekeringsovereenkomst, waarbij het ANWB-lidmaatschap als accessoire wordt beschouwd. De eisende partij heeft gesteld dat zij heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen zoals voorgeschreven door de wet, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat dit voldoende is aangetoond.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst is beëindigd per 1 januari 2020, en dat de gedaagde partij tot die datum premie verschuldigd is. De vordering tot betaling van € 155,00 is toegewezen, evenals de wettelijke vertragingsrente en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de eisende partij erop gewezen dat de dagvaarding niet voldeed aan de wettelijke eisen, maar heeft de mogelijkheid geboden om deze gebreken te herstellen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. D. Vergunst.