Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eisende partij 1] ,
[eisende partij 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 juni 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 juli 2021.
2.De feiten
6. Voor welke schade betalen wij niet?
12. Wanneer is de schade niet verzekerd?
- Hij heeft meer alcohol in het bloed of de adem dan wettelijk mag.
- Hij werkt niet mee aan een blaastest of bloedtest.
Op zaterdag 29 oktober 2016, omstreeks 7.45 uur, kwam de GGD arts ter plaatse in het ziekenhuis. Ik ben samen met de arts naar [eisende partij 1] gelopen. (...) Toen wij naast hem stonden heeft de arts zich voorgesteld en [eisende partij 1] uitgelegd wat hij kwam doen. Nadat hij dat gedaan had wilde [eisende partij 1] zijn rechten en plichten weten. Ik verbalisant heb [eisende partij 1] toen uitgelegd dat hij bloed moest afgeven. Dit omdat er op straat een indicatie van alcohol is gemeten op het test apparaat en hij niet op het politiebureau kon blazen vanwege zijn toestand. [eisende partij 1] zei toen dat hij geen bloed wilde geven maar urine. Ik vertelde hem dat hij geen urine kon afgeven maar alleen bloed. Hier was [eisende partij 1] het niet mee eens en vertelde dat ik niet moest liegen en de waarheid moest vertellen. Hij gaf aan dat hij wel urine kon afgeven. Ook omdat er al bloed was afgenomen door het ziekenhuis wilde hij niet bloed afstaan. (...)
dat er een onjuiste voorstelling van zaken is gegeven ten aanzien van alcoholgebruik van uw zoon ten tijde van de aanrijding. Ook is er onvoldoende medewerking verleend tijdens de afhandeling van de schade.”
bij een bewezen fraude” een boetebedrag van € 532,00 moet betalen.
3.De vordering
- de persoonsgegevens van [eisende partijen] te (laten) verwijderen uit het interne Incidentenregister en het Externe Verwijzingsregister,
- aan [eisende partijen] te betalen een bedrag van € 18.013,00 ter vergoeding van de schade aan de Audi, vermeerderd met de wettelijke rente,
- aan [eisende partijen] te betalen een bedrag van € 532,00 uit hoofde van onverschuldigde betaling, vermeerderd met de wettelijke rente,
4.Het verweer
5.De beoordeling
dat het anders zou gaan als hij blank was geweest.”
Ik wil en kan ook niet vertellen hoeveel en of ik alcohol heb gedronken.” is evenmin als een gemotiveerde betwisting van de stelling van [eisende partijen] - dat niet met opzet onjuist is geantwoord op het aanrijdingsformulier - aan te merken. Te meer nu Achmea niet heeft gesteld dat het aanrijdingsformulier pas nadien is ingevuld door [eisende partij 2] . Uit die verklaring ten overstaan van de politie volgt niet dat [eisende partij 1] had gedronken voorafgaand aan het ongeval. En die verklaring draagt dan ook niet bij aan door Achmea aan [eisende partij 2] verweten wetenschap van het alcoholgebruik van zijn zoon.
€ 532,00 niet langer aanwezig is, en Achmea dus zal worden veroordeeld dat bedrag, als onverschuldigd door [eisende partijen] betaald, aan hem terug te betalen.