ECLI:NL:RBGEL:2022:2051
Rechtbank Gelderland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstek in consumentenkredietzaak met informatieverplichtingen en kredietwaardigheidstoets
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 6 april 2022 een vonnis gewezen in een consumentenkredietkwestie. De eiser, vertegenwoordigd door De Schout Gerechtsdeurwaarders B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De eiser vordert een betaling van € 4.724,25, vermeerderd met een contractuele kredietvergoeding van 14% per jaar, als gevolg van een niet nagekomen kredietovereenkomst die op 27 mei 2018 is gesloten. De eiser stelt dat de gedaagde zich niet aan zijn betalingsverplichtingen heeft gehouden, ondanks een intensief aanmaningstraject.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser niet voldoende concrete informatie heeft verstrekt over de informatieverplichtingen en de kredietwaardigheidstoets die vereist zijn volgens de relevante wetgeving, waaronder de artikelen 7:59 tot en met 7:61 BW en 4:34 Wft. De eiser is in de gelegenheid gesteld om de benodigde gegevens en bewijsstukken aan te leveren, zodat de kantonrechter ambtshalve kan toetsen of aan de wettelijke vereisten is voldaan. De rechter heeft ook aangegeven dat als de kredietovereenkomst vernietigd wordt wegens schending van de informatieplicht, de gedaagde het geleende bedrag zonder rentevergoeding moet terugbetalen en de eiser de betaalde rente moet teruggeven.
De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de eiser de gelegenheid krijgt om de stellingen in de dagvaarding toe te lichten en de benodigde informatie te verstrekken. De rechter heeft bepaald dat als de eiser de eis of de gronden daarvan verandert, dit aan de gedaagde moet worden betekend, en dat de kosten van betekening voor rekening van de eiser komen. De verdere beslissing is aangehouden tot de rolzitting vier weken na de datum van het vonnis.