Uitspraak
bewindvoerder over alle goederen van
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1], de bewindvoerder van Donny [onder bewind gestelde], en Menzis Zorgverzekeraar N.V. De eiser, vertegenwoordigd door mr. P.F. Wolbers, vorderde onder andere de verklaring dat de door hem betaalde premie voor de aanvullende tandartsverzekering onverschuldigd was betaald, omdat de heer [onder bewind gestelde] onder de Wet langdurige zorg (Wlz) viel en derhalve geen premie verschuldigd was. Menzis Zorgverzekeraar, vertegenwoordigd door mr. M.G. Pleiter, voerde verweer en stelde dat de aanvullende verzekering niet bij haar, maar bij Menzis N.V. was afgesloten. De kantonrechter oordeelde dat [naam 1] de verkeerde partij had gedagvaard, aangezien Menzis Zorgverzekeraar niet de contractspartij was van de heer [onder bewind gestelde] met betrekking tot de tandartsverzekering. De rechter benadrukte dat het aan de eiser is om zorgvuldig te handelen bij het uitbrengen van de dagvaarding en dat hij zich van tevoren moet vergewissen van de identiteit van zijn wederpartij. Aangezien de vorderingen van [naam 1] niet voor toewijzing in aanmerking kwamen, werden deze afgewezen en werd [naam 1] veroordeeld in de proceskosten.