Uitspraak
1.[eiser 1]
Stichting Beheer Onroerend Goed Kinderen Krol
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is een geschil ontstaan tussen twee huurders, [eiser 1] en [eiser 2], en hun verhuurder, Stichting Beheer Onroerend Goed Kinderen Krol, over gebreken in de huurwoning. De huurders hebben diverse gebreken aan de woning gemeld, waaronder problemen met de verwarmingsleiding, schoorsteen, vloer, vouwdeur, hang- en sluitwerk van de ramen, sanitaire voorzieningen en de voordeur. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 11 november 2020 reeds enkele gebreken erkend en de verhuurder verzocht om deze te verhelpen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 maart 2021 zijn aanvullende gebreken besproken, en de kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhuurder verantwoordelijk is voor het herstel van bepaalde gebreken, zoals de slechte afwerking van de schoorsteen en versleten hang- en sluitwerk.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurders recht hebben op een huurprijsvermindering van 15% vanaf 17 januari 2020, omdat de verhuurder niet tijdig heeft gereageerd op de meldingen van gebreken. De rechter heeft de verhuurder veroordeeld om binnen 14 dagen na de uitspraak de gebreken te herstellen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van de huurders toegewezen, omdat de verhuurder grotendeels in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. S.S. van Nijen op 15 september 2021.