Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk, een gebouw, te weten een pand en/of woonhuis aan de [adres 2] , te vernielen en/of beschadigen, en daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de in het gebouw aanwezige huisraad, te duchten is, (onder invloed van alcohol)
- in een voertuig en/of een bestelauto (met kenteken [kenteken] ) is gestapt,
- voornoemd(e) voertuig/bestelauto heeft gestart en/of (in een versnelling) veel en/of hard gas heeft gegeven en/of met slippende banden is weggereden in de richting van voornoemde woning,
- één of meermalen met voornoemd(e) voertuig/bestelbus met (aanzienlijke en/of hoge) snelheid gericht op voornoemde woning is afgereden,
- één of meermalen met voornoemd(e) voertuig/bestelbus met (aanzienlijke en/of hoge) snelheid achteruit is gereden, kennelijk met de bedoeling om voldoende afstand te creëren om veel en/of meer snelheid op te bouwen,
- met voornoemd(e) voertuig/bestelbus met (aanzienlijke en/of hoge) snelheid over de stoep en dwars door de voortuin van voornoemde woning is gereden en/of
- met voornoemd(e) voertuig/bestelbus met (aanzienlijke en/of hoge) snelheid tegen de voorpui van voornoemde woning is gebotst en/of aangereden;
opzettelijk en wederrechtelijk
- een regenpijp behorend bij het pand en/of woonhuis aan de [adres 2] ,
- een muur en/of gevel behorend bij het pand en/of woonhuis aan de [adres 2] ,
- een deurkozijn behorend bij het pand en/of woonhuis aan de [adres 2] en/of
- een tuinmuurtje behorend bij het pand en/of woonhuis en/of de tuin aan de [adres 2] ,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan
- [slachtoffer 2] toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De bewezenverklaring
of omstreeks31 juli 2020, te Didam, in de gemeente Montferland,
althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
ofwoonhuis aan de [adres 2] ,
- een regenpijp behorend bij het pand
en/of woonhuis aan de [adres 2] ,
- een muur
en/of gevel behorend bij het pand
en/of woonhuis aan de [adres 2] ,
- een deurkozijn behorend bij het pand
en/of woonhuis aan de [adres 2] en
/of- een tuinmuurtje behorend bij het pand
en/of woonhuis en
/ofde tuin aan de [adres 2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan
en/of
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks13 februari 2020 te Didam, gemeente Montferland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 675 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
of omstreeks27 juli 2020 te Didam, gemeente Montferland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 585 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
of omstreeks27 juli 2020 te Didam, gemeente Montferland terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Wilhelminastraat, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
(parketnummer 99-000219-28)
- een gevangenisstraf van 19 jaren en 8 maanden, opgelegd door het Gerechtshof
- ’s-Hertogenbosch;
- een gevangenisstraf van 4 jaren, opgelegd door het Gerechtshof Den Haag; en
- een gevangenisstraf van 6 weken, opgelegd door de rechtbank Den Haag.
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 36f en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 8, 9 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
11.De beslissing
13 (dertien) maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest;
€1.327,31 (dertienhonderdzevenentwintig euro en eenendertig eurocent) , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 1.327,31 (dertienhonderdzeventwintig euro en eenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 23 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling gedeeltelijk toe en beveelt dat een deel van de vrijheidsstraf, die als gevolg van de toepassing van de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, te weten 90 (negentig) dagen gevangenisstraf, moet worden ondergaan (parketnummer 99-000219-28).
- wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor het overige af.