In deze zaak heeft eiser, [Eiser A] te [plaats B], beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk, omdat volgens hem niet tijdig op zijn bezwaar is beslist na de vernietiging van het besluit op bezwaar door de rechtbank Gelderland op 18 mei 2021. De rechtbank heeft in die eerdere uitspraak bepaald dat verweerder opnieuw op het bezwaar moest beslissen, maar eiser stelt dat dit niet binnen de gestelde termijn is gebeurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijke beslistermijn van twaalf weken heeft beslist en dat eiser verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder al een dwangsom van € 1.442 heeft verbeurd, omdat hij niet tijdig heeft beslist. Eiser krijgt gelijk, en de rechtbank ziet geen aanleiding om inhoudelijk op de zaak te beslissen of de bestreden vergunning te vernietigen. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht van € 181.
De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 18 januari 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.