ECLI:NL:RBGEL:2021:7315

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 juni 2021
Publicatiedatum
9 maart 2022
Zaaknummer
8937288 CV EXPL 20-4415
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een verbintenis uit de overeenkomst met betrekking tot een muurvochtverwijderingsunit

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft eiser een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Muurvochtverwijdering.nl B.V. De zaak betreft een koopovereenkomst uit 2016 waarbij eiser een muurvochtverwijderingsunit heeft aangeschaft voor € 3.150,00. Eiser stelt dat de unit niet voldoet aan de garantievoorwaarden, die een gemiddelde vochtreductie van 35% vereisen binnen een jaar na installatie. Eiser heeft in januari 2020 contact opgenomen met gedaagde om vragen te stellen over de werking van de unit en om te verzoeken om retourname indien de resultaten na een half jaar niet bevredigend zouden zijn. Gedaagde heeft deze toezegging gedaan, maar is niet teruggekomen voor een controle na het afgesproken half jaar.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde zijn toezegging niet is nagekomen en dat er geen verbetering in de vochtgehalten is opgetreden. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde de koopprijs van de unit moet terugbetalen aan eiser, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 juni 2021, waarbij gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 3.150,00 aan eiser, plus de kosten van het proces en wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: 8937288 CV EXPL 20-4415
Grosse aan: eisende partij
Afschrift aan: gedaagde partij
Verzonden d.d.02-06-2021
vonnis d.d. 2 juni 2021 van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: M.T.M. Fluitman LLB,
tegen
de besloten vennootschap Muurvochtverwijdering.nl B.V.,
gevestigd te Lichtenvoorde,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. K. Wevers.

1.De verdere procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 17 februari 2021;
- de mondelinge behandeling van 6 mei 2021.
Hierna is vonnis bepaald.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van gedaagde nog stukken aan de griffie gezonden. Op deze stukken is geen acht geslagen en ze zijn ook niet aan het dossier toegevoegd, omdat gedaagde geen toestemming had nadere stukken in te dienen.

2.De feiten

2.1
Tussen partijen is in 2016 een koopovereenkomst gesloten, waarbij eiser van gedaagde een muurvochtverwijderingsunit heeft gekocht voor een bedrag van € 3.150,00.
Gedaagde heeft de unit bij eiser op 28 december 2016 geïnstalleerd.
2.2
Bij de installatie zijn de vochtgehalten gemeten. Op onder meer 25 mei 2017 en 9 januari 2018 zijn controles verricht waarbij opnieuw de gehaltes zijn gemeten.
De resultaten van die metingen zijn vastgelegd in een meetrapportage, waarin van elke meting zijn vermeld het Gann-getal, het aantal liters per kubieke meter en het gewichtspercentage.
2.3
Op de bij de koopovereenkomst behorende garantiekaart is onder meer vermeld:
“Muurvochtverwijdering.nl zal de volledige aankoopprijs terugbetalen indien binnen één jaar na montage van de installatie een gemiddelde reductie van het opstijgende muurvocht, van minstens 35% ten opzichte van de eerste meting, niet is bereikt.”
2.4
Op 15 januari 2020 heeft eiser per mail aan gedaagde onder meer bericht:
“Ik heb nog een paar vragen (…)
1.
Het huidige apparaat ga ik verplaatsen boven de koelkast. En op korte termijn komt u onze delta unit omruilen voor een zwaardere (…).
(…)
3.
Uw collega had in de kelder nog de waardes gemeten, ik heb daar de resultaten niet van gezien. Kunt u mij die nog doorgeven en de volgende keer op het rapport bijwerken?
4.
Als we na een half jaar nog niet tevreden zijn over de resultaten wilt u alles retour nemen.
(…)”
Gedaagde reageert hierop per mail van 16 januari 2020 als volgt:
“Wij hebben gisteren de volgende afspraak gemaakt,
• U gaat het huidige apparaat verplaatsen (…)
• Er hoeft zodoende geen Delta 9 geplaatst te worden.
• Wij komen dan medio juni voor een controle op de werking.
• Als er na een halfjaar nog geen verbetering is in de huidige meetwaarden is, dan nemen wij de Delta Muurvochtverwijdering unit retour.”
2.5
In september 2020 heeft de gemachtigde van eiser de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.

3.De vordering en het verweer

3.1
Eiser vordert - na vermeerdering van de eis - dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, de koopovereenkomst zal worden ontbonden en gedaagde zal worden veroordeeld de koopprijs terug te betalen, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
Eiser heeft aan zijn vordering het volgende ten grondslag gelegd.
De unit beantwoordt niet aan de overeenkomst. Uit de metingen blijkt niet dat het gegarandeerde percentage van 35% is gehaald. Gedaagde is op 15 januari 2020 nog een keer bij eiser geweest en toen is afgesproken dat gedaagde na een half jaar zou terugkomen voor een controle. Als er dan geen verbetering in de meetwaarden zou zijn, zou gedaagde de unit retour nemen.
3.3
Gedaagde heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot afwijzing met veroordeling van eiser in de proceskosten.
Op de inhoud van het verweer zal hieronder waar nodig nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
In het midden kan blijven of al dan niet de gegarandeerde gemiddelde vochtreductie is bereikt en hoe deze garantie precies moet worden begrepen. Ook behoeft geen beoordeling of een gerealiseerde vochtreductie aan de unit te danken is dan wel aan de door eiser verrichte verbeteringswerkzaamheden aan zijn woning.
4.2
Vast staat immers dat partijen in januari 2020 nadere afspraken hebben gemaakt. Gedaagde heeft hierbij toegezegd dat als er na een half jaar geen verbetering zou zijn opgetreden in de “huidige meetwaarden”, de unit retour genomen zou worden. Geen van partijen heeft kunnen aangeven wat het resultaat was van de mogelijk op 15 januari 2020 gedane metingen. Het begrip “huidige meetwaarden” wordt bij gebrek aan nadere gegevens opgevat als “huidige vochtgehalten”, dus de vochtgehalten op 15 januari 2020.
4.3
Vast staat ook dat gedaagde niet, zoals hij heeft toegezegd, na een half jaar de situatie bij eiser opnieuw is komen bekijken. Volgens gedaagde was het haar afgeraden om naar een woning toe te gaan in verband met de uitbraak van het coronavirus, maar dit verweer heeft zij niet nader toegelicht en zonder die nadere toelichting is het onbegrijpelijk. Eiser heeft onvoldoende weersproken gesteld dat hij nog contact heeft opgenomen met gedaagde om een afspraak te maken, maar dat dit niet is gelukt. Hieruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat gedaagde de afspraken niet wilde nakomen.
4.4
Eiser heeft, eveneens onvoldoende weersproken, gesteld dat na ommekomst van het half jaar na 15 januari 2020 geen verbetering in de vochtgehalten is opgetreden. Gedaagde moet daarom zijn toezegging nakomen om, zo mocht eiser de toezegging opvatten, de koopprijs terug te betalen.
De gevorderde ontbinding van de koopovereenkomst zal worden afgewezen, omdat de overeenkomst al is ontbonden in september 2020.
4.5
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten, de nakosten hieronder begrepen. De nakosten worden begroot op een half salarispunt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt gedaagde aan eiser te betalen het bedrag van
€ 3.150,00.
5.2
veroordeelt gedaagde in de proceskosten aan de zijde van eiser gevallen, welke kosten worden vastgesteld als volgt:
€ 106,46 aan explootkosten;
€ 83,00 aan griffierecht;
€ 436,00 aan salaris gemachtigde,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden;
5.3
veroordeelt gedaagde de nakosten aan eiser te voldoen, welke kosten worden begroot op € 109,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en in het openbaar uitgesproken op
2 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
IvD