ECLI:NL:RBGEL:2021:4867

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
14 september 2021
Zaaknummer
C/05/380967 / HZ ZA 20-462
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de non-conformiteit van een UAZ Patriot voertuig en de gevolgen van voertuigclassificatie in Duitsland

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende in Duitsland, en UAZ Nederland B.V. over de levering van een UAZ Patriot voertuig. De eiser vorderde dat de rechtbank zou verklaren dat het geleverde voertuig niet voldeed aan de overeenkomst, omdat het niet als personenauto (PKW) in Duitsland kon worden geregistreerd, wat leidde tot een hogere verzekeringspremie. De rechtbank oordeelde dat de voertuigclassificatie N1G, die aan de UAZ Patriot was toegekend, niet in strijd was met de overeenkomst, aangezien de koper zelf verantwoordelijk was voor de invoer en registratie in Duitsland. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van non-conformiteit op basis van de voertuigclassificatie.

Daarnaast vorderde de eiser dat UAZ Nederland de afgesproken lpg-tank in het voertuig zou inbouwen en het voertuig van lederen bekleding zou voorzien. De rechtbank oordeelde dat UAZ Nederland deze verplichtingen niet was nagekomen en dat de eiser recht had op nakoming van deze afspraken. De rechtbank heeft UAZ Nederland veroordeeld om binnen vier weken de lpg-tank in te bouwen en de lederen bekleding aan te brengen, evenals het scheve stuurwiel te herstellen. De vorderingen van de eiser tot ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding werden afgewezen, omdat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van UAZ Nederland.

De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van UAZ Nederland toegewezen, omdat de eiser grotendeels in het ongelijk was gesteld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de koper als de verkoper in internationale transacties en de noodzaak om duidelijke afspraken te maken over voertuigclassificatie en bijkomende kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/380967 / HZ ZA 20-462
Vonnis van 15 september 2021
in de zaak van
[eiser in conventie/verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats] (Duitsland),
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. D.G.A. Rossi te Kerkrade,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UAZ NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. P.F. Schepel (voorheen mr. H.H. de Boef) te Deventer.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en UAZ Nederland genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 mei 2021
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties van [eiser in conventie/verweerder in reconventie]
  • de akte houdende producties van UAZ Nederland
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 juli 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] woont in [woonplaats] , Duitsland. UAZ Nederland houdt zich blijkens het uittreksel uit het handelsregister bezig met, onder andere, het importeren, verkopen en onderhouden van de voertuigen (terreinwagens) van het merk UAZ. UAZ Nederland importeert deze voertuigen van UAZ Rusland. Bestuurder en middellijk aandeelhouder van UAZ Nederland is de heer [aandeelhouder] (hierna: [aandeelhouder] ). Hij werkt tevens als verkoper voor UAZ Nederland.
2.2.
Op 16 juni 2018 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] samen met zijn vader de showroom van UAZ Nederland bezocht vanwege zijn interesse in de aanschaf van een UAZ-voertuig, type Patriot. Bij die gelegenheid heeft [aandeelhouder] aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een ‘Bedrijfswagen prijslijst UAZ Nederland per 1 januari 2018’ (hierna: de prijslijst) en brochure overhandigd. Hierbij is tussen partijen ook de inbouw van een lpg-tank in de UAZ Patriot ter sprake gekomen.
2.3.
Op 23 juni 2018 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met zijn vader opnieuw UAZ Nederland bezocht. Daarbij is tussen partij afgesproken dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] het voertuig zelf zal invoeren in Duitsland en zelf zal zorgdragen voor het - persoonsgebonden - kenteken. Partijen spreken verder af dat UAZ Nederland zich - met het oog op de versnelling van het invoerproces voor [eiser in conventie/verweerder in reconventie] - zal inspannen om de UAZ Patriot bij import in de Europese Unie aan te melden als Duits voertuig, zodat een Duitse typegoedkeuring kan worden verkregen.
2.4.
Het op 23 juni 2018 door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ondertekende ‘Contract/bestelformulier’ vermeldt onder meer dat door UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] wordt verkocht een UAZ Patriot Style met een factuurbedrag inclusief btw van € 29.000,00, inclusief ‘metallic zwart’ à € 290,00 en ‘lpg’ à € 2.565,00 en dat op die 23e juni 2018 door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een bedrag van
€ 11.600,00 is aanbetaald. UAZ Nederland informeert [eiser in conventie/verweerder in reconventie] bij deze gelegenheid dat de inbouw van de lpg-tank zal worden uitgevoerd door Vialle Autogas Systems in Eindhoven.
2.5.
Bij de op 28 juni 2018 door partijen ondertekende koopovereenkomst is als bijlage 1 een - eveneens door partijen ondertekende - bestelbon gevoegd, waarop onder meer staat vermeld dat het een UAZ Patriot Style betreft, in de kleur metallic zwart. Als accessoires staat een lpg-installatie vermeld. Naast informatie over de koopprijs en aanbetaling staat onder ‘Bijzondere afspraken’ vermeld: ‘Onder voorbehoud van type goedkeuring’. Diezelfde informatie staat ook nog eens opgenomen in de als bijlage aan de koopovereenkomst gehechte orderbevestiging, eveneens voorzien van handtekeningen van beide partijen.
2.6.
Op 27 juli 2018 heeft UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] per e-mail laten weten dat er een nieuw model van de UAZ Patriot op de markt komt (de Patriot Maximum). UAZ Nederland heeft daarbij aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gevraagd of hij op de levering van dit nieuwe model - mogelijk wel pas leverbaar in november/december [2018] - wil wachten, waarbij UAZ Nederland de gebleken meerprijs voor haar rekening zal nemen. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft hiermee ingestemd en dit op 24 augustus 2018 schriftelijk bevestigd aan UAZ Nederland.
2.7.
Een UAZ Patriot ziet er zo uit:
2.8.
Op 21 maart 2019 schrijft UAZ Nederland per e-mail aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dat er gewerkt wordt aan de Duitse typegoedkeuring en dat het ernaar uitziet dat het voertuig direct op een Duits kenteken gesteld kan worden, zodat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] alleen de kentekenplaten mee moet nemen als hij het voertuig op komt halen. De verwachting is dat het voertuig dan medio april [2019] geleverd kan worden.
2.9.
UAZ Nederland heeft de aankoopkeuring laten uitvoeren bij het Gesellschaft für technische überwachung (hierna: GTU). Op 30 april 2019 heeft GTU een goedkeurend rapport uitgebracht. Op het bijbehorende certificaat staat vermeld dat het voertuig is ingedeeld in voertuigklasse N1G. Deze toelatingspapieren zijn door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ontvangen. Hij heeft ze vervolgens gebruikt voor de aanvraag van zijn eigen kenteken.
2.10.
Op 2 mei 2019 is de UAZ Patriot Maximum vanuit Rusland bij UAZ Nederland afgeleverd. UAZ Nederland meldt dit dezelfde dag per e-mail aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met het verzoek contact op te nemen.
2.11.
Vervolgens heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] het voertuig aangemeld bij het Straβenverkehrsamt en heeft hij het verzekerd bij Allianz voor een premie van € 186,47 per maand. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft daarop tijdelijke kentekenplaten aangevraagd, waarmee hij het voertuig vanuit Nederland naar Duitsland kon rijden.
2.12.
Op 11 mei 2019 wordt de UAZ Patriot Maximum aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] geleverd bij UAZ Nederland in Zutphen. Bij die gelegenheid meldt UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dat op advies van UAZ Rusland de lpg-tank pas na 5.000 gereden kilometers in het voertuig zal worden geïnstalleerd. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft daarmee ingestemd en diezelfde dag het restantaankoopbedrag contant voldaan. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] rijdt de UAZ Patriot vervolgens naar Duitsland.
2.13.
Op 13 mei 2019 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aan UAZ Nederland per-email het volgende, voor zover thans van belang, geschreven:

(...) heute im Laufe des Tages haben zwei groβe Versicherungen Angebote zum Patriot berechnet.
Beide Stufen den Wagen nach den Tabellen als LKW ein. (...) Ein Angebot davon ist etwa 4700€ im Jahr. Nur die Versicherung. Sie verstehen ja, dass bei solchen Versicherungen (Preis) fast kein Kunde einen Patriot als Geländewagen zus Spaβ kaufen wird. Nah sechs Jahren ist die Versicherung teurer als der Kaufpreis.
(...)
Es ist aber gut, dass es so kommt, den dann sind wir auf alles vorbereitet, wenn in Zukunft Kunden Probleme bekommen mit des Anmeldung oder den Versicherungen, Es gibt ja über 500 Stück davon.
Wir müssen das zusammen schaffen, den Wagen als PKW zu klassifizieren. Wir machen von hier aus, was wir können. (...)
2.14.
Later die dag stuurt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] opnieuw een e-mail naar UAZ Nederland, waarin hij onder meer schrijft zojuist bij het Straβenverkehrsamt in Düsseldorf te zijn geweest om het voertuig te laten registreren. Bij het toekennen van de kortlopende/tijdelijke kentekenplaten was het voertuig al geclassificeerd als LKW en dat wilden de medewerkers van het Straβenverkehrsamt vandaag bij de registratie opnieuw doen. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft daarop die medewerkers met verwijzing naar (specifieke artikelen uit de) Verordening (EU) 2018/858 [1] (hierna: de Verordening) uitgelegd dat het voertuig niet als LKW mag worden aangemerkt. De medewerkers van het Straβenverkehrsamt hebben die uitleg mondeling aanvaard, maar technisch gezien vertelt de computer hen dat het een LKW is en wordt het voertuig dienovereenkomstig belast. Die classificatie is volgens het Straβenverkehrsamt gebaseerd op het rapport van het testcentrum. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] moet daarom contact opnemen met het testcentrum en laten verduidelijken of het voertuig een PKW of een LKW is. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] vraagt tot slot in deze e-mail aan UAZ Nederland of [aandeelhouder] zo snel mogelijk deze vraag kan verduidelijken, aangezien zijn kortlopende/tijdelijke kentekenplaten vanwege deze vraag met slechts zeven dagen zijn verlengd, aldus nog steeds [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in zijn e-mail.
2.15.
UAZ Nederland heeft vervolgens op verzoek van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] telefonisch contact opgenomen met zijn verzekeraar, maar dat leidt niet tot een andere verzekeringstechnische uitkomst.
2.16.
Het op 3 juni 2019 gedateerde en op naam van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gestelde Duitse kentekenbewijs voor de UAZ Patriot vermeldt als voertuigklasse ‘N1G’.
2.17.
Op 24 juni 2019 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] per WhatsApp een brief verstuurd aan UAZ Nederland, waarin hij beschrijft hoe een aantal Duitse instanties (het Hauptzollamt in Münster, het GTÜ, het Straβenverkehrsamt in Düsseldorf, de Zulassungsstelle, Allianz Versicherungen, TÜV Rheinland en DEKRA Prüfstelle) heeft gereageerd op zijn vragen over de classificatie van de UAZ Patriot. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] sluit de brief af met de aankondiging “
diesen Freitag” naar UAZ Nederland te komen, en “
Vielleicht finden wir eine Lösung.”. Ook voegt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een aantal foto’s toe van de kleine gebreken die gerepareerd moeten worden.
2.18.
Op 3 juli 2019 heeft UAZ Nederland herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan de UAZ Patriot naar aanleiding van klachten van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] over piepende remmen en een niet volledig gefixeerd en naar buiten staand spatbord. Daarbij heeft ook de verplichte oliewissel plaatsgevonden en is het stuur van het voertuig recht gezet.
2.19.
Op 13 september 2019 - na 5.000 gereden kilometers - heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] het voertuig opnieuw naar UAZ Nederland gereden voor het (opnieuw) rechtzetten van het stuurwiel, het laten inbouwen van de lpg-tank en het voorzien van het voertuig van lederen bekleding.
2.20.
Bij brief van 12 november 2019 heeft de advocaat van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , voor zover relevant, het volgende aan UAZ Nederland geschreven:

(...)Ontbinding
Op grond van het bovenstaande ontbindt cliënt derhalve - middels onderhavig schrijven - de tussen u en cliënt gesloten verkoopovereenkomst. Thans is immers genoegzaam gebleken dat het aangekochte voertuig - anders dan door u was toegezegd - niet in Duitsland als PKW kan worden geregistreerd. Daarmee beantwoordt het voertuig zoals door u aan cliënt is geleverd niet aan de tussen partijen gesloten overeenkomst. Nu het voertuig niet in Duitsland als PKW kan worden geregistreerd is nakoming blijvend onmogelijk en verkeert u ter zake uw verbintenis tot levering van de bestelde auto die in Duitsland als PKW kan worden geregistreerd in verzuim.
Ook ter zake van uw overige verbintenissen - tot reparatie van het voertuig (reparatie van het stuurwiel) - verkeert u inmiddels in verzuim. Cliënt heeft zijn auto immers op 13 september 2019 bij uw onderneming afgeleverd en nog immer is het genoemde gebrek niet gerepareerd. Ook zijn de overige onderdelen niet door uw onderneming - ofschoon dit wel overeen was gekomen - in het voertuig ingebouwd. Het gaat daarbij om de LPG-tank, de lederen stoelen en een andere katalysator. Evenzeer met betrekking tot het uitvoeren deze verbintenissen verkeert u inmiddels in verzuim, nu een redelijke termijn tot uitvoering van de werkzaamheden reeds lang en breed is verstreken. Deze werkzaamheden zouden immers binnen twee weken worden uitgevoerd (artikel 6:83 sub a BW).
Dwaling
Voor zover de overeenkomst niet is ontbonden, zal cliënt de overeenkomst volledigheidshalve hierbij tevens vernietigen wegens dwaling. Cliënt heeft het betreffende voertuig immers aangekocht met de bedoeling om daarmee in Duitsland op de openbare weg te rijen, zulks was bij u bekend. In dat kader heeft cliënt bij u expliciet nagevraagd of het voertuig in Duitsland (als PKW) zou worden toegelaten. U heeft aan cliënt meermaals bevestigd dat zulks geen probleem was. Op basis van deze mededeling is cliënt tot aankoop van het voertuig overgegaan. Indien cliënt had geweten dat het voertuig in Duitsland niet als PKW was toegelaten, had hij het voertuig vanzelfsprekend nimmer aangekocht. De overeenkomst is mitsdien tot stand gekomen onder invloed van dwaling en de dwaling is te wijten aan een inlichting van u (artikel 6:228 lid 1 sub a BW). Bovendien rustte er op u als professionele wederpartij een waarschuwingsplicht. U had cliënt - indachtig zijn voornemen om het voertuig in Duitsland in te voeren - vooraf moeten waarschuwen voor de mogelijkheid dat het invoeren van het voertuig niet mogelijk zou zijn. U heeft zulks niet gedaan, integendeel u heeft louter aangegeven dat een en ander geen probleem was. Daarmee heeft u gehandeld in strijd met de op u rustende mededelingsplicht (artikel 6:228 lid 1 sub b BW). (...)
Voorts heeft de advocaat in deze brief UAZ Nederland verzocht en voor zover nodig gesommeerd het door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] betaalde bedrag van € 29.000,00 binnen 7 dagen aan hem terug te betalen.
2.21.
In reactie hierop heeft de advocaat van UAZ Nederland bij brief van 6 januari 2020 onder meer weersproken dat sprake is van een tekortkoming of dwaling. Voorts is vanwege het ontbreken van een ingebrekestelling geen sprake van verzuim en verzoekt UAZ Nederland per ommegaande van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te vernemen of zij kan voortgaan met het inbouwen van een lpg-tank en het aanbrengen van de afgesproken bekleding, of dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] de auto wenst op te halen.
2.22.
Verdere buitengerechtelijke correspondentie heeft niet tot een oplossing van de zaak geleid. Het voertuig is vooralsnog niet voorzien van lederen bekleding en/of een lpg-tank en staat nog steeds gestald bij UAZ Nederland in Zutphen.
2.23.
In een schriftelijke, ondertekende verklaring van de vader van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , gedateerd op 1 november 2020 staat, voor zover in dit kader van belang, het volgende opgenomen:

(...) und wir haben direkt unsere drei Fragen gestellt auf die wir alle drei Mal die Antwort “kein Problem” erhalten haben. 1. Kann man das Auto bestellen. 2. Wir kommen aus Deutschland und möchten ihn dort anmelden. 3. Ist der Einbau von LPG direkt möglich. (...) Zu Punkt zwei wurde uns gesagt, dass Herr [aandeelhouder] mit einer deutschen Zulassungsstelle direkt arbeieit, die mit ihnen ganz normal eine Typgenehmigung machen, sodass alle Fahrzeuge generell ohne Probleme in den Niederlanden gekauft werden können und in Deutschland zugelassen werden mit den deutschen Papieren. Da es von dem Modell auch eine Pickup-Variante gibt, haben wir natürlich gefragt, ob das Auto als PKW oder LKW angemeldet wird. Selbstverständlich als PKW hieβ es. (...)

3.De vordering in conventie

3.1.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair, subsidiair en meer subsidiair
I. voor recht zal verklaren dat de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gekochte en door UAZ Nederland geleverde auto niet beantwoordt aan de overeenkomst (non-conform is),
II. voor recht zal verklaren dat UAZ Nederland ten opzichte van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar uit de overeenkomst en uit de wet voortvloeiende verbintenissen,
III.
primairvoor recht zal verklaren dat de tussen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en UAZ Nederland gesloten ((ver)koop) overeenkomst bij brief van 12 november 2019 rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden, althans dat [dat de rechtbank] de tussen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en UAZ Nederland gesloten ((ver)koop) overeenkomst krachtens artikel 6:265 BW zal ontbinden,
subsidiairvoor recht zal verklaren dat de tussen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en UAZ Nederland gesloten ((ver)koop) overeenkomst bij brief van 12 november 2019 rechtsgeldig buitengerechtelijk is vernietigd wegens dwaling, althans [dat de rechtbank] de tussen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en UAZ Nederland gesloten ((ver)koop) overeenkomst krachtens artikel 6:228 BW zal vernietigen wegens dwaling,
meer subsidiairUAZ Nederland zal veroordelen om kosteloos de overeengekomen lpg-tank in het voertuig in te bouwen en het voertuig kosteloos van de overeengekomen lederen bekleding te voorzien alsmede de overige genoemde gebreken kosteloos te herstellen, een en ander binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis onder verbeurte van een dwangsom aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van € 500,00 per dag, dat UAZ Nederland met naleving van dit vonnis in gebreke zal zijn,
IV. UAZ Nederland zal veroordelen tot terugbetaling van het aankoopbedrag van
€ 29.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 november 2019, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
V. UAZ Nederland krachtens (artikel 6:277 BW jo., enkel
primair) artikel 6:162 BW jo. artikel 6:74 BW zal veroordelen om aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, het bedrag van € 5.847,81, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, ten titel van schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 november 2019, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
VI. UAZ Nederland zal veroordelen binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te voldoen de door hem gemaakte buitengerechtelijke kosten van
€ 1.123,48, althans [te begroten] op een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
VII. UAZ Nederland zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten van € 157,00 zonder betekening, dan wel € 239,00 in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente in het geval betaling niet binnen die termijn plaatsvindt.
3.2.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] legt aan zijn vorderingen, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende ten grondslag.
De aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] geleverde UAZ Patriot is non-conform vanwege de voertuigclassificatie, het ontbreken van een lpg-tank, lederen bekleding en nieuwe katalysator en tot slot een aantal gebreken. Op grond daarvan is (of dient) de koopovereenkomst ontbonden (te worden). Subsidiair is sprake van dwaling en is (of dient) de koopovereenkomst vernietigd (te worden). UAZ Nederland dient het aankoopbedrag, de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] als gevolg van het tekortschieten c.q. de dwaling geleden schade en de buitengerechtelijke kosten (terug) te betalen. Meer subsidiair vordert [eiser in conventie/verweerder in reconventie] nakoming.

4.Het verweer in conventie

4.1.
UAZ Nederland concludeert dat de rechtbank alle vordering van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal afwijzen met veroordeling van UAZ Nederland in de proceskosten, het op voorhand te begroten nasalaris daaronder begrepen, vermeerderd met de in artikel 6:119 BW bedoelde rente daarover vanaf 14 dagen na de uitspraak indien en voor zover deze kosten niet binnen deze termijn zijn betaald.
4.2.
Op het verweer van UAZ Nederland zal in het navolgende, voor zover relevant, nader worden ingegaan.

5.De vordering in voorwaardelijke reconventie

5.1.
UAZ Nederland vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
onder de voorwaarde dat de rechtbank oordeelt dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden of vernietigd en de vorderingen tot ontbinding en vernietiging daarvan afwijst: [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal veroordelen aan UAZ Nederland te betalen een bedrag van € 780,00 per jaar met ingang van 12 november 2019, telkens na afloop van een jaar te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente daarover, tot de dag waarop [eiser in conventie/verweerder in reconventie] de UAZ Patriot weer in ontvangst neemt,
onder de voorwaarde dat de overeenkomst in conventie al dan niet partieel ontbonden of vernietigd wordt (verklaard te zijn) én verrekening in conventie niet wordt toegestaan: [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal veroordelen aan UAZ Nederland te betalen een bedrag van € 2.900,00, vermeerderd met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf 11 november 2019,
met veroordeling van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in de proceskosten, het op voorhand te begroten nasalaris daaronder begrepen, vermeerderd met de in artikel 6:119 BW bedoelde rente daarover vanaf 14 dagen na de uitspraak indien en voor zover deze kosten niet binnen deze termijn zijn betaald.
5.2.
UAZ Nederland legt aan haar voorwaardelijke vorderingen, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende ten grondslag.
Voor het geval de koopovereenkomst niet is ontbonden of vernietigd: Er is een overeenkomst van bewaarneming tot stand gekomen. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dient op grond van artikel 7:601 BW de kosten voor stalling en onderhoud van de UAZ Patriot voldoen. Subsidiair dient hij deze kosten te voldoen op grond van artikel 6:162 BW.
Voor het geval de koopovereenkomst (partieel) is of wordt ontbonden of vernietigd en in conventie niet kan worden verrekend: [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dient aan UAZ Nederland te vergoeden de gebruiksvergoeding (bij ontbinding) dan wel de schade als gevolg van de waardevermindering van de UAZ Patriot (bij vernietiging).

6.Het verweer in voorwaardelijke reconventie

6.1.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] concludeert dat [de rechtbank bij vonnis] UAZ Nederland in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans haar de vordering[en] zal ontzeggen, dan wel deze af zal wijzen, met veroordeling van UAZ Nederland in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten van de advocaat van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , met uitdrukkelijke bepaling dat UAZ Nederland de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn wanneer zij de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het ten dezen te wijzen vonnis zal hebben betaald.
6.2.
Op het verweer van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal in het navolgende, voor zover relevant, nader worden ingegaan.

7.De beoordeling

in conventie

7.1.
Dit geschil heeft een internationaal karakter vanwege de woonplaats van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in Duitsland en de vestigingsplaats van UAZ Nederland in Nederland. Gelet op de vestigingsplaats van de gedaagde partij, UAZ Nederland, in Nederland, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe. Partijen gaan uit van toepasselijkheid van Nederlands recht. De rechtbank volgt hen daarin.
conformiteit - algemeen
7.2.
De vorderingen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zijn primair gebaseerd op non-conformiteit. Het door UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] verkochte en geleverde voertuig beantwoordt volgens [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet aan de overeenkomst.
7.3.
In artikel 7:17 BW is in lid 1 bepaald dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. In lid 2 is bepaald dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. In lid 5 is, tot slot en voor zover van belang, bepaald dat de koper zich er niet op kan beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
conformiteit - voertuigclassificatie
7.4.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gesteld dat tussen partijen is overeengekomen dat door UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een personenauto zou worden geleverd, die als PKW in Duitsland geïmporteerd, geregistreerd, verzekerd en gebruikt kon worden. UAZ Nederland was ermee bekend dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] het voertuig als personenauto in Duitsland zou gaan gebruiken en het dus in Duitsland zou moeten worden geregistreerd. De mogelijkheid tot het importeren van het voertuig naar Duitsland en het aldaar registreren is op 16 juni 2018 uitdrukkelijk besproken tussen partijen. [aandeelhouder] heeft hierop verklaard dat dat “geen probleem” zou zijn. Ter onderbouwing van deze stellingen heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gewezen op de verklaring van zijn vader (2.23).
Het voertuig kan echter niet in Duitsland als personenauto (PKW) geregistreerd worden en het kan evenmin als personenauto in Duitsland worden verzekerd. Daardoor betaalt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een veel hogere verzekeringspremie, aldus nog steeds [eiser in conventie/verweerder in reconventie] .
7.5.
UAZ Nederland heeft daar tegenover gesteld dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] op 23 juni 2018 heeft gezegd het voertuig zelf te zullen invoeren in Duitsland en dat hij zal zorgdragen voor kentekenplaten. Tussen partijen is nimmer overeengekomen dat de toelating van het voertuig als ‘PKW’ in Duitsland een op UAZ Nederland rustende verbintenis betrof, nog daargelaten dat ‘PKW’ helemaal geen aanduiding is die zijn grondslag vindt in de Verordening. Dat op UAZ Nederland een dergelijke verbintenis rust, volgt ook niet uit de koopovereenkomst of de bestelbon. UAZ Nederland zou enkel zorgdragen voor de typegoedkeuring in Duitsland, aldus nog steeds UAZ Nederland.
7.6.
De rechtbank overweegt dat UAZ Nederland dat laatste heeft gedaan, zoals ook van haar verwacht mocht worden, gelet op hetgeen kenbaar volgt uit de koopovereenkomst. Daarin (2.5) staat immers opgenomen ‘
Onder voorbehoud van type goedkeuring’ en tussen partijen staat vast dat UAZ Nederland het verkrijgen van die goedkeuring voor haar rekening zou nemen. UAZ Nederland heeft de aankoopkeuring laten uitvoeren bij het GTU. Daarbij heeft de UAZ Patriot de voertuigklasse N1G gekregen (2.9).
7.7.
De vraag is echter of vervolgens kan worden vastgesteld dat, zoals [eiser in conventie/verweerder in reconventie] stelt maar UAZ Nederland betwist, het door de (door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aangeschreven) verzekeraar(s) op basis van die voertuigclassificatie N1G aan de UAZ Patriot toegekende kwalificatie ‘LKW’ tot non-conformiteit van het geleverde voertuig leidt. Bij de beantwoording van die vraag is het volgende van belang.
7.8.
Ten eerste heeft te gelden dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van UAZ Nederland heeft gekocht en geleverd gekregen een UAZ Patriot Maximum, een
off roadterreinwagen, getuige de brochure en prijslijst (2.2) en de uiterlijke kenmerken van het voertuig (2.7).
7.9.
Raadpleging van de Verordening leert dat de categorie ‘N’ motorvoertuigen omvat die in eerste instantie zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van goederen, zo volgt uit de Verordening (artikel 4 lid 1 onder b). Daaruit volgt ook dat deze categorie voertuigen weer is onderverdeeld naar maximummassa, waarbij de (lichtste) categorie N1 staat voor motorvoertuigen met een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton. Uit de aan de Verordening gehechte Bijlage 1, Deel A volgt dat voor de volgende voertuigsubcategorieën de letter ‘G’ als suffix wordt toegevoegd aan de letter en het cijfer waarmee de voertuigcategorie wordt aangeduid:

(...)2.1 Terreinvoertuigen
Onder „terreinvoertuig” wordt verstaan: een voertuig van categorie M of N met specifieke technische kenmerken waardoor het buiten de normale wegen kan worden gebruikt.
(...)
2.3.
Terreinvoertuig voor speciale doeleinden
2.3.1.
Onder „terreinvoertuig voor speciale doeleinden” wordt verstaan: een voertuig van categorie M of N met de in de punten 2.1 (...) bedoelde specifieke technische kenmerken.
(...)
De voertuigclassificatie N1G slaat aldus op een motorvoertuig dat in eerste instantie is ontworpen en gebouwd voor het vervoer van goederen, met een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton en met specifieke technische kenmerken waardoor het buiten de normale wegen kan worden gebruikt.
7.10.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft onvoldoende gemotiveerd gesteld dat deze typegoedkeuring niet in overeenstemming is met de door hem voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst kenbaar gemaakte specificaties van terreinwagen (7.8). Daarmee wordt die voertuigclassificatie conform geoordeeld.
7.11.
Kennelijk is deze voertuigclassificatie voor de Duitse verzekeraar van de UAZ Patriot en de overige in Duitsland betrokken instanties (vergelijk de brief van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 24 juni 2019, 2.17) echter aanleiding om het voertuig aan te merken als een LKW in plaats van als een PKW.
7.12.
Gesteld nog gebleken is dat partijen voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst met elkaar specifiek hebben gesproken over de uit de Verordening voortvloeiende voertuigclassificatie. Dat de UAZ Patriot kwalificeert als een vrachtwagen of LKW, zoals [eiser in conventie/verweerder in reconventie] kennelijk ook heeft willen betogen, wordt door de rechtbank niet gevolgd, reeds nu een vrachtwagen in de Verordening (Bijlage 1, deel C onder 4.) is gedefinieerd als “Een voertuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk is ontworpen en gebouwd voor het vervoer van goederen. Het kan ook een aanhangwagen trekken.” Die definitie verschilt immers van de daadwerkelijk aan de UAZ Patriot toegekende voertuigclassificatie N1G (zie 7.9, slot). De classificatie ‘N’, zoals die volgt uit de Verordening, staat evenmin, zoals [eiser in conventie/verweerder in reconventie] wel heeft gesteld, voor ‘vrachtwagen’ of ‘LKW’.
7.13.
Zelfs als zou komen vast te staan dat partijen, zoals [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gesteld, maar UAZ Nederland betwist, voorafgaand aan de koopovereenkomst zouden hebben besproken dat UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een ‘PKW’ zou leveren, is dat gelet op het voorgaande op zichzelf onvoldoende om te kunnen vaststellen dat het aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] geleverde voertuig non-conform is in vorenbedoelde (7.3) zin. Gesteld noch gebleken is immers dat in dat gesprek op 16 juni 2019 [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft duidelijk gemaakt - en UAZ Nederland heeft moeten begrijpen - dat op UAZ Nederland de verplichting zou komen te rusten het voor [eiser in conventie/verweerder in reconventie] mogelijk te maken zijn voertuig als PKW in Duitsland te verzekeren, daar waar het - kennelijk tot op dit moment, voor beide partijen - onduidelijk is hoe de typegoedkeuringen plaatsvinden en op welke wijze (Duitse) verzekeraars deze typegoedkeuringen ‘vertalen’ naar een PKW- of LKW-aanduiding. Illustratief hiervoor is hetgeen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in zijn brief van 24 juni 2019 (2.17) heeft beschreven over de werkwijze van de Duitse betrokken instanties. Dat het [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , kortom, bij het gebruik van de term ‘PKW’ voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst te doen was om de verzekeringstechnische registratie, een gegeven waarop UAZ Nederland in het geheel geen invloed heeft, heeft hij niet gesteld en is anderszins ook niet gebleken. Op grond van de koopovereenkomst mocht [eiser in conventie/verweerder in reconventie] die eigenschap van de UAZ Patriot dan ook niet verwachten.
7.14.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft ook onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen volgen dat hij op grond van hetgeen partijen voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst hebben uitgewisseld mocht verwachten dat hij een bij een PKW-registratie horende verzekeringspremie verschuldigd zou zijn na invoer van de auto vanuit Nederland naar Duitsland. Aan het normaal gebruik van de UAZ Patriot staat de uiteindelijke registratie niet in de weg. Het is [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gelukt het voertuig in te voeren en in Duistland te registreren. Ook heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] het voertuig kunnen verzekeren, al betaalt hij daarvoor een hogere premie dan kennelijk door hem op voorhand verwacht. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] kan voorts met zijn UAZ Patriot rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg in Duitsland (en overigens ook buiten de normale wegen, zie 7.9, slot). Op 11 mei 2019 gebruikte hij daarvoor de door hem aangevraagde tijdelijke kentekenplaten en vanaf 3 juni 2019 voert [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een definitief kenteken. Dat zonder van tevoren specifiek in te gaan op de verzekeringstechnische aspecten van het door hem gekochte voertuig, dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zelf naar Duitsland zou invoeren en aldaar zou verzekeren, hij desondanks niet hoefde te betwijfelen dat het voertuig door de verzekeraars als ‘PKW’ zou worden aangemerkt, is gelet op het voorgaande niet komen vast te staan.
7.15.
Dat betekent dat het beroep op non-conformiteit op het punt van de voertuigclassificatie niet slaagt.
conformiteit - lpg-tank en lederen bekleding
7.16.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gesteld dat tussen partijen is overeengekomen dat er een lpg-tank in het voertuig zou worden ingebouwd en het voertuig met lederen bekleding zou worden uitgerust. Deze lpg-tank en lederen bekleding ontbreken echter. Daarmee is het voertuig non-conform, aldus [eiser in conventie/verweerder in reconventie] .
7.17.
UAZ Nederland heeft erop gewezen dat alleen het type UAZ Patriot Style standaard is uitgerust met lederen kleding. Het uiteindelijk gekochte en geleverde voertuig - de UAZ Patriot Maximum - niet. Uit commercieel oogpunt heeft UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aangeboden om tegelijkertijd met de inbouw van de lpg-tank alsnog, kosteloos lederen bekleding aan te brengen. Dat aanbod heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aanvaard, aldus nog steeds UAZ Nederland.
7.18.
De rechtbank overweegt dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] weliswaar kanttekeningen heeft geplaatst bij deze stellingen van UAZ Nederland - onder andere inhoudende dat hij pas bij aflevering werd geconfronteerd met het advies van UAZ Rusland om eerst 5.000 kilometer met het voertuig te rijden alvorens tot inbouw van een lpg-tank over te gaan - maar gemotiveerd betwist heeft hij ze niet. Vast staat immers dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] akkoord is gegaan met die latere inbouw van een lpg-tank (2.12). De stelling van UAZ Nederland dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] op 11 mei 2019 eveneens akkoord is gegaan met het aanbod van UAZ Nederland om tegelijkertijd met de inbouw van de lpg-tank, kosteloos het voertuig uit te (laten) rusten met lederen bekleding, is door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet, althans niet gemotiveerd betwist. Daarmee staat vast dat partijen zijn overeengekomen op een later moment beide ingrepen aan het voertuig uit te (laten) voeren.
7.19.
Ter uitvoering van die afspraken heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] op 13 september 2019 de UAZ Patriot bij UAZ Nederland afgeleverd. Tot inbouw van de lpg-tank en het aanbrengen van de nieuwe bekleding is het evenwel (nog) niet gekomen. Na de buitengerechtelijke ontbindings- c.q. vernietigingsverklaring van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 12 november 2020 (2.20) heeft UAZ Nederland aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] verzocht (2.21) per ommegaande aan te geven of zij kan voortgaan met de afgesproken werkzaamheden. Daarop is een specifieke reactie uitgebleven, althans, [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft niet gesteld op het verzoek van UAZ Nederland te hebben gereageerd, terwijl in redelijkheid van UAZ Nederland niet verwacht kan worden door te gaan met de uitvoering van de afgesproken werkzaamheden - en het naar rato maken van kosten - als onzeker is of de buitengerechtelijke ontbinding c.q. vernietiging in rechte stand houdt.
7.20.
De UAZ Patriot is aldus nog niet - opnieuw - afgeleverd aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , zodat van non-conformiteit ten aanzien van de lpg-tank en de bekleding op dit moment geen sprake kan zijn.
conformiteit - katalysator
7.21.
Dat [aandeelhouder] namens UAZ Nederland op enig moment zou hebben gezegd dat het voortuig door hem van een nieuwe katalysator - die wel aan de gestelde uitlaatnormen zou voldoen - zou worden voorzien, is door UAZ Nederland gemotiveerd betwist. Het plaatsen van een nieuwe katalysator is niet nodig, aangezien de huidige katalysator goed functioneert, aldus UAZ Nederland.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft zijn stelling dat dit niet het geval is en een afspraak als door hem gesteld tussen partijen is gemaakt, op geen enkele manier onderbouwd. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat de UAZ Patriot non-conform is op dit punt.
conformiteit - gebreken
7.22.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gesteld dat het voertuig de volgende gebreken vertoont: de remmen piepen, er is een spatbord niet deugdelijk gefixeerd, er zit een deurgreep niet goed vast en het stuurwiel staat scheef (naar rechts). Ook om die redenen heeft de UAZ Patriot als non-conform te gelden.
7.23.
UAZ Nederland heeft erop gewezen dat deze zogenaamde kleine gebreken reeds zijn verholpen op 3 juli 2019, tegelijkertijd met de verplichte oliewissel. Enkel ten aanzien van het scheve stuurwiel is begin juli 2019 afgesproken dat onderzoek en eventueel herstel zou plaatsvinden gelijktijdig met de inbouw van de lpg-tank (na 5.000 gereden kilometers) en het aanbrengen van de lederen bekleding. De stelling dat de genoemde gebreken, met uitzondering van het scheve stuurwiel, reeds op 3 juli 2019 zijn verholpen, heeft UAZ Nederland onder meer onderbouwd met de verklaring van haar monteur en chef werkplaats, de heer [naam] (productie 24), en met de factuur en werkbon (productie 18).
7.24.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft hier niets meer tegenin gebracht, zodat niet is komen vast te staan dat de UAZ Patriot non-conform is ten aanzien van de remmen, het spatbord en de deurgreep.
7.25.
Dat ten aanzien van het scheve stuurwiel tussen partijen is afgesproken dat herstel zou plaatsvinden gelijktijdig met de inbouw van de lpg-tank en het aanbrengen van de lederen bekleding, is door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] erkend (dagvaarding, randnummer 3.57.). Voor het overige heeft daarvoor te gelden hetgeen de rechtbank in de rechtsoverwegingen 7.19 en 7.20 heeft overwogen en beslist.
conformiteit - conclusie
7.26.
Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat de UAZ Patriot non-conform is. De daarop betrekking hebbende verklaring voor recht zal dan ook worden afgewezen. Met betrekking tot de inbouw van de lpg-tank, het aanbrengen van lederen bekleding en het herstel van het stuurwiel zijn partijen overeengekomen dat UAZ Nederland, conform artikel 7:22 lid 2 BW, voor herstel c.q. uitvoering van die werkzaamheden zorg zal dragen. Of het (tot op heden) uitblijven van dat herstel c.q. die werkzaamheden ontbinding rechtvaardigt, komt hierna aan de orde.
ontbinding - verzuimvereiste
7.27.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft primair gesteld dat bij het afleveren van het voertuig op 13 september 2019 (zie 2.19) partijen zijn overeengekomen dat de betreffende werkzaamheden binnen veertien dagen zouden worden uitgevoerd. Die termijn is verstreken, zodat UAZ Nederland op grond van artikel 6:83 aanhef en onder a BW in verzuim verkeert. Subsidiair heeft te gelden dat UAZ Nederland door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] bij WhatsAppbericht van 26 juni 2019 en/of 3 juli 2019 en telefonisch in gebreke is gesteld. Daarbij heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aan UAZ Nederland naar eigen zeggen een redelijke termijn voor het uitvoeren van het herstel geboden. Die termijn was in elk geval ten tijde van de buitengerechtelijke ontbinding (12 november 2019) verstreken. Meer subsidiair heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gesteld dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] uit het uitblijven van nakoming heeft mogen afleiden dat UAZ Nederland in de op haar rustende (herstel)verplichtingen tekort zou schieten. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] verwijst daarbij naar artikel 6:82 lid 2 juncto 6:83 [aanhef en] sub a BW, maar zal - zo vult de rechtbank aan - met die stelling eerder het oog hebben gehad op artikel 6:83 aanhef en sub c BW.
7.28.
UAZ Nederland heeft gemotiveerd betwist dat op 13 september 2019 een termijn van veertien dagen tussen partijen is afgesproken. In het kader van dat verweer heeft zij onder meer gesteld dat aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is medegedeeld dat hij rekening moest houden met zeker enkele weken, aangezien de inbouw van de lpg-tank wordt uitbesteed aan een derde en als zodanig al enkele weken kan duren. Datzelfde geldt voor het aanbrengen van lederen bekleding. Ook hiervoor geeft UAZ Nederland opdracht aan een derde, waarmee [eiser in conventie/verweerder in reconventie] akkoord is gegaan, aldus nog steeds UAZ Nederland. UAZ Nederland is voorts nimmer in gebreke gesteld, zodat zij evenmin op die grond in verzuim is komen te verkeren.
7.29.
De rechtbank overweegt dat de enkele stelling van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dat op 13 september 2019 is afgesproken dat zijn UAZ Patriot na veertien dagen voorzien zou zijn van een lpg-tank, lederen bekleding en een hersteld stuurwiel in het licht van de gemotiveerde betwisting van UAZ Nederland dat een dergelijke termijn is afgesproken, onvoldoende is. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft die stelling immers niet van een onderbouwing voorzien. Voorts wekt het verbazing dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet na ommekomst van de door hem gestelde termijn (eind september 2019) contact met UAZ Nederland heeft opgenomen.
7.30.
Artikel 6:82 lid 1 BW bepaalt dat het verzuim intreedt wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
7.31.
De rechtbank kan in de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] als productie 8 overgelegde WhatsApp-correspondentie tussen partijen geen ingebrekestelling lezen die voldoet aan de hiervoor genoemde eisen. In geen van de aangehaalde berichten (26 juni 2019 en 3 juli 2019) wordt immers een termijn voor nakoming gesteld. De door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gestelde telefonische aanmaning - datum onbekend - voldoet evenmin. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] miskent voorts dat aan de vraag of een termijn redelijk is pas wordt toegekomen als vaststaat dat door de schuldeiser een termijn is gesteld. Dat laatste heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] nagelaten. Verzuim van UAZ Nederland kan dus ook niet op de voet van artikel 6:82 lid 1 BW worden vastgesteld.
7.32.
Het enkele uitblijven van nakoming, tot slot, kwalificeert niet als een mededeling van UAZ Nederland als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en sub c BW. En ook het feit dat UAZ Nederland [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet heeft geïnformeerd over (de voortgang van) het reparatieproces volstaat in dat kader niet. Ook op die meer subsidiaire grondslag kan dus geen verzuim van UAZ Nederland worden vastgesteld.
7.33.
Voor een rechtsgeldig beroep op ontbinding is verzuim vereist. Nu dat ontbreekt, zullen de primaire vorderingen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] die op ontbinding zijn gestoeld, worden afgewezen.
dwaling
7.34.
Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is op grond van artikel 6:228 lid 1 BW onder meer vernietigbaar:
indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten.
7.35.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] is voor beide ankers gaan liggen. Hij heeft ten eerste gesteld dat [aandeelhouder] namens UAZ Nederland, op de vraag van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] of het mogelijk was de UAZ Patriot als personenauto in Duitsland te importeren en registreren, “geen probleem” geantwoord. De dwaling is veroorzaakt door die inlichting, aldus [eiser in conventie/verweerder in reconventie] .
7.36.
Nog los van de vraag of kan worden vastgesteld dat die vraag door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is gesteld en op die wijze door UAZ Nederland is beantwoord, heeft te gelden wat de rechtbank in rechtsoverweging 7.13 heeft overwogen en beslist. Daarop strandt het beroep van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] op artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder a BW.
7.37.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft ten tweede gesteld dat UAZ Nederland [eiser in conventie/verweerder in reconventie] expliciet had moeten waarschuwen voor de mogelijkheid dat het voertuig in Duitsland als LKW zou worden gekwalificeerd.
7.38.
UAZ Nederland heeft weersproken dat op haar een dergelijke mededelingsplicht rust. Zij heeft er op gewezen dat alle voertuigen die in de Europese Gemeenschap worden ingevoerd aan de hand van de Verordening worden geclassificeerd. De UAZ Patriot heeft daarbij de voertuigklasse N1G gekregen, horend bij lichte bedrijfsauto’s/terreinwagens. De aanduidingen ‘LKW’ of ‘PKW’ hebben geen wettelijke basis in de Verordening en worden kennelijk in Duitsland als (verzekeringstechnische) aanduidingen gebruikt. In redelijkheid kan van UAZ Nederland, als een in Nederland gevestigde verkoper van UAZ voertuigen, geen specifieke, verzekeringstechnische deskundigheid worden aangenomen, waarvan zij [eiser in conventie/verweerder in reconventie] deelgenoot had moeten maken voorafgaand aan de koop. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is in staat gebleken zijn voertuig een dag voor de levering te verzekeren. Het betalen van een hogere verzekeringspremie dan gedacht, is geen ‘essentieel element’ dat aan het gebruik van de UAZ Patriot zoals overeengekomen in de weg staat. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] kan de UAZ Patriot aanwenden voor normaal gebruik op de openbare weg in Duitsland zoals bij overeenkomst voorzien. UAZ Nederland had niet hoeven te begrijpen dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] over andere omstandigheden, bijvoorbeeld dat een lichter voertuig dan de UAZ Patriot goedkoper (te verzekeren) zal zijn, ingelicht hoeven te worden.
7.39.
De rechtbank volgt UAZ Nederland in dit verweer, te meer nu [eiser in conventie/verweerder in reconventie] hier niets meer tegenin heeft gebracht. De door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gestelde specifieke mededelingsplicht voor UAZ Nederland is niet komen vast te staan. Daarop strandt ook het beroep op artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder b BW.
7.40.
Voor zover [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gedwaald ten aanzien van de voertuigclassificatie en de gevolgen voor de door hem te betalen verzekeringspremie, behoort die dwaling in verband met de hiervoor genoemde omstandigheden voor zijn eigen rekening te blijven.
7.41.
De subsidiair op dwaling gebaseerde vorderingen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zullen gelet op het voorgaande eveneens worden afgewezen.
nakoming
7.42.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft meer subsidiair nakoming gevorderd van de verplichting van UAZ Nederland om een lpg-tank in te (laten) bouwen in de UAZ Patriot, deze te (laten) voorzien van lederen bekleding en herstel van “de overige genoemde gebreken”. Ten aanzien van die laatste categorie resteert alleen nog het scheve stuurwiel (7.24).
7.43.
Op grond van artikel 3:296 BW wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde veroordeeld, tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt.
7.44.
Tussen partijen staat vast dat op UAZ Nederland de verplichting rust een lpg-tank in te (laten) bouwen in de UAZ Patriot, deze te (laten) voorzien van lederen bekleding en het scheve stuurwiel te herstellen. UAZ Nederland heeft de nakomingsvordering van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] onbesproken gelaten. Die vordering zal dan ook worden toegewezen.
7.45.
Daarbij zal echter, gelet op hetgeen UAZ Nederland heeft aangevoerd in het kader van het verzuimdebat (7.28), een hersteltermijn van vier weken worden toegewezen. Aan de veroordeling zal geen dwangsom worden verbonden.
schadevergoeding
7.46.
Met het hiervoor in 7.26 gegeven oordeel staat eveneens vast dat van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van UAZ Nederland geen sprake is. Bovendien ontbreekt het voor een vordering op grond van artikel 6:74 BW vereiste verzuim (7.33). Van een onrechtmatige daad van UAZ Nederland is evenmin sprake, zodat de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gevorderde schadevergoeding zal worden afgewezen.
buitengerechtelijke kosten
7.47.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten deelt dat lot. De vorderingen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] worden voor het overgrote deel immers afgewezen. Het enkele slagen van de nakomingsvordering rechtvaardigt geen vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
proceskosten
7.48.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van UAZ Nederland B.V. worden vastgesteld op:
- griffierecht 2.042,00
- salaris advocaat
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 3.484,00.
7.49.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
7.50.
De gevorderde rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen als na te melden.
in voorwaardelijke reconventie
7.51.
Aan de aan de vordering in reconventie onder 1. verbonden voorwaarde dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden of vernietigd, is voldaan. Dat betekent dat de rechtbank deze vordering in reconventie van UAZ Nederland zal beoordelen.
7.52.
UAZ Nederland heeft aan deze vordering tot betaling van € 780,00 per jaar aan kosten voor stalling en behoud van de UAZ Patriot het volgende ten grondslag gelegd.
Het moet ervoor gehouden worden dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met zijn brief van 12 november 2019 - die gelet op het voorgaande geen rechtsgevolg heeft gesorteerd - te kennen heeft gegeven de UAZ Patriot in bewaring te geven aan UAZ Nederland. Ondanks het uitdrukkelijk verzoek van UAZ Nederland bij brief van 6 november 2020 om aan haar te laten of zij kon voortgaan met het inbouwen van de lpg-tank en het aanbrengen van lederen bekleding, heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet gereageerd. Voor deze bewaring maakt UAZ Nederland kosten voor stalling (694,56 per jaar) en behoud (€ 65,00). [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dient deze kosten op grond van primair artikel 7:601 BW en subsidiair op grond van onrechtmatige daad aan UAZ Nederland vergoeden.
7.53.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft betwist dat zijn brief van 12 november 2019 mocht worden opgevat als een verklaring de UAZ Patriot aan UAZ Nederland in bewaring te geven. Van de totstandkoming van een overeenkomst van bewaarneming is geen sprake. Voor zover er al sprake was van een aanbod van UAZ Nederland een dergelijke overeenkomst te sluiten, heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dit aanbod niet aanvaard. Zijn brief van 12 november 2019 kan in elk geval niet als zodanig worden gekwalificeerd.
7.54.
De vraag of een overeenkomst van bewaarneming tot stand is gekomen, moet worden beantwoord aan de hand van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
7.55.
De rechtbank is van oordeel dat de brief van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 12 november 2019 noch het uitblijven van een specifieke reactie op hetgeen UAZ Nederland bij brief van 6 januari 2020 aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft gevraagd, de conclusie rechtvaardigen dat tussen partijen een overeenkomst van bewaarneming tot stand is gekomen. Eerstgenoemde brief betrof immers een buitengerechtelijke ontbindings- c.q. vernietigingsbrief en in de als tweede genoemde brief wordt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] - nadat bijna vier maanden zijn verstreken sinds het voertuig ter reparatie is aangeboden - gevraagd of ondanks zijn boodschap van 12 november 2019 UAZ Nederland alsnog de afgesproken werkzaamheden moet verrichten. Uit het uitblijven van een specifieke reactie op dat verzoek heeft UAZ Nederland redelijkerwijs niet mogen afleiden dat
duseen overeenkomst van bewaarneming tot stand is gekomen. Al was het maar omdat in genoemde brieven noch op andere wijze over de door UAZ Nederland voorgestane overeenkomst wordt gerept.
7.56.
Het verweer van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] slaagt. Ook van onrechtmatig handelen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] jegens UAZ Nederland is geen sprake. UAZ Nederland heeft in dat kader enkel gesteld dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld door niet op eerste verzoek zijn UAZ Patriot te verwijderen van het bedrijfsterrein van UAZ Nederland. Daarmee doelt UAZ Nederland kennelijk op de zinsnede in haar brief van 6 januari 2020 waarin zij verzoekt per ommegaande van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te vernemen of zij kan voortgaan met het inbouwen van een lpg-tank en het aanbrengen van de afgesproken bekleding, of dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] de auto wenst op te halen. Daarmee is geen sprake van een verzoek tot het verwijderen van het voertuig, althans, dat volgt niet kenbaar uit die brief. Reeds daarop strandt de vordering van UAZ Nederland uit onrechtmatige daad.
7.57.
De voorwaardelijke vordering in reconventie onder 1. zal dan ook worden afgewezen.
7.58.
Aan de voorwaardelijke vordering in reconventie onder 2. komt de rechtbank niet toe, aangezien van (partiële) ontbinding of vernietiging van de koopovereenkomst geen sprake is.
7.59.
UAZ Nederland zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in voorwaardelijke reconventie worden veroordeeld. Daarbij wordt aangesloten bij het liquidatietarief I. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] worden vastgesteld op € 956,00 (2 punten × factor 1,0 × tarief € 478,00) aan salaris advocaat.
7.60.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
7.61.
De gevorderde rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen als na te melden.

8.De beslissing

De rechtbank
in conventie
8.1.
veroordeelt UAZ Nederland om kosteloos de overeengekomen lpg-tank in het voertuig in te bouwen, dit voertuig van de overeengekomen lederen bekleding te voorzien en het scheve stuurwiel te herstellen, een en ander binnen vier weken na dit vonnis,
8.2.
veroordeelt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van UAZ Nederland B.V. tot op heden vastgesteld op € 3.484,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.3.
veroordeelt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
8.4.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
8.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in voorwaardelijke reconventie
8.6.
wijst de vordering onder 1. af,
8.7.
verstaat dat de vordering onder 2. geen behandeling behoeft,
8.8.
veroordeelt UAZ Nederland in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] tot op heden vastgesteld op € 956,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.9.
veroordeelt UAZ Nederland in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat UAZ Nederland niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Klaasen en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021.
mk/ms

Voetnoten

1.van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG.