Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring van de zijde van ADS,
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De feiten in het incident
“Niet ter beslechting voor aan de Raad van Deskundigen. Waar dan wel? Raad van Arbitrage?”, het volgende geantwoord: “
Neen, geschillen worden ter beslechting aan het bevoegd burgerlijk gezag, arrondissementsrechtbank te Arnhem, voorgelegd.”
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.De vordering in het incident
5.De beoordeling in het incident
met inbegrip van de nota’s van inlichtingen. Over de hier van belang zijnde vraag waar partijen hun geschillen kunnen voorleggen, zijn inlichtingen gevraagd. De gemeente Nijmegen heeft die inlichtingen verstrekt in de Nota van Inlichtingen van 4 juli 2012 (zie randnummer 2.4). Uit de gegeven inlichting volgt dat de gemeente Nijmegen de rechtbank Arnhem als geschilbeslechtende instantie heeft aangewezen. Deze inlichting sluit aan bij de aanbestedingsleidraad van 30 mei 2012, waarin in artikel 5.4 (zie randnummer 2.3) de Rechtbank te Arnhem als geschilbeslechtende instantie is aangewezen. Gelet op de in artikel 3 lid 2 van de Basisovereenkomst bepaalde rangorde van de contractdocumenten (zie randnummer 2.5), is de Basisovereenkomst met inbegrip van de nota van inlichtingen leidend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gemeente Nijmegen uitdrukkelijk is afgeweken van de arbitrageclausule in de UAV-GC 2005 en de burgerlijke rechter, meer specifiek de rechtbank te Arnhem, heeft aangewezen als geschilbeslechtende instantie. De rechtbank volgt ADS niet in haar stelling dat niet toegekomen wordt aan het toepassen van de rangregeling van artikel 3 van de Basisovereenkomst. De contractdocumenten, waarvan zowel de Basisovereenkomst met inbegrip van de nota van inlichtingen als de UAV-GC 2005 deel uitmaken, zijn wel degelijk onderling tegenstrijdig nu zij verschillende geschilbeslechtende instanties aanwijzen.