ECLI:NL:RBGEL:2021:3354

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
C/05/382527 / HZ ZA 21-34
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg artikel Algemene Voorwaarden bungalowpark met betrekking tot afnameverplichting propaangas en gebruik alternatieve warmtebron

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, hebben de besloten vennootschappen Hidden Village Bedrijfsmiddelen B.V. en Hidden Village Exploitatie B.V. een rechtszaak aangespannen tegen twee gedaagden die eigenaar zijn van een recreatiewoning op Bungalowpark Het Verscholen Dorp. De eisers vorderden dat de gedaagden zouden worden verplicht om brandstof voor de centrale verwarming en kooktoestel uitsluitend van hen af te nemen en de door hen gebruikte pelletkachel te verwijderen. De rechtbank heeft de vorderingen van HV Bedrijfsmiddelen niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet duidelijk was op welke grond deze vennootschap vorderingen kon instellen. De rechtbank heeft vervolgens de vorderingen van HV Exploitatie afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat het gebruik van de pelletkachel door de gedaagden niet in strijd was met artikel 14 van de Algemene Voorwaarden 1990. De rechtbank concludeerde dat er geen minimale afnameverplichting voor propaangas of een verbod op het gebruik van alternatieve warmtebronnen in de Algemene Voorwaarden was opgenomen. De rechtbank veroordeelde Hidden Village c.s. in de proceskosten van de gedaagden, die op € 2.078,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/382527 / HZ ZA 21-34
Vonnis van 7 juli 2021
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HIDDEN VILLAGE BEDRIJFSMIDDELEN B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HIDDEN VILLAGE EXPLOITATIE B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
eiseressen,
advocaat mr. S.J. van Susante te Arnhem,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. B.M. Wiardi te Harderwijk.
Partijen zullen hierna Hidden Village c.s. en [gedaagden] genoemd worden. Eiseressen zullen ieder afzonderlijk worden aangeduid met ‘HV Bedrijfsmiddelen’ respectievelijk ‘HV Exploitatie’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 maart 2021
  • de bij brief van 14 mei 2021 door Hidden Village c.s. in het geding gebrachte producties
  • de e-mail van 20 mei 2021 van de griffier, waarin namens de rechtbank de ter zitting te bespreken onderwerpen worden vermeld
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 mei 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
HV Bedrijfsmiddelen is eigenaar van Bungalowpark Het Verscholen Dorp (hierna: Het Verscholen Dorp) in Harderwijk. HV Exploitatie exploiteert Het Verscholen Dorp.
2.2.
[gedaagden] is sinds 5 augustus 1993 eigenaar van kavel 36 en de daarop aanwezige recreatiewoning op Het Verscholen Dorp. In de betreffende leveringsakte zijn onder meer de Algemene Voorwaarden 1990 (hierna ook: AV1990) van toepassing verklaard.
2.3.
In de AV1990 is, voor zover hier van belang, in artikel 14 het volgende bepaald:

De koper is verplicht, zulks op verbeurte van een boete van tienduizend gulden (ƒ 10.000,--) ten behoeve van verkoper, brandstof ten behoeve van de centrale verwarming en ten behoeve van het kooktoestel, water en elektriciteit uitsluitend te betrekken van verkoper. (...)
2.4.
Sinds 2013 maakt [gedaagden] in haar recreatiewoning gebruik van een pelletkachel.
2.5.
In de jaren 2014/2015 tot en met 2018/2019 schommelt het gasverbruik van [gedaagden] rond de 19-29 m² per jaar. Het gemiddeld gasverbruik bij intensief gebruik van een recreatiewoning op Het Verscholen Dorp schommelt rond de 400 m² per jaar.
2.6.
Bij vonnis van deze rechtbank van 24 mei 2017, in een zaak tussen Hidden Village c.s. enerzijds en een andere kaveleigenaar van Het Verscholen Dorp anderzijds, is laatstgenoemde onder meer, op straffe van een dwangsom, geboden om ten behoeve van één van zijn kavels brandstof ten behoeve van de centrale verwarming en ten behoeve van het kooktoestel (gas) te betrekken van Hidden Village c.s. De rechtbank heeft in dat vonnis vastgesteld dat deze kaveleigenaar voor dat betreffende kavel gebruik maakt van een pelletkachel. De rechtbank heeft daarbij voorts overwogen (rechtsoverweging 4.6., slot) dat zij het ervoor houdt dat deze kaveleigenaar ten aanzien van het betreffende kavel geen gas afneemt van Hidden Village c.s.
2.7.
Bij brief van 20 oktober 2020 is [gedaagden] door HV Exploitatie, met verwijzing naar het hiervoor geciteerde artikel 14 uit de AV1990, gewezen op het “gebod tot afname van nutsvoorzieningen bij Het Verscholen Dorp”. In deze brief vermeldt HV Exploitatie ook dat “(h)et verwarmen van recreatiewoningen door middel van alternatieve bron van verwarming, in uw geval een palletkachel (...), in strijd (is) met de Algemene Voorwaarden 1990”. HV Exploitatie sommeert [gedaagden] in deze brief vervolgens om binnen vijf dagen schriftelijk te bevestigen dat “de onrechtmatige situatie (...) zal worden opgeheven, en dat dit ook in de toekomst zal blijven”. HV Exploitatie zegt daarbij de boete van omgerekend € 4.537,80 aan en zij wijst [gedaagden] op het vonnis van de rechtbank, weergegeven onder 2.6, waarbij HV Exploitatie vermeldt dat de situatie van [gedaagden] identiek is aan die van die kaveleigenaar.
2.8.
[gedaagden] heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.

3.De vordering

3.1.
Hidden Village c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. [gedaagden] gebiedt om, op straffe van een dwangsom, brandstof ten behoeve van de centrale verwarming en ten behoeve van het kooktoestel, water en elektriciteit uitsluitend te betrekken van Hidden Village c.s.;
II. [gedaagden] gebiedt om, op straffe van een dwangsom, de pelletkachel te verwijderen, althans buiten gebruik te stellen en te houden;
III. [gedaagden] veroordeelt om binnen zeven dagen na het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot betaling van de contractuele boete van € 4.537,80 aan Hidden Village c.s., te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de respectievelijke facturen, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagden] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
Hidden Village c.s. legt, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
[gedaagden] gebruikt in strijd met artikel 14 van de AV1990 een pelletkachel voor het verwarmen van haar recreatiewoning. Het in artikel 14 AV1990 beschreven exclusieve recht van Hidden Village c.s. houdt in dat geen ruimte aanwezig is voor een andere/tweede of aanvullende brandstof of warmtebron. Hidden Village c.s. kan immers enkel een rendabel netwerk exploiteren indien en voor zover alle kaveleigenaren daar verplicht gebruik van maken. Tegen die achtergrond moet artikel 14 AV1990 worden uitgelegd, aldus Hidden Village c.s. [gedaagden] verbeurt de in artikel 14 AV1990 opgenomen contractuele boete. Deze is haar aangezegd bij brief van 20 oktober 2020.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagden] concludeert dat de rechtbank bij vonnis, waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Hidden Village c.s. in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans deze vorderingen zal afwijzen, met veroordeling van Hidden Village c.s. in de proces- en nakosten.
4.2.
Op het verweer van [gedaagden] wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

5.De beoordeling

relevante rechtsverhoudingen

5.1.
Hidden Village c.s. heeft bij dagvaarding verzuimd uiteen te zetten wat de rechtsverhouding is tussen HV Bedrijfsmiddelen en HV Exploitatie enerzijds en Het Verscholen Dorp anderzijds.
5.2.
Hidden Village c.s. heeft, na hier voorafgaand aan de zitting door de rechtbank op te zijn gewezen, ter zitting verwezen naar twee overwegingen uit het arrest van 11 september 2018 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer 200.219.824/01), waarin beide vennootschappen (in eerste aanleg als eiseressen en in hoger beroep) optraden als appellanten. In dat arrest is in de rechtsoverwegingen 3.3 en 3.4, voor zover hier van belang, het volgende vastgesteld:

3.3 Na het faillissement van (toen genaamd) Recreatiepark Het Verscholen Dorp B.V. hebben de curatoren het park verkocht aan Beleggings- en Beheersmaatschappij Lent B.V. waarbij de AV 1990 van toepassing zijn verklaard. Op 22 maart 1993, aangevuld op 3 mei 1993 met negen bungalows, heeft deze koper op haar beurt de eigendom en de exploitatie van een gedeelte van het gekochte overgedragen aan Annah Beheer B.V., die later Bungalowpark Het Verscholen Dorp B.V. is gaan heten. Opnieuw zijn de AV 1990 van toepassing verklaard. Op kavels die zijn verkocht na 23 juni 1993 zijn, onverminderd de reeds bestaande algemene voorwaarden nieuwe algemene voorwaarden van toepassing verklaard (AV 1993). De verplichting tot bestemming als recreatiewoning is gehandhaafd met een aanvulling.
3.4
Bij notariële akte van 31 maart 1994 heeft Bungalowpark Het Verscholen Dorp B.V. de gehele ter plaatse uitgeoefende recreatieonderneming met alle toebehoren verkocht en overgedragen aan Het Verscholen Dorp V.O.F. (...) De V.O.F. heeft de verkregen eigendom op 10 december 1998 ondergebracht in appellante onder 1 en de exploitatie in appellante onder 2, terwijl beide vennootschappen vallen onder een houdstervennootschap.
5.3.
[gedaagden] heeft deze door het hof beschreven gang van zaken en de toepasselijkheid daarvan voor onderhavige procedure niet bestreden. Die staan daarmee vast (zie ook 2.1).
5.4.
Uit de stellingen van Hidden Village c.s. volgt dat alleen HV Exploitatie pretendeert nakoming van de AV1990 van [gedaagden] te kunnen vorderen. Anders gezegd, Hidden Village c.s. heeft - in aanvulling op bijvoorbeeld de onder 2.7 weergegeven, namens HV Exploitatie verstuurde sommatiebrief - niet toegelicht op grond waarvan (ook) HV Bedrijfsmiddelen gerechtigd is van [gedaagden] nakoming te verlangen van de AV1990. De rechtbank zal HV Bedrijfsmiddelen dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vorderingen.
gebruik pelletkachel door [gedaagden]
5.5.
Vast staat dat [gedaagden] sinds 2013 in haar recreatiewoning gebruikmaakt van een pelletkachel, naar eigen zeggen als sfeer verhogende ‘bijverwarming’. Deze pelletkachel staat in de woonkamer. Hoewel - onweersproken door Hidden Village c.s. - [gedaagden] heeft gesteld zo zuinig en efficiënt mogelijk gebruik te maken van de centrale verwarming, houdt de rechtbank het ervoor dat [gedaagden] grotendeels als gevolg van het gebruik van de pelletkachel sindsdien nog slechts 19-29 m² gas per jaar verbruikt. Dat is een factor 14 tot 21 keer minder dan het gemiddeld gasverbruik bij intensief gebruik van een recreatiewoning op Het Verscholen Dorp.
Vast staat ook dat [gedaagden] water en elektriciteit - onder meer nodig om de pelletkachel te laten functioneren - uitsluitend afneemt van Hidden Village c.s. Het pellethout dat de pelletkachel laat branden, neemt [gedaagden] af van een derde. Hidden Village c.s. heeft zich niet bereid getoond dat pellethout aan [gedaagden] te leveren, zoals laatstgenoemde heeft voorgesteld. De pelletkachel is niet aangesloten op de centrale verwarming.
5.6.
Hidden Village c.s. is van mening dat het gebruik van een pelletkachel en het grotendeels als gevolg daarvan beperkte gasverbruik van [gedaagden] - door Hidden Village c.s. aangemerkt als vrijwel nihil - in strijd is met artikel 14 AV1990. De onder I en II gevorderde geboden alsmede de onder III gevorderde boete baseert Hidden Village c.s. op genoemd artikel uit de AV1990.
algemene voorwaarden
5.7.
De AV1990 zijn van toepassing op de rechtsverhouding tussen HV Exploitatie en [gedaagden] (conclusie van antwoord, randnummer 2). Dat [gedaagden] ter zitting, in reactie op de in 5.2 weergegeven toelichting van Hidden Village c.s., heeft verklaard dat het niet helemaal duidelijk is of de AV1990 van toepassing zijn, doet daar niet aan af. Daarmee betwist [gedaagden] de door Hidden Village c.s. onderbouwd gestelde toepasselijkheid van de AV1990 immers niet.
5.8.
Het komt in deze zaak aan op de vraag hoe artikel 14 van de AV1990 moet worden uitgelegd. Beide partijen staan een andere lezing voor.
5.9.
De rechtbank stelt daarbij voorop dat die uitleg dient te geschieden met inachtneming van de zogeheten Haviltex-maatstaf. Deze brengt mee dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract, maar dat het aankomt op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid, en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij rekening dient te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin deze bepalingen zijn gesteld, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, wel van groot belang. Dat geldt temeer indien, zoals in dit geval, gebruik is gemaakt van standaardbepalingen die eenzijdig door de gebruiker zijn opgesteld en waarover tussen partijen niet is onderhandeld.
5.10.
Hidden Village c.s. heeft gesteld dat artikel 14 AV1990 het op andere wijze dan met behulp van propaangas verwarmen van de recreatiewoning verbiedt dan wel onmogelijk maakt. De bedoeling van de AV1990 is dat de kaveleigenaren hun recreatiewoningen met (propaan)gas verwarmen. Alleen dan kan Hidden Village c.s. immers een rendabel netwerk exploiteren voor de 132 recreatiewoningen op Het Verscholen Dorp. Dat betekent dat (ook) [gedaagden] haar recreatiewoning alleen mag verwarmen met propaangas. Hidden Village c.s. verwijst daarbij naar de in 2.6 weergegeven uitspraak in een, naar Hidden Village c.s. stelt, identiek geschil.
5.11.
[gedaagden] op haar beurt heeft gesteld dat in artikel 14 AV1990 noch elders in de AV1990 een minimum brandstof- of gasafname is opgenomen. Het gebruik van alternatieve warmtebronnen, zoals in dit geval een pelletkachel, blijft in de AV1990 eveneens volledig onbesproken. Van een verbod daarop kan dan ook geen sprake zijn. Bovendien staat de omstandigheid dat er in 53 recreatiewoningen op Het Verscholen Dorp een open haard aanwezig is, haaks op de door Hidden Village c.s. voorgestane uitleg van artikel 14 AV1990. Volgens [gedaagden] volgt uit de redactie van artikel 14 AV1990 (“uitsluitend te betrekken van verkoper”) dat propaangas niet van een derde mag worden afgenomen, maar dat doet [gedaagden] ook niet.
[gedaagden] betwist dat de door Hidden Village c.s. aangehaalde uitspraak identiek is aan haar situatie, al was het maar omdat in die zaak de rechtbank het ervoor heeft gehouden dat de betreffende kaveleigenaar in het geheel geen gas afnam van Hidden Village c.s. Die uitspraak vormt dan ook geen aanwijzing voor de door Hidden Village c.s. voorgestane uitleg. De pelletkachel van [gedaagden] vervangt de centrale verwarming niet. [gedaagden] handelt, kortom, niet in strijd met (artikel 14 van) de AV1990.
5.12.
Een redelijke uitleg van artikel 14 AV1990 brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat daarin níet een minimale afnameverplichting met betrekking tot propaangas en evenmin een verbod op het gebruik van een alternatieve warmtebron, zoals in dit geval een pelletkachel, kan worden gelezen. Het staat er niet en het volgt er niet uit. Hidden Village c.s. heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat bij de totstandkoming van de overeenkomst waarop de AV1990 van toepassing zijn verklaard, het de bedoeling van partijen was om het gebruik van alternatieve warmtebronnen geheel te verbieden, dan wel om een minimum gasafnameverplichting overeen te komen.
5.13.
De redactie van artikel 14 AV1990 laat geen andere uitleg toe dan dat de koper verplicht is
uitsluitendvan HV Exploitatie brandstof ten behoeve van de centrale verwarming en ten behoeve van het kooktoestel, water en elektriciteit te betrekken. Met andere woorden: niet van een derde.
5.14.
Met de vaststelling dat de pelletkachel niet is aangesloten op de centrale verwarming (5.5, slot), is ook het antwoord gegeven op de vraag of het gebod van artikel 14 AV1990 zich mede uitstrekt tot brandstof ten behoeve van deze alternatieve warmtebron. Dat is niet het geval; de pelletkachel is geen onderdeel van de centrale verwarming, zodat artikel 14 AV1990 kopers/eigenaren evenmin verplicht de brandstof ten behoeve daarvan uitsluitend van HV Exploitatie te betrekken. Dat artikel 14 AV1990 mede uit oogpunt van (brand)veiligheid tot stand is gekomen, zoals Hidden Village c.s. ter zitting nog heeft verklaard, volgt nergens uit en doet dan ook niet af aan het hiervoor gegeven oordeel.
conclusie
5.15.
Gelet op deze uitleg van artikel 14 AV1990 is van overtreding door [gedaagden] geen sprake. Zij neemt het propaangas dát zij gebruikt ten behoeve van de centrale verwarming en het kooktoestel immers reeds uitsluitend af van HV Exploitatie, zij het in beperkte hoeveelheden. Hetzelfde geldt voor water en elektriciteit.
5.16.
Dat betekent dat het onder I gevorderde gebod niet voor toewijzing in aanmerking komt, nu HV Exploitatie gelet op het voorgaande daarbij geen belang meer heeft. Uit de uitleg van artikel 14 AV1990 volgt voorts dat dat artikel geen grondslag vormt voor het onder II gevorderde gebod. Ook dat zal worden afgewezen. De vorderingen onder III en IV delen in dat lot.
5.17.
Hidden Village c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht 952,00
- salaris advocaat
1.126,00(2punten × tarief € 563,00)
Totaal € 2.078,00.
5.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart HV Bedrijfsmiddelen niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
6.2.
wijst de vorderingen van HV Exploitatie af,
6.3.
veroordeelt Hidden Village c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op € 2.078,00,
6.4.
veroordeelt Hidden Village c.s.in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Hidden Village c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
6.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Klaasen en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2021.
mk/pb