ECLI:NL:RBGEL:2021:3736
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek door de rechtbank Gelderland
Op 13 juli 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. R.M. Schoo. Dit verzoek werd ingediend op 12 juli 2021, waarbij de rechter aanvoerde dat zij zich niet vrij voelde om de zaak te behandelen vanwege persoonlijke ontmoetingen met een vertegenwoordiger van een van de partijen, [belanghebbende 3]. De rechtbank heeft in haar beoordeling de subjectieve en objectieve toets toegepast om te bepalen of er sprake was van een gegronde vrees voor onpartijdigheid.
De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval concludeerde de rechtbank dat de rechter niet had aangegeven dat zij niet onpartijdig kon zijn, maar dat de omstandigheden wel zodanig waren dat de uiterlijke schijn van onpartijdigheid bestond. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen.
De beslissing houdt in dat mr. R.M. Schoo niet langer de zaak zal behandelen en dat er een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. P.J.C. Cremers en de leden mr. A.M.P.T. Blokhuis en mr. M.J.C. van Leeuwen, in aanwezigheid van de griffier, en werd openbaar uitgesproken op 13 juli 2021.