Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Defam B.V.
Rechtbank Gelderland
Op 10 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, een verstekvonnis gewezen in een zaak tussen Defam B.V. en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij, Defam B.V., heeft veroordeling gevorderd van de gedaagde partij op basis van een kredietovereenkomst die gesloten is tussen 25 mei 2011 en 1 januari 2017. De gedaagde partij is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De overeenkomst valt onder de Wet op het consumentenkrediet (WCK nieuw) en de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn van toepassing.
De overeenkomst betreft een doorlopend krediet met een kredietfaciliteit tot maximaal € 15.000,00. De eisende partij heeft de gedaagde partij in gebreke gesteld wegens betalingsachterstand en het openstaande bedrag opgeëist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij slechts aanspraak kan maken op vertragingsvergoeding tot de datum van opeising van het openstaande saldo, en heeft de primair gevorderde vertragingsrente afgewezen. Wel is de subsidiair gevorderde wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van opeising tot aan de dag van volledige betaling.
De gedaagde partij is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.448,06, inclusief explootkosten, griffierecht en salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitvoerbaar verklaard bij voorraad.