Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
De Bosrand Putten,wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij in reconventie,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
1.1. Het procesverloop
- de dagvaarding van 24 januari 2022,
- de conclusie van antwoord, tevens van eis in reconventie,
- de mondelinge behandeling op 2 februari 2022. Van de zitting zijn aantekeningen gemaakt door de griffier.
- de e-mailcorrespondentie tussen de gemachtigden en de griffie, van 9 en 14 februari 2022, waarin vonnis wordt gevraagd.
Vervolgens is vonnis bepaald.
2.De feiten
€ 18.000,00 en huur van de kavel. [gedaagde] heeft in tuinaanleg en verbouwing van het chalet vervolgens € 22.000,00 geïnvesteerd.
3.De vorderingen
betwist ook dat sprake is van spoedeisend belang, alleen al omdat bij andere huurders een veel langere opzegtermijn is gehanteerd en daarnaast omdat nog geen (bouw)vergunning door [eiser] is aangevraagd of verkregen.
primair: [eiser] zal veroordelen de overeenkomst onder de met Bungalowpark Garderen B.V. overeengekomen voorwaarden voort te zetten,
subsidiair: voor het geval geoordeeld wordt dat is overeengekomen dat de huurovereenkomst tegen het eind van een kalenderjaar mag worden beëindigd: dit beding als onredelijk bezwarend te vernietigen,
meer subsidiair: voor het geval geoordeeld wordt dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden: te bepalen dat Van Zaten uiterlijk op 31 december 2023 zijn eigendom van
kavel 3 dient te verwijderen, waarbij [gedaagde] in de periode tussen 1 januari 2022 en de datum van ontruiming de met Bungalowpark Garderen B.V. overeengekomen tegenprestatie verschuldigd is,
met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en nakosten.
4.De beoordeling
Omdat de vorderingen betrekking hebben op een gehuurde kavel in Nederland is op grond van artikel 6 Rv de Nederlandse rechter bevoegd van de vordering kennis te nemen. Daarbij is de bevoegde rechter, gelet op de plaats van het onroerend goed in Putten, de Rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Apeldoorn.
Dat het chalet in theorie verplaatst kan worden naar een ander park mag zo zijn, dat is niet waarvoor [gedaagde] het gekocht heeft. Niet betwist is, dat de investeringen, die [gedaagde] heeft gedaan in het uiterlijk van de kavel, zijn gedaan als tuin voor het chalet en zonder het daarop geplaatste chalet niet zouden zijn gedaan. Hoewel de koopovereenkomst van het chalet en de huurovereenkomst van de kavel te onderscheiden overeenkomsten zijn, kan de totstandkoming van de huurovereenkomst niet los worden gezien van de omstandigheden rond de aankoop van het chalet en de toezeggingen die daarbij zijn gedaan. [naam 1] was immers niet alleen de verhuurder van de kavel, maar ook de (tussenpersoon voor de) verkoper van het chalet en de (middellijk) eigenaar/exploitant van het park.
4.9. Gelet op de uitkomst van de procedure bestaat aanleiding de proceskosten te compenseren.