Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 28 december 2020;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 11 januari 2021;
- de aantekeningen van de griffier op 28 december 2020.
Rechtbank Gelderland
Op 2 februari 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, wonende te Arnhem, had de wraking aangevraagd van mr. E. Horsthuis, de civiele rechter in een lopende zaak. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij van zijn raadsman had vernomen dat de rechter had gezegd dat verzoeker niet getroffen zou zijn door de coronamaatregelen, terwijl verzoeker dit wel was. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de aantekeningen van de griffier geen aanwijzingen bevatten voor de stelling van verzoeker. De rechter heeft bovendien betwist dat hij iets heeft gezegd over de coronamaatregelen tijdens de mondelinge behandeling, en verzoeker is niet verschenen bij deze behandeling. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor de vrees van partijdigheid en dat verzoeker geen concrete omstandigheden had aangevoerd die de schijn van vooringenomenheid zouden kunnen rechtvaardigen. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen is genomen zonder mogelijkheid tot rechtsmiddel.