ECLI:NL:RBGEL:2021:340

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 januari 2021
Publicatiedatum
25 januari 2021
Zaaknummer
20/5803 en 20/5804
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijdering pannaveld als proportionele maatregel tegen overlast

Op 25 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak over de verwijdering van een pannaveld op het terrein van eiseres, gelegen in de gemeente West Betuwe. De zaak betreft een verzoek om handhaving van geluidsoverlast door [derde-partij], die zich beklaagde over het gebruik van het pannaveld. Eiseres had eerder een besluit van de gemeente ontvangen waarin het verzoek om handhaving deels werd afgewezen, maar na bezwaar van [derde-partij] werd besloten tot verwijdering van het pannaveld. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de geluidsnormen in de avonduren worden overschreden en dat de gemeente bevoegd is om handhavend op te treden. De rechter heeft de eerdere uitspraak van juni 2020 in aanmerking genomen, waarin werd geoordeeld dat een last onder dwangsom niet verder mag strekken dan nodig is. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de verwijdering van het pannaveld een proportionele maatregel kan zijn, mits er geen andere geschikte oplossingen zijn om de overlast te verminderen.

Tijdens de zitting op 11 januari 2021 is gebleken dat eiseres maatregelen had genomen, zoals het plaatsen van hekken, maar dat deze niet voldoende waren om de overlast te voorkomen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gemeente in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot volledige verwijdering van het pannaveld, gezien de aanhoudende overlast voor [derde-partij]. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat de aanpassingen effectief zouden zijn. De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft verweerder wel aangeraden om in overleg met eiseres te treden over de daadwerkelijke verwijdering van het pannaveld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 20/5803 (voorlopige voorziening) en 20/5804 (beroep)

uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 januari 2021

op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres,

(gemachtigde: G. Bel),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe, verweerder,
(gemachtigden: T. Akkermans en E. Suradi)

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-partij], te [woonplaats],

(gemachtigde: mr. B. Benard).

Procesverloop

Op 13 februari 2019 heeft [derde-partij] verzocht handhavend op te treden tegen de geluidsoverlast en het gebruik van het pannaveld, gelegen op het terrein van eiseres.
Bij besluit van 18 april 2019, verzonden 24 april 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek om handhaving deels afgewezen en aangegeven dat er zal worden gecontroleerd en zo nodig gehandhaafd op het gebruik buiten de voorgeschreven openingstijden.
[derde-partij] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van 5 november 2019 heeft verweerder dit bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 24 april 2019 herroepen en beslist dat alsnog tot verwijdering van het pannaveld over zal worden gegaan.
Eiseres heeft tegen het besluit van 5 november 2019 beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van 25 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 november 2019 vernietigd en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen (procedurenummers 19/7171 (beroep) en 19/7170 (voorlopige voorziening).
Bij besluit van 25 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder opnieuw op het bezwaar van [derde-partij] beslist, het besluit van 18 april 2019 herroepen en bepaald dat alsnog binnen 6 weken na de verzenddatum van deze brief over wordt gegaan tot het verwijderen van het pannaveld.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft met een online zitting plaatsgevonden op 11 januari 2021. Eiseres is vertegenwoordigd door de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigden. [derde-partij] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2. Op het terrein in beheer bij eiseres is tussen twee voetbalvelden een pannaveldje gerealiseerd. Het pannaveldje is in eigendom bij verweerder.
3. [derde-partij] ervaart geluidsoverlast van het gebruik van het pannaveldje. Hij heeft daarom bij verweerder een verzoek ingediend om tot handhaving over te gaan. Uit door verweerder verricht geluidsonderzoek blijkt dat de geluidsnormen in de avonduren worden overschreden. Dit wordt door partijen niet betwist. Ook is niet betwist dat verweerder bevoegd is handhavend op te treden.
3.1
In de uitspraak van 25 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter overwogen dat een last onder dwangsom niet verder dient te strekken dan nodig is om de overtreding te beëindigen. Vast stond dat alleen in de avonduren sprake is van overschrijding van de geluidsnormen. Het is daarom de vraag of verwijdering van het pannaveldje in z’n geheel niet te verstrekkend is. Verwijdering zou als een proportionele maatregel kunnen gelden als er geen andere geschikte manier is om de overschrijding van de geluidsnormen en daarmee de door [derde-partij] ervaren overlast tegen te gaan. De voorzieningenrechter kon dit echter niet goed beoordelen. Niet alleen bood het bestreden besluit over een dergelijke afweging geen aanknopingspunten, ook bleek uit de nader toegestuurde stukken dat eiseres sinds de zitting een aantal maatregelen had genomen, waaronder het plaatsen van hekken bij de ingang. De voorzieningenrechter kon daarom niet beoordelen in hoeverre de getroffen maatregelen de overschrijding van de geluidsnormen voorkomen. Verweerder moest daarom in een nieuw te nemen besluit de maatregelen beoordelen en een nieuwe afweging maken, zo luidde het oordeel van de voorzieningenrechter.
3.2
Na de uitspraak heeft op 23 juli 2020 een gesprek met partijen plaatsgevonden teneinde te bekijken of het mogelijk was een oplossing voor alle partijen te vinden. Dit bleek niet mogelijk.
3.3
In het nu bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat is geconstateerd dat nog steeds toegang tot het terrein kan worden verkregen. Hoewel eiseres inmiddels fysieke maatregelen heeft getroffen, kan er bijvoorbeeld bij het elektriciteitshuisje bij het veld nog (via de hagen) en langs de hekken toegang tot het terrein worden gekregen. De getroffen fysieke maatregelen zijn volgens verweerder niet voldoende om de jeugd tegen te houden. Dit staat nog los van het feit dat op het moment dat er trainingsavonden zullen zijn en het hek open zal staan, gemakkelijk toegang tot het pannaveld kan worden verkregen. Afhankelijk van wie er dan van de vereniging aanwezig is, zal de jeugd al dan niet van het pannaveld worden gestuurd. Gezien het bovenstaande is verweerder er niet van overtuigd dat de overlast in de toekomst voorkomen zal worden. Uit hetgeen eiseres heeft aangegeven en toegelicht blijkt voor verweerder niet dat er in de toekomst wel voldoende toezicht zal zijn. Voor verweerder is niet duidelijk hoe eiseres dit wil bereiken. Daarom zit er - om de overlast die nu al jaren voortduurt, ‘s avonds te voorkomen - dan ook niets anders op dan het pannaveld geheel te verwijderen.
Het belang dat met handhaving van de geluidsnormen is gediend, te weten dat door de woonomgeving van het voetbalveld geen overlast meer wordt ervaren door de aanwezigheid van het pannaveld, weegt voor verweerder zwaarder dan het belang dat de vereniging heeft met het in stand houden van het pannaveld voor de jeugd van [woonplaats]. Dat geldt eens te meer nu er op meerdere plaatsen in [woonplaats] ook pannaveldjes aanwezig zijn, aldus verweerder.
4. Complete verwijdering van het pannaveld is een voor eiseres zeer ingrijpende beslissing. Aan de andere kant wordt door [derde-partij] een ruime mate van overlast ervaren, die ook al enige tijd duurt. Beide partijen hebben derhalve een groot belang. Daarom is het te prevaleren als partijen tot een gezamenlijke oplossing weten te komen. Dit is echter niet mogelijk gebleken. Verweerder ziet geen ander alternatief dan tot complete verwijdering van het pannaveld over te gaan. Aan de orde is daarom de vraag of de complete verwijdering van het pannaveldje in de gegeven omstandigheden als proportionele maatregel kan worden aangemerkt gelet op de belangen van eiseres enerzijds en [derde-partij] die overlast ervaart van het gebruik van het veld anderzijds. De voorzieningenrechter dient dit terughoudend te toetsen.
4.1
Eiseres heeft aanpassingen gerealiseerd om te voorkomen dat jongeren na sluiting het veld op kunnen komen. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat eiseres niet heeft weten te overtuigen dat deze aanpassingen afdoende zijn, noch dat zij controle heeft op bezoekers van het veld in de avonduren. Hierbij weegt de voorzieningenrechter mee dat eiseres ter zitting heeft erkend dat het ondanks de getroffen maatregelen altijd wel mogelijk is om het veld na het sluiten van de hekken te betreden. De voorzieningenrechter kan verweerder ook volgen in de stelling dat ook verder niet duidelijk is met welke maatregelen eiseres de overlast in de avonduren wil beperken. Dat eiseres zeker de laatste tijd niet altijd op de hoogte is gesteld van het feit dat er jongeren op het veld waren en dat er overlast werd ervaren door omwonenden doet hier niet aan af.
4.2
Eiseres heeft aangevoerd dat het mogelijk is om het pannaveld tot een voetbalkooi om te bouwen. Dan zou er minder geluidsoverlast zijn doordat de bal altijd in de kooi blijft. Dit voorkomt extra geschreeuw en geroep, zo stelt eiseres.
Het ombouwen van het pannaveld is een minder verstrekkende maatregel dan de volledige verwijdering ervan. Het is echter de vraag of het ombouwen tot voetbalkooi wel de overlast wegneemt. Eiseres heeft dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende onderbouwd.
4.3
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder in de gegeven omstandigheden heeft kunnen kiezen voor volledige verwijdering van het pannaveld om de overlast tegen te gaan. Het beroep is daarom ongegrond. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is geen aanleiding. Wel geeft de voorzieningenrechter verweerder mee in overleg met eiseres te treden over daadwerkelijke verwijdering van het pannaveld.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
verklaart het beroep ongegrond;
wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 25 januari 2021.
De voorzieningenrechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Voor zover uitspraak is gedaan op het beroep kan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.