In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd. Eiser had zijn auto geparkeerd op donderdag 12 november 2020, tijdens de lockdown, en had geen parkeerbelasting betaald. De gemeente Nijmegen had in haar Besluit tot aanwijzing en uitwerking van betaald parkeren 2020 bepaald dat parkeerbelasting verschuldigd was op donderdag koopavond. Echter, het kabinet had de koopavonden afgeschaft, wat volgens de rechtbank betekende dat er geen verplichting bestond om parkeerbelasting te betalen.
De rechtbank oordeelde dat de afschaffing van de koopavond door het kabinet invloed had op de venstertijden voor het betalen van parkeerbelasting. Eiser had terecht gesteld dat hij niet hoefde te betalen voor het parkeren na 18:00 uur, omdat er geen koopavond meer was. De rechtbank vernietigde de naheffingsaanslag en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Daarnaast werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiser en moest het betaalde griffierecht worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van de context van regelgeving en de invloed van overheidsmaatregelen op lokale belastingverplichtingen. De rechtbank stelde vast dat de algemene beslissing van het kabinet om koopavonden af te schaffen, de verplichting tot het betalen van parkeerbelasting op die specifieke avond wijzigde. Dit leidde tot de conclusie dat er geen belastbaar feit was op het moment van parkeren.