ECLI:NL:RBGEL:2021:928

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
C/05/363929 / ES RK 19-653
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke schorsing van het gezag van de vader in het belang van de kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 februari 2021 een beschikking gegeven waarin het gezag van de vader tijdelijk wordt geschorst, zodat de moeder alleen het gezag over de kinderen uitoefent. De vader is gedetineerd en er is onduidelijkheid over de redenen van zijn detentie en de problematiek die daarbij speelt. De moeder heeft aangegeven dat zij zwaar overlast ondervindt van de gedragingen van de vader, wat constructief overleg over de kinderen bemoeilijkt. De rechtbank heeft eerder op 14 januari 2021 een beschikking gegeven waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder werd vastgesteld, maar het verzoek tot schorsing van het gezag werd aangehouden in afwachting van de strafzaak van de vader.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het belang van de kinderen zich verzet tegen een aanhouding van de beslissing over de schorsing van het gezag. De rechtbank oordeelt dat de vrees bestaat dat de kinderen klem en verloren raken als het gezamenlijk gezag in stand blijft. De moeder heeft problemen ondervonden in de uitoefening van het gezamenlijk gezag, vooral door het gebrek aan contact met de gedetineerde vader. De rechtbank heeft geconstateerd dat de situatie van de vader, inclusief zijn klinische opname en de onduidelijkheid over zijn detentie, een ontwrichtende werking heeft op de opvoedsituatie en ontwikkeling van de kinderen.

De rechtbank heeft besloten het gezag van de vader voor de duur van één jaar te schorsen, met de mogelijkheid voor de moeder om na deze periode een nieuw verzoek in te dienen als gezamenlijk gezag nog steeds niet mogelijk is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beslissing is genomen in het belang van de kinderen, zodat de moeder snel de nodige hulpverlening voor hen kan regelen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/363929 / ES RK 19-653
Datum uitspraak: 25 februari 2021
beschikking schorsing gezag
in de zaak van
[verzoekster], hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. J.G.M. ter Avest te Utrecht,
tegen
[verweerder], hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. P.A.M.H. van der Laan te Amersfoort.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 14 januari 2021 een eerdere beschikking gegeven. In die beschikking heeft de rechtbank onder andere:
  • de echtscheiding uitgesproken,
  • de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw vastgesteld,
  • het verzoek ten aanzien van de zorgregeling afgewezen,
  • het verzoek ten aanzien van de schorsing van het gezag aangehouden.
1.2.
De rechtbank heeft daarna ontvangen:
  • het F9-formulier van de man van 20 januari 2021,
  • het F9-formulier van de vrouw van 27 januari 2021.

2.De verdere beoordeling

Waar gaat het over?
2.1.
Aan de orde is nog het verzoek van de vrouw om het gezag van de man te schorsen. De man voert verweer tegen dit verzoek.
2.2.
Bij beschikking van 14 januari 2021 heeft de rechtbank de beslissing aangehouden in afwachting van (het dictum van) het strafvonnis in een zaak waarbij de man verdachte is. Ten tijde van de vorige zitting, op 17 december 2020, was er namelijk veel onduidelijk over wat er speelt bij de man, waarom hij vastzit en wat zijn (on)mogelijkheden zijn in het contact met de vrouw en het nemen van beslissingen over de kinderen. De strafzaak en de uitkomst daarvan zou daar meer duidelijkheid over kunnen geven. Uit de nadere informatie van partijen blijkt echter dat de behandeling van de strafzaak is uitgesteld. Deze zou aanvankelijk plaatsvinden op 5 januari 2021. De man geeft aan dat de inhoudelijke behandeling is verplaatst naar 25 mei 2021 in afwachting van de resultaten van zijn observatie. Hij is kort geleden opgenomen bij [naam] . De vrouw handhaaft haar verzoek tot schorsing van het gezag van de man. De man handhaaft zijn eerdere verweer en verzoekt het schorsingsverzoek af te wijzen.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van de kinderen zich verzet tegen een aanhouding van de beslissing op het punt van de schorsing van het gezag en zal daarom een beslissing nemen op basis van de nu beschikbare informatie.
Schorsing in het gezag
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat het gezag van de man tijdelijk geschorst moet worden. Het uitgangspunt van de wet is dat ouders ook na de scheiding samen het gezag blijven uitoefenen. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan het gezamenlijk gezag beëindigd worden. Volgens artikel 1:251a van het Burgerlijk Wetboek (BW) is dit het geval als door het gezamenlijk gezag een kind ‘klem of verloren dreigt te raken tussen de ouders’ en niet te verwachten is dat daarin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Dit artikel biedt naar het oordeel van de rechtbank niet alleen een grondslag om het gezamenlijk gezag te beëindigen, maar ook om het gezamenlijk gezag te schorsen en tijdelijk één van de ouders alleen met het gezag te belasten.
Klem en verloren
2.5.
Op grond van de stukken en de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat de vrees bestaat dat de kinderen klem en verloren raken als het gezamenlijk gezag in stand blijft. De vrouw loopt tegen problemen aan in de uitoefening van het gezamenlijk gezag. Het is haar lange tijd niet gelukt om hulpverlening voor [kind 1] te regelen, omdat zij geen contact kreeg met de gedetineerde man. Ook niet met behulp van verschillende instanties zoals de gemeente, [instantie] en de reclassering. Uiteindelijk heeft zij via de scheidingsadvocaat van de man zijn handtekening weten te bemachtigen. Tijdens de zitting heeft de rechtbank een forse overbelasting van de vrouw waargenomen. De vrouw en de kinderen hebben heel veel last van gehad van de onvoorspelbare gedragingen van de man en de situatie heeft nog steeds effect op hen. De rechtbank verwacht dat de handhaving van het gezamenlijk gezag in de huidige situatie zoveel stress bij de vrouw zal opleveren, dat dit een ontwrichtende werking heeft op de opvoedsituatie en ontwikkeling van de kinderen. Er kan daarom niet van de vrouw verwacht worden om in gezamenlijkheid met de man beslissingen over de kinderen te nemen. Er is sprake (geweest) van een stalkings-situatie waarbij elke opening die de vrouw geeft, de man uitnodigt om (weer) op een grenzeloze manier contact met haar te zoeken. Bovendien is de man momenteel klinisch opgenomen in een instelling voor forensische psychiatrie en geeft - of heeft - hij geen inzicht in waarom hij al lange tijd gedetineerd is. Onduidelijk is of de detentie enkel ziet op het overtreden van het straat- en contactverbod dat gold ten aanzien van de vrouw of dat er nog meer problematiek speelt. Gelet op de duur van de detentie, lijkt het tweede waarschijnlijker. De man heeft zelf aangegeven dat tijdens de strafzitting waarschijnlijk wordt geadviseerd tot een klinische opname voor de duur van één jaar. Hoewel een opname of detentie op zichzelf geen reden is voor schorsing van iemands gezag, is het feit dat de ouders momenteel niet in staat zijn om met elkaar in gesprek te gaan over de kinderen en de zichtbare belasting van de vrouw dat wel. De rechtbank vindt het daarom belangrijk dat de komende tijd één ouder het voor het zeggen heeft, zodat de vrouw snel de nodige hulpverlening voor de kinderen in gang kan zetten.
De duur van de schorsing
2.6.
Gelet op de huidige opname van de man en de onduidelijkheid van het verdere verloop en de uitkomst van de strafzaak en het gebrek aan constructief overleg tussen partijen, ziet de rechtbank binnen afzienbare termijn geen verbetering in de communicatie tussen de ouders optreden. De rechtbank ziet in de genoemde omstandigheden wel reden om de duur van de schorsing te beperken. De rechtbank zal een termijn verbinden aan de schorsing van één jaar. Na dit jaar herleeft het gezamenlijk gezag weer. Mocht de vrouw menen dat gezamenlijk gezag tegen die tijd nog steeds niet mogelijk is, dan is het aan haar om tijdig een passend verzoek bij de rechtbank in te dienen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
schorst het gezag van de man over de minderjarigen:
  • [kind 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , en
  • [kind 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
voor de duur van één jaar, zodat de vrouw op dit moment alleen het gezag over de kinderen uitoefent;
3.2.
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. J.M. Klep, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2021.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.