Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 april 2021
- de het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 juli 2021 en het verkorte proces-verbaal van de voorzetting van de mondelinge behandeling van 2 februari 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
- gerechtskosten in Duitsland: € 29.022,54,
- materiële schade, het loon statutair directeur: € 46.000,00,
- immateriële schade als gevolg van detentie: € 58.400,00,
- reputatieschade: € 50.000,00.
3.736,50(1,5 punten × tarief € 2.491,00)