Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[rechthebbende] ,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter te Zutphen op 5 januari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Praktijk Aradia, vertegenwoordigd door gemachtigde M. Hennen, en de bewindvoerder van [rechthebbende]. De eiseres, Praktijk Aradia, heeft een vordering ingesteld tegen de bewindvoerder, omdat er facturen zijn verzonden voor paramedische behandelingen die zijn uitgevoerd voor [rechthebbende]. De bewindvoerder heeft echter gesteld dat er geen toestemming is gegeven voor deze behandelingen en dat zij daarom niet verplicht is om de facturen te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel [rechthebbende] onder bewind is gesteld, dit niet betekent dat zij handelingsonbekwaam is voor het aangaan van behandelingen. De rechter oordeelde dat de bewindvoerder de facturen moet betalen, omdat [rechthebbende] bevoegd was om de behandelingsovereenkomsten aan te gaan. De vordering van Praktijk Aradia tot betaling van € 332,50 werd toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf 26 november 2020. De bewindvoerder werd ook veroordeeld in de proceskosten en nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.