Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 juni 2021 met 8 producties
- de conclusie van antwoord van 18 juni 2021 met 11 producties
- de e-mails van de FNV van 16 en 20 juni 2021 met daarbij producties 9 tot en met 13
- de e-mail van Wibra van 18 juni 2021 met daarbij productie 12
- de mondelinge behandeling van 21 juni 2021.
2.De feiten
Tot de middelen waarmee de FNV-vereniging zijn doelstellingen realiseert, voor zover de doelen specifiek betrekking hebben op directe sectorale afdelingen en netwerken, behoren(…)
Wibra heeft in alle arbeidsovereenkomsten met haar werknemers de cao van toepassing verklaard.
- alle feitelijk gewerkte uren (…)
- doorbetaalde ziekte-uren;
- opgenomen en betaalde vakantie-uren;
- opgenomen en betaald bijzonder verlof;
- compensatie van toeslagen in tijd; en
- andere bij de individuele ondernemingen bestaande compensatie in uren.
3.Het geschil
Artikel 4 van de cao biedt de werkgever weliswaar de mogelijkheid werknemers flexibel in te zetten, maar het artikel niet is bedoeld voor een buitengewone omstandigheid, zoals de corona-pandemie, waardoor er sprake is van een structurele vermindering van het arbeidspatroon. Volgens de FNV is dat een onaannemelijk rechtsgevolg. Werknemers mogen uitgaan van het bestendige en evenwichtig arbeidspatroon (basisuren) en er kan geen sprake zijn van voortdurende beschikbaarheid om meer uren te draaien. In dat geval zal vaker een beroep moeten worden gedaan op extra kinderopvang, terwijl ook het werken bij andere werkgevers in de knel zou kunnen komen. Er dient sprake te zijn van een evenwichtig arbeidspatroon. Artikel 4 van de cao geeft Wibra in ieder geval geen vrijbrief om ongelimiteerd min-uren te schrijven.
Bovendien heeft Wibra in 2021 nauwelijks gebruik gemaakt van oproep- en uitzendkrachten, die dus, in weerwil van het beoogde baanbehoud, geen loon hebben ontvangen. Door het laten inhalen van de min-uren door het vaste personeel duurt deze situatie voort.
4.De beoordeling van het geschil
Op zichzelf kan de FNV worden toegegeven dat bij het sluiten van cao’s met bepalingen als onder 2.4 weergegeven een situatie van een corona-pandemie cao-partijen niet direct voor ogen zal hebben gestaan. Wellicht zelfs niet toen in de loop van het laatste kwartaal van het jaar 2020 de onderhavige cao werd verlengd, zij het dat dat bij uitstek het moment was, zoals Wibra betoogt, om eens kritisch naar deze materie te kijken.
De gevraagde voorzieningen zullen worden geweigerd.
€ 1.524,00