ECLI:NL:RBGEL:2022:1260

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
C/05/400061 KG RK 22-102
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van alle rechters van de Rechtbank Gelderland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Op 2 maart 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van alle rechters van de rechtbank en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het verzoek werd ingediend door verzoeker, die zich als gemachtigde van verzoeker 2 presenteerde. In zijn verzoek stelde hij dat alle rechters partijdig en corrupt waren en dat zij niet de lijn van Rutten II tot en met IV hadden moeten volgen.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek zich niet specifiek richtte tegen de behandelend rechter op de kantonrolzitting van 16 februari 2022, maar tegen alle rechters van de rechtbank en het gerechtshof. De wrakingskamer oordeelde dat de wet geen grondslag biedt voor een dergelijk algemeen verzoek. Wrakingsverzoeken moeten gericht zijn tegen specifieke rechters die een bepaalde zaak behandelen en moeten gebaseerd zijn op concrete feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.

Aangezien verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangedragen die betrekking hebben op de behandeling van de civiele zaak, en gezien het feit dat verzoeker kennelijk geen vertrouwen heeft in de onafhankelijkheid van rechters in het algemeen, heeft de wrakingskamer besloten dat verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek kan worden ontvangen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/400061 KG RK 22-102
Beslissing van 2 maart 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker 1]
wonende te [woonplaats]
als gemachtigde van en namens,
[verzoeker 2]
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
alle rechters van deze rechtbank en van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden,
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van wraking van 16 februari 2022.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van "alle rechters in dienst van de Rechtbank Gelderland en in dienst van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden".
2.2.
Verzoeker verklaart ter onderbouwing van zijn wrakingsverzoek van de rechters: "Ik vind dat zij allemaal partijdig en corrupt zijn. Zij hadden niet de lijn van Rutten II tot en met IV moeten volgen, nadat de rechter [… 1] berust heeft in mijn wraking van [… 2].".

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer stelt op grond van verklaring van verzoeker vast dat het wrakingsverzoek zich niet specifiek richt tegen de behandelend rechter op de kantonrolzitting van 16 februari 2022, [… 3], maar zich richt tegen alle rechters van deze rechtbank en alle rechters van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daartoe geldt het volgende.
3.2
Voor een dergelijk verzoek biedt de wet geen grondslag. Wrakingsverzoeken kunnen alleen gericht zijn tegen rechters die een bepaalde zaak behandelen. Bovendien kan het verzoek alleen gebaseerd worden op concrete feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid
2
zaaknummer: C/05/400061 KG RK 22-102
schade zou kunnen lijden. Aan het wrakingsverzoek zijn geen concrete feiten of omstandigheden ten aanzien van de rechter ten grondslag gelegd, die betrekking hebben op de behandeling van de civiele zaak op de kantonrolzitting van 16 februari 2022. Verzoeker heeft kennelijk geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van rechters in het algemeen. Dit levert geen grond voor wraking op. Dit leidt ertoe dat verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek kan worden ontvangen. Voor een behandeling ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het wrakingsverzoek, maar aan dat debat wordt gezien het voorgaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.S.M. Bak, voorzitter, mr. M.J.H. Schuurman en mr. K. van Vlimmeren- van Ommen, leden, en in tegenwoordigheid van griffier [… 4] in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2022.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.