ECLI:NL:RBGEL:2021:706
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- T.P.E.E. van Groeningen
- Rechtspraak.nl
Verkeerde partij gedagvaard in zorgverzekeringskwestie met betrekking tot aanvullende tandartsverzekering
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en Menzis Zorgverzekeraar N.V. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.F. Wolbers, vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de door haar betaalde premie voor de aanvullende tandartsverzekering onverschuldigd was betaald, omdat zij volgens haar onder de Wet langdurige zorg (Wlz) viel en geen risico liep. Menzis Zorgverzekeraar, vertegenwoordigd door mr. M.G. Pleiter, voerde verweer en stelde dat de eiseres de verkeerde partij had gedagvaard, aangezien de aanvullende verzekering niet bij Menzis Zorgverzekeraar maar bij Menzis N.V. was afgesloten.
De kantonrechter oordeelde dat de eiseres inderdaad de verkeerde partij had gedagvaard. De rechter benadrukte dat het aan de eiseres was om zorgvuldig te handelen bij het uitbrengen van de dagvaarding en dat zij zich van tevoren had moeten vergewissen van de identiteit van haar wederpartij. De rechter concludeerde dat Menzis Zorgverzekeraar niet de contractspartij was en dat de vorderingen van de eiseres daarom niet voor toewijzing in aanmerking kwamen. De eiseres werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van Menzis Zorgverzekeraar werden begroot op € 248,00, met een toevoeging voor eventuele nakosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.