ECLI:NL:RBGEL:2021:5205
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bevel tot sluiting van eet- en drinkgelegenheid in verband met coronatoegangsbewijs
Op 30 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarin een eet- en drinkgelegenheid, aangeduid als verzoekster, een voorlopige voorziening vroeg tegen een sluitingsbevel van de burgemeester van Nijmegen. Dit bevel was gegeven omdat de eet- en drinkgelegenheid niet voldeed aan de controleverplichting voor het coronatoegangsbewijs. Verzoekster betwistte dat zij zich niet aan deze verplichting wilde houden en gaf aan bereid te zijn om maatregelen te nemen om weer open te kunnen gaan. Tijdens de zitting op 26 september 2021 heeft verzoekster schriftelijk uiteengezet hoe zij aan de verplichtingen zou voldoen, waarna de burgemeester het sluitingsbevel introk.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was, omdat het bevel was ingetrokken. Hierdoor kon de werking van het bevel niet meer worden opgeschort. Verzoekster had echter verzocht om een inhoudelijke beoordeling van het bevel, omdat zij vond dat het bevel onevenredig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat, gezien de intrekking van het bevel, het ongewenst was om een voorlopig inhoudelijk oordeel te geven, aangezien dit geen gevolgen zou hebben voor de werking van het bevel. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen en het bevel tot sluiting werd niet inhoudelijk beoordeeld.
De voorzieningenrechter merkte op dat er geen aanleiding was om de burgemeester te veroordelen in de proceskosten, aangezien de intrekking van het bevel niet betekende dat het bevel ten onrechte was gegeven. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.