ECLI:NL:RBGEL:2021:5970

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 oktober 2021
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
C/05/392758 / FA RK 21/2924
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel op basis van medische verklaring in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die op 17 augustus 2021 door de burgemeester van Arnhem was opgelegd. Betrokkene, die in beroep ging, stelde dat de crisismaatregel onrechtmatig was, omdat deze was gebaseerd op een medische verklaring die was opgesteld op basis van een onderzoek dat drie dagen eerder had plaatsgevonden, op 14 augustus 2021. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat deze niet de actuele gezondheidstoestand van betrokkene weerspiegelde.

De mondelinge behandeling vond plaats op 13 september 2021, waarbij de advocaat van betrokkene en een juridisch adviseur van de burgemeester aanwezig waren. De rechtbank ontving op 20 september 2021 een verklaring van een onafhankelijk psychiater, maar deze bood onvoldoende basis om de datum in de medische verklaring te betwisten. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester niet de juiste procedure had gevolgd bij het aanvragen van de crisismaatregel, wat leidde tot een onterecht lange periode waarin betrokkene geen toegang had tot de rechter.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, wat betekent dat de crisismaatregel van 17 augustus 2021 ongeldig werd verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. E.L. de Jongh, in aanwezigheid van griffier T. Akasbi, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/392758 / FA RK 21/2924
Datum uitspraak: 1 oktober 2021
Beroep tegen een crisismaatregel Wvggz
Beschikkingnaar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel, ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
woonachtig in [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.J.M.J. Damen te Arnhem.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 30 augustus 2021, heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de door de burgemeester van de gemeente Arnhem op 17 augustus 2021 jegens hem opgelegde crisismaatregel.
1.1.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 telefonisch plaatsgevonden op 13 september 2021. Tijdens dezelfde mondelinge behandeling is ook het verzoek met zaaknummer: C/05/392757 / FA RK 21/2923 (beroep tegen de crisismaatregel van 14 augustus 2021) besproken.
1.2.
Daarbij waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • de advocaat namens betrokkene;
  • mw. [naam] als juridisch adviseur verbonden aan de gemeente Arnhem, namens de burgemeester van Arnhem.
1.3.
Op 20 september 2021 is een verklaring van de onafhankelijk psychiater toegestuurd.
1.4.
De advocaat heeft hierop op 22 september 2021 schriftelijk een reactie gegeven.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de burgemeester om een crisismaatregel op te leggen. Betrokkene stelt dat de crisismaatregel onrechtmatig is afgegeven, omdat hij inhoudelijk is gebaseerd op een medische verklaring die is afgegeven op basis van een onderzoek dat is uitgevoerd op 14 augustus 2021 om 17:20 uur. Dit is dus hetzelfde onderzoek als het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de crisismaatregel die is afgegeven op 14 augustus 2021.
2.2.
Namens de burgemeester geeft de juridisch adviseur aan dat deze tweede crisismaatregel is afgegeven op verzoek van de officier. Bij de aanvraag van de eerste crisismaatregel is er een ‘vinkje’ niet aangekruist, waardoor de officier geen voortzetting van de eerste crisismaatregel bij de rechtbank heeft verzocht. De juridisch adviseur benadrukt dat dit een aangelegenheid is die valt onder de verantwoordelijkheid van de officier. De officier heeft de omissie op 17 augustus 2021 vastgesteld, waarna zij de burgemeester heeft verzocht een tweede procedure voor een crisismaatregel in gang te zetten. Op basis van deze procedure heeft de burgemeester een crisismaatregel afgegeven. Een onafhankelijk psychiater heeft hiervoor een medische verklaring afgegeven. De juridisch adviseur gaat ervan uit dat dit een nieuwe verklaring is. Hij is waarschijnlijk slechts verkeerd gedateerd. Bovendien blijkt uit de jurisprudentie dat het actualiseren van een medische verklaring is toegestaan. Tot slot biedt de juridisch adviseur aan nadere informatie op te vragen bij de onafhankelijk psychiater.
2.3.
De rechtbank heeft in overleg met de advocaat en de vertegenwoordiger van de burgermeester aan de burgemeester de mogelijkheid geboden nadere informatie op te vragen bij de onafhankelijk psychiater. De onafhankelijk psychiater heeft de rechtbank op 20 september 2021 laten weten dat de officier hem gevraagd had een nieuwe verklaring op de stellen. Hij heeft de officier gevraagd of hij de oude kon kopiëren. Dat was niet mogelijk. Ook ‘ICT-technisch’ was dit niet mogelijk. Dit heeft hij namelijk in eerste instantie geprobeerd. Hij heeft vervolgens de zaalarts gesproken en “
en waarschijnlijk pate(de rechtbank leest: patiënt)
kort gezien”.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de afgifte van de crisismaatregel van 17 augustus 2021 niet alle wettelijke vereisten in acht zijn genomen. De crisismaatregel is namelijk afgegeven op basis van een medische verklaring die is gebaseerd op onderzoek van betrokkene dat heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2021, kortom drie dagen voor de datum waarop de verklaring is opgesteld. Er is dus geen sprake van een medische verklaring die gebaseerd is op de actuele gezondheidstoestand van betrokkene dan wel van een geactualiseerde verklaring. Het nagezonden bericht van de onafhankelijk psychiater waarin hij zegt betrokkene waarschijnlijk wel op 17 augustus 2021 gezien te hebben, geeft de rechtbank onvoldoende aanleiding om ervan uit te gaan dat de datum die in de medische verklaring staat onjuist is. Zeker aangezien de onafhankelijk psychiater heeft verklaard dat hij ‘ICT-technisch’ de verklaring van 14 augustus 2021 niet kon plakken en knippen, maar een nieuw formulier moest invullen. Bij het opstellen van het invullen van het nieuwe formulier heeft hij er indertijd dus kennelijk bewust voor gekozen op te schrijven dat hij betrokkene op 14 augustus 2021 heeft gezien. Tot slot merkt de rechtbank op dat het op 17 augustus 2021 ook niet onmogelijk was betrokkene te onderzoeken. Zij zat immers gedwongen opgenomen op basis van de eerder afgegeven crisismaatregel.
2.5.
Ten overvloede is de rechtbank van oordeel dat op de gehele gang van zaken rond de aanvraag van deze tweede crisismaatregel wel het een en ander is op te merken. Kennelijk is er bij de aanvraag van de eerste crisismaatregel een ‘vinkje’ niet aangezet. Dit was in ieder geval om 9:09 uur in de ochtend van 17 augustus 2021 bij de officier bekend. Er is op dat tijdstip immers op verzoek van de officier een nieuwe procedure voor een crisismaatregel gestart. De eerste crisismaatregel zou aflopen op 17 augustus 20:40 uur. Dit betekent dat de officier de hele dag nog de tijd heeft gehad om ondanks het ontbreken van een ‘vinkje’ een verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel bij de rechtbank in te dienen. Betrokkene was dan uiterlijk op vrijdag 20 augustus 2021 door de rechtbank gehoord. In plaats daarvan heeft de officier ervoor gekozen de burgermeester te vragen een nieuwe crisismaatregel af te geven, waardoor betrokkene pas op 23 augustus 2021 is gehoord door de rechtbank. De rechtbank is van oordeel dat het ontbreken van een ‘vinkje’ er niet toe zou mogen leiden dat iemand aan wie een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd langer dan noodzakelijk de toegang tot een rechter wordt onthouden. Betrokkene heeft in dit geval onnodig laat aanspraak kunnen maken op de rechtsbescherming die haar op grond van artikel 7:7 Wvggz en artikel 7:8 Wvggz toekomt.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 17 augustus 2021 gegrond.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. E.L. de Jongh, rechter, in tegenwoordigheid van T. Akasbi, griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.