ECLI:NL:RBGEL:2021:4165
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van kredietovereenkomst wegens niet-naleving kredietwaardigheidstoets
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 6 augustus 2021 een vonnis gewezen in een verstekzaak tussen de besloten vennootschap Kedin Consumenten Financieringen B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 84,15 op basis van een kredietovereenkomst. De kantonrechter heeft ambtshalve de kredietovereenkomst vernietigd omdat de eisende partij niet kon aantonen dat zij de vereiste kredietwaardigheidstoets had uitgevoerd, zoals voorgeschreven door artikel 4:34 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De eisende partij had gesteld dat zij deze toets had uitgevoerd, maar er waren geen stukken overgelegd die deze bewering onderbouwden. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of de kredietwaardigheid van de gedaagde partij adequaat was getoetst.
De kantonrechter oordeelde dat de niet-naleving van de kredietwaardigheidstoets leidt tot de vernietiging van de kredietovereenkomst op grond van artikel 3:40 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit betekent dat de gedaagde partij de ontvangen kredietsom van € 84,15 moet terugbetalen op basis van onverschuldigde betaling, zoals geregeld in artikel 6:203 BW. De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 268,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.