ECLI:NL:RBGEL:2021:4759

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 augustus 2021
Publicatiedatum
6 september 2021
Zaaknummer
C/05/392070 FZ RK 21-2248
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met verstandelijke handicap en gedragsproblematiek

Op 30 augustus 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven inzake de rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een licht verstandelijke handicap en ernstige gedragsproblematiek. De onafhankelijke arts voor verstandelijk gehandicapten heeft de cliënt op 17 maart 2021 onderzocht en een medische verklaring op 12 juli 2021 ondertekend. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeldbellen plaatsvond vanwege COVID-19, bevestigde de arts dat er geen wijziging was in de stoornis en het daaruit voortvloeiende ernstige nadeel. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de cliënt nog steeds verplichte zorg nodig had om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank overwoog dat de cliënt, die in het verleden in verschillende zorginstellingen verbleef en ook periodes op straat leefde, onvoldoende vaardigheden heeft om zelfstandig voor zijn gezondheid en leefomgeving te zorgen. Er is een groot risico op verwaarlozing en vervuiling zonder de huidige ondersteuning. De cliënt vertoont manipulatief gedrag en kan agressief reageren, vooral onder invloed van alcohol en drugs. De rechtbank concludeerde dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn.

De rechtbank verleende de rechterlijke machtiging voor de duur van zes maanden, met de beslissing dat deze machtiging geldt tot en met 28 februari 2022. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter R.B.M. Keurentjes, in tegenwoordigheid van griffier L.W. Evers. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/392070 FZ RK 21-2248
Datum mondelinge uitspraak: 30 augustus 2021
Beschikking rechterlijke machtiging tot opname en verblijf Wzd
inzake
het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende bij Pluryn, [locatie accommodatie] ,
op vrijwillige basis
,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. J. Steenbrink te Arnhem.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 9 augustus 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 30 augustus 2021.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
mw. [naam gedragswetenschapper] , als gedragswetenschapper verbonden aan Pluryn;
mw. [naam persoonlijk begeleidster] , als persoonlijk begeleidster verbonden aan Pluryn;
mw. [naam arts verstandelijk gehandicapten] , als arts voor verstandelijk gehandicapten verbonden aan Pluryn.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar cliënt verblijft te bezoeken. Dit levert voor cliënt en de medebewoners en verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten cliënt via beeldbellen te horen.
2.2.
Uit het verzoek en de daarbij behorende medische verklaring komt naar voren dat de onafhankelijke arts voor verstandelijk gehandicapten, mw. [naam arts verstandelijk gehandicapten] , cliënt heeft onderzocht op 17 maart 2021. De verklaring is door haar op 12 juli 2021 ondertekend. Het CIZ maakt hieruit op dat de onafhankelijke arts nog steeds achter haar bevindingen staat. Als reden wordt gegeven dat de opgestelde medische verklaring vanwege ziekte van de gedragswetenschapper en de arts zelf lang heeft geduurd. De onafhankelijke arts sluit af met de opmerking dat tijdens deze periode ook is gebleken dat het verblijf van cliënt zonder een rechterlijke machtiging niet haalbaar is. Cliënt heeft zich onttrokken aan zorg, gezworven op straat en drugs gebruikt. Het CIZ meent dat in de medische verklaring voldoende wordt onderbouwd dat de situatie nog steeds actueel is. Dit blijkt voorts uit alle overige stukken.
2.3.
Ter zitting heeft mw. [naam arts verstandelijk gehandicapten] de actuele stand van zaken toegelicht en aangegeven dat zij nog steeds achter haar bevindingen in de medische verklaring staat. Zij geeft aan dat, mede gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, er geen sprake is van een wijziging van de stoornis en het daaruit voortvloeiende ernstige nadeel ten opzichte van haar onderzoek in maart 2021 en de ondertekening van de medische verklaring in juli 2021.
2.4.
Door en namens cliënt is ter zitting naar voren gebracht dat, gezien het tijdsverloop tussen datum onderzoek en datum ondertekening van de medische verklaring, de procedure geen schoonheidsprijs verdient. Cliënt ziet de noodzaak voor een zorgmachtiging niet. Hij vindt dat de zorgen worden overdreven. Hij wil graag dat het verzoek wordt afgewezen.
2.5.
De gedragswetenschapper heeft naar voren gebracht dat het de laatste tijd beter met cliënt gaat, met name vanwege het toepassen van strakke kaders en het beperken van de vrijheden van cliënt. Er is een faseplan opgesteld waarin in kleine stapjes de vrijheden van betrokkene worden opgebouwd. Zonder de huidige kaders zal cliënt terugvallen in drugsmisbruik, agressie en het plegen van strafbare feiten.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat uit hetgeen de onafhankelijk arts en de gedragswetenschapper ter zitting hebben verklaard, in combinatie met de medische verklaring, voldoende is gebleken dat cliënt nog steeds verplichte zorg nodig heeft om het ernstig nadeel af te wenden.
2.7.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een licht verstandelijke handicap. Tevens is er sprake van ernstige gedragsproblematiek, narcistische en antisociale persoonlijkheidskenmerken.
2.8.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze handicap en stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit (het aanzienlijk risico op):
levensgevaar;
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische schade;
ernstige materiële schade;
ernstige immateriële schade;
ernstige financiële schade;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang;
ernstig verstoorde ontwikkeling;
bedreiging van de veiligheid van cliënt al dan niet doordat cliënt onder invloed van een ander raakt;
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
Vanaf 1993 verblijft cliënt in verschillende zorginstellingen. Tevens heeft hij ook periodes op straat geleefd omdat hij uit diverse instellingen ongeoorloofd is vertrokken. Cliënt heeft onvoldoende vaardigheden om zelfstandig zorg te kunnen dragen voor zijn persoonlijke gezondheid en zijn leefomgeving. Er is een groot risico op vervuiling en verwaarlozing indien hij niet de huidige ondersteuning en begeleiding zou krijgen. Cliënt is afhankelijk van de geboden 24-uurs zorg en heeft hij een hoge behoefte aan structuur en veiligheid. Hij kan zelf lastig bepalen hoe hij de dag in moet delen en heeft sturing en begeleiding nodig. Cliënt kan manipulatief en sociaal onwenselijk gedrag vertonen en kan de gevolgen van zijn gedrag niet altijd overzien. Er is sprake van een egocentrisch perspectief en verhoogde krenkbaarheid met als gevolg de kans op agressieve impulsdoorbraken, zeker in combinatie met alcoholmisbruik. Cliënt kan zich achtergesteld voelen en wanneer dit gevoel blijft aanhouden loopt de spanning op, wat kan resulteren in een impulsdoorbraak. Wanneer cliënt hierop wordt aangesproken kan hij verbaal agressief worden. In het verleden was er ook sprake van fysieke agressie-incidenten, waaronder het wurgen van zijn moeder. Indien cliënt niet krijgt wat hij wil of nodig heeft, kan hij agressie vertonen naar anderen. Anderzijds is cliënt erg beïnvloedbaar en neemt hij adviezen van anderen snel aan. Hij zal grensoverschrijdend gedrag vertonen om erkenning te krijgen van een ander. Ook is hij herhaaldelijk in contact geweest met justitie en heeft hij meerdere strafbare feiten gepleegd waarvoor hij is veroordeeld. Zonder kader kan hij contact zoeken met diverse criminele netwerken en ingezet worden als loopjongen en zich laten gebruiken om geld te verdienen voor een ander. Ook zet cliënt verschillende manieren in om aan geld te komen, zoals afpersing, het verkopen van spullen van hemzelf of van anderen en door diefstal. Daarnaast gebruikt cliënt als hij niet onder toezicht van begeleiding is grote hoeveelheden alcohol, cocaïne, mdma/xtc, hasj/wiet en heroïne (allen niet wenselijk in combinatie met gedragsbeïnvloedende medicatie).
2.9.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt heeft dagelijks intensieve zorg, continue sturing en toezicht nodig met strakke kaders. De afgelopen periode is gebleken dat hij hier veel baat bij heeft. Cliënt ziet dit zelf niet. Een gedwongen kader is noodzakelijk om te voorkomen dat cliënt zich onttrekt aan de 24-uurs zorg die hij nodig heeft en dat hij terugvalt in drugsmisbruik, agressie en het plegen van strafbare feiten.
2.10.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt verbleef eerder op vrijwillige basis bij de zorgaanbieder maar de afgelopen periode is duidelijk geworden dat dit niet meer haalbaar is.
2.11.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Hij (h)erkent de zorgen niet en heeft zich meerdere malen onttrokken aan zorg, gezworven op straat en drugs gebruikt.
2.12.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De rechterlijke machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
-
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
28 februari 2022.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2021 door mr. R.B.M. Keurentjes, rechter, in tegenwoordigheid van L.W. Evers, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 augustus 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.