ECLI:NL:RBGEL:2021:724
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning IOAZ-uitkering na afwijzing op basis van arbeidsverleden en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een IOAZ-uitkering aan eiser, die eerder bijstand ontving wegens arbeidsongeschiktheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), maar deze was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing onterecht was, omdat perioden van ziekte of tijdelijke arbeidsongeschiktheid meetellen voor het arbeidsverleden, zoals bedoeld in artikel 5 van de IOAZ. De rechtbank heeft de eerdere besluiten van verweerder vernietigd en bepaald dat eiser recht heeft op de IOAZ-uitkering, aangezien hij gedurende de periode van bijstand arbeidsongeschikt was en dus voldeed aan de voorwaarden voor toekenning. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder de proceskosten van eiser moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 1.602,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van het meenemen van arbeidsongeschiktheid in de beoordeling van het arbeidsverleden voor de IOAZ.