In deze zaak gaat het om een 11-jarige minderjarige, geboren als meisje, die zich identificeert als jongen en kampt met genderdysforie. De moeder verzoekt de rechtbank om vervangende toestemming voor het verstrekken van puberteitsremmende medicatie en het voortzetten van de psychologische behandeling bij PsyTrans. De vader verzet zich tegen deze verzoeken en vraagt om afwijzing, omdat hij vindt dat de minderjarige ouder moet zijn om dergelijke beslissingen te nemen en dat er eerst een second opinion van het Radboud UMC of UMC Amsterdam moet komen. De rechtbank heeft de minderjarige gehoord en stelt het belang van het kind centraal. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is om te starten met puberteitsremmende medicatie, omdat dit de ontwikkeling van vrouwelijke kenmerken kan remmen en de minderjarige de kans biedt om zijn gevoelens verder te onderzoeken. De rechtbank wijst het verzoek van de moeder toe en verbiedt de moeder om zonder toestemming van de vader medische gegevens over de minderjarige op sociale media te delen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.