ECLI:NL:RBGEL:2022:2209

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
C/05/394748 / HZ ZA 21-347
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van overeenkomst van aanneming van werk met betrekking tot aanleg van signaalkabels

In deze zaak vordert Baas B.V. betaling van Clever in Solutions B.V. uit hoofde van een overeenkomst van aanneming van werk voor de aanleg van signaalkabels voor de projecten ‘Het Kleine Loo’ en ‘De Stede’ in Den Haag. De overeenkomst werd gesloten na een offerte van Baas B.V. van € 26.600,00, die door Clever in Solutions B.V. werd aanvaard. Na de uitvoering van de werkzaamheden heeft Baas B.V. eindafrekeningen verzonden, maar Clever in Solutions B.V. heeft de factuur niet voldaan, wat leidde tot deze rechtszaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van aanneming van werk is gesloten en dat Clever in Solutions B.V. haar verplichtingen niet is nagekomen door de factuur niet te betalen. De rechtbank oordeelt dat de vordering van Baas B.V. tot betaling van € 26.682,16, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, toewijsbaar is. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Baas B.V. toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de stellingen van Clever in Solutions B.V. over niet-uitgevoerde werkzaamheden en onjuiste facturering onvoldoende onderbouwd zijn. De rechtbank heeft de vordering van Baas B.V. in zijn geheel toegewezen, inclusief de wettelijke rente over de hoofdsom en de buitengerechtelijke incassokosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/394748 / HZ ZA 21-347
Vonnis van 4 mei 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAAS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. L.J.A. Bettings te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEVER IN SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Elburg,
gedaagde,
advocaat mr. M.R.E. Makkinje te Lelystad.
Partijen zullen hierna Baas B.V. en Clever in Solutions B.V. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 29 december 2021
  • de akte overlegging producties met producties 23 tot en met 27 van Baas B.V.
  • de akte overlegging producties met producties 3 tot en met 6 van Clever in Solutions B.V.
  • de akte overlegging producties met producties 28 en 29 van Baas B.V.
  • de akte overlegging producties met producties 7 en 8 van Clever in Solutions B.V.
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 maart 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Clever in Solutions B.V. heeft Baas B.V. omstreeks oktober 2020 benaderd met het verzoek om voor de projecten ‘Het Kleine Loo’ en ‘De Stede’ in Den Haag werkzaamheden te verrichten, bestaande uit het aanleggen van signaalkabels voor het verliespreventiesysteem van winkelwagens van Albert Heijn.
2.2.
Op 17 maart 2021 heeft Baas B.V. haar offerte van een bedrag van in totaal € 26.600,00 voor het verrichten van de voornoemde werkzaamheden toegezonden. In deze offerte is onder meer het volgende opgenomen (productie 3 bij dagvaarding):
Onze offerte is gebaseerd op:
  • Diverse gesprekken en mailcommunicatie in de afgelopen periode;
  • Tekening De Stede met nr. 21201520-2-D d.d. 03/03/21;
  • Tekening Het Kleine Loo met nr. 21201520-1-D d.d. 03/03/21;
  • Het gesprek op locatie met de toezichthouder van de gemeente;
  • De door de gemeente verstrekte vergunning.
Prijsspecificatie:
Met inachtneming van vermelde voorwaarden en uitgangspunten en met toepassing van de overeengekomen projectkorting van € 1.500,=, kunnen wij de werkzaamheden t.b.v. project De Stede uitvoeren voor
het bedrag van € 19.000,00
Zegge: negentienduizend euro (exclusief btw).
Voor het toepassen van verkeersmaatregelen en boombescherming zoals door de gemeente vereist, brengen wij aanvullend onderstaande meerprijs in rekening
meerprijs € 1.600,00
Zegge: éénduizendzeshonderd euro (exclusief btw).
Met inachtneming van vermelde voorwaarden en uitgangspunten en met toepassing van de overeengekomen projectkorting van € 1.500,=, kunnen wij de werkzaamheden t.b.v. project Het Kleine Loo uitvoeren voor
het bedrag van € 5.700,00
Zegge: vijfduizendzevenhonderd euro (exclusief btw).
Voor het toepassen van verkeersmaatregelen zoals door de gemeente vereist, brengen wij aanvullend onderstaande meerprijs in rekening
meerprijs € 300,00
Zegge: driehonderd euro (exclusief btw).
In deze offerte:
  • Het doen van de KLIC-melding en het opvolgen van de daaruit voortvloeiende afstemming met netbeheerders;
  • Het toepassen van de door de wegbeheerder/gemeente voorgeschreven verkeersmaatregelen;
  • Het toepassen van de door de gemeente voorgeschreven boombescherming;
  • Het opnemen van de bestrating;
  • Het graven van de sleuf;
  • Het aanbrengen van de signaalkabel;
  • Het aanvullen van de sleuf;
  • Het terugplaatsen van de bestrating conform de eisen van de gemeente;
  • Leveren en aanbrengen van mantelbuis 50 mm, voorzien van trekkoord;
  • Het analoog inmeten en digitaal verwerken en aanleveren van de revisie
  • Het uitgangspunt voor de in deze offerte meegenomen aantallen, zie bijlage 1 en 2.
(…)
Niet in deze offerte:
(…)

Exclusief boren gaten t.b.v. invoer suplyline kabel (…)
Leveringsvoorwaarden:
(…)

Betalingsvoorstel:
100% per locatie, bij oplevering van de locatie
Betaling binnen 30 dagen na factuurdatum.’
2.3.
Clever in Solutions B.V. heeft deze offerte aanvaard, waarmee een overeenkomst van aanneming van werk tussen partijen tot stand is gekomen. Baas B.V. is vervolgens gestart met het uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden.
2.4.
Op 22 april 2021 heeft Baas B.V. eindafrekeningen voor beide projecten toegezonden. Clever in Solutions B.V. heeft in reactie daarop Baas B.V. bij e-mail van 30 april 2021 als volgt bericht (productie 1 bij conclusie van antwoord):
‘Bedankt voor de opgave. Vooraf is er een offerte is getekend met een projectprijs voor De Stede van € 19.000,-- en voor Het Kleine Loo van € 5.700,--. Ik vertrouw erop dat deze bedragen worden aangehouden op de volgende wijzigingen na:

De aanvulling bij De Stede is het boren van een gat in de gevel met een kostprijs van € 82,16.

Wij hebben afgelopen week bij jullie op kantoor in Foxhol gesproken over het post “Aan / Afvoer materiaal “t.w.v. € 900,-- voor zowel De Stede en Het Kleine Loo. Hierbij is er door ons aangegeven dat er geen enkele aan of afvoer van materiaal is waargenomen door zowel [betrokkene 1] en mijzelf. Hierbij gaf jij aan dat het reis en verblijfkosten zijn van de 3 medewerkers. Naar mijn mening is dit niet juist. Graag deze posten verwijderen bij beide installaties.

In de getekende offerte is bij uitgangspunten vastgelegd dat de signaalkabel wordt aangelegd op 30 cm dek. Dat is bij Het Kleine Loo niet gedaan en is de signaalkabel direct onder de tegel gelegd. Hiermee zijn vele arbeidsuren bespaart. Graag een verrekening hiervan in de afrekening bij Het Kleine Loo.’
2.5.
Baas B.V. heeft per e-mail van 30 april 2021 aangepaste eindafrekeningen aan Clever in Solutions B.V. verzonden. Clever in Solutions B.V. heeft Baas B.V. in reactie daarop bij brief van 10 mei 2021 onder meer als volgt bericht (productie 7 bij dagvaarding):
‘Met betrekking tot de eindafrekening voor het graafwerk voor de Gatekeeper installatie bij zowel De Stede als Het Kleine Loo in Den Haag hebben wij opgemerkt dat er diverse zaken afwijken of anders zijn voorgesteld dan de werkelijkheid is als overeengekomen in de getekende offerte. Deze zaken zijn; wij zijn van mening dat er bedragen op de eindafrekening in rekening worden gebracht waar geen werkzaamheden tegenover hebben gestaan en onjuiste argumenten worden gebruikt om deze bedragen op te voeren op de eindafrekening, minder werkzaamheden zijn uitgevoerd dan opgegeven, onjuiste omschrijving van onterechte kosten worden opgegeven en werkzaamheden niet zijn uitgevoerd zoals omschreven in de offerte. (…)
Wij betreuren deze gang van zaken en zien graag een gecorrigeerde eindafrekening tegemoet.’
2.6.
Baas B.V. heeft bij e-mail van 19 mei 2021 onder meer als volgt op de voornoemde brief gereageerd (productie 8 bij dagvaarding):
(…)
‘Het totaal van meer- en minderwerk vertegenwoordigt een totaalbedrag van ca. € 1.400,=. Hiervan brengen wij alleen de kosten voor het boren van het gat à € 82,16 in rekening, omdat wij daar expliciet opdracht hebben ontvangen. Het overige meer- en minderwerk hebben wij, net als onze kosten voor de engineering, vergunning, etc., (ca. € 6.000,=) niet in rekening gebracht in het kader van de voorgenomen samenwerking. Samen met de door ons gegeven korting van € 3.000,=, is jullie voordeel dus meer dan 10k.
Zoals aangegeven zijn wij van mening dat wij de werkzaamheden conform opdracht hebben uitgevoerd en dat het meer- en minderwerk in overleg met jullie is bepaald. Het meerwerk voor het boren van het gat brengen wij in rekening. Het saldo van minderwerk hebben wij laten wegvallen tegen het overige meerwerk, ondanks dat dat meerwerk een veel grotere waarde vertegenwoordigt dan het minderwerk, zoals je kan terugvinden in de door ons aangeleverde productie. Daarmee zijn wij onze contractuele verplichtingen volledig nagekomen.
Op vrijdag 21 mei a.s. zullen wij onze factuur à €.26.682,16 excl. BTW indienen. Wij vertrouwen erop dat onze toelichting voldoende is en onze factuur tijdig betaalbaar zal worden gesteld.’
2.7.
Bij e-mail van 21 mei 2021 heeft Baas B.V. haar eindfactuur van € 26.600,00 aan Clever in Solutions B.V. toegezonden.
2.8.
Clever in Solutions B.V. heeft Baas B.V. in reactie daarop bij e-mail van diezelfde dag aangegeven de toegezonden factuur niet te zullen voldoen. Als reden daarvoor verwijst zij naar de bij deze e-mail gevoegde eerder aan Baas B.V. verzonden brief van 10 mei 2021 (zie onder 2.5).
2.9.
Baas B.V. reageert bij e-mail van eveneens diezelfde dag (21 mei 2021) onder meer als volgt (productie 12 bij dagvaarding):
(…)
‘Zoals u ongetwijfeld bekend is, hebben wij in opdracht en voor rekening van u werkzaamheden verricht t.b.v. de projecten ‘De Stede’ en ‘Het Loo’ te Den Haag. Onze offerte met referentie 2103-1296 d.d. 17 maart jl. ligt ten grondslag aan onze werkzaamheden. Onze werkzaamheden zijn aangevangen nadat voornoemde offerte door u akkoord is bevonden.
Mijn collega [betrokkene 2] heeft u op 19 mei jl. reeds een uitgebreide (en nadere) toelichting gegeven op de punten die u in uw reactie noemt. (…)
Gelet op het bovenstaande maken wij onverkort aanspraak op betaling van de gefactureerde en gerechtvaardigde vergoedingen voor de door ons uitgevoerde werkzaamheden. Voor de volledigheid willen wij u erop attenderen dat u in verzuim komt te verkeren indien u onze factuur niet tijd voldoet. In dat geval zullen wij tevens aanspraak maken op vergoeding van de wettelijke rente alsook eventuele buitengerechtelijke incassokosten. (…)’
2.10.
Nadien heeft nog correspondentie over en weer plaatsgevonden, waarbij partijen niet van hun standpunt zijn afgeweken. Clever in Solutions B.V. heeft de door Baas B.V. verzonden eindfactuur niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Baas B.V. vordert dat de rechtbank bij voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
1. Clever in Solutions B.V. zal veroordelen tot betaling van het bedrag van € 28.413,24, zoals gespecificeerd bij rnr. 3.16 van de dagvaarding, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het bedrag van € 27.372,24, te berekenen over de periode van 16 oktober 2021 tot de dag van volledige voldoening;
2. Clever in Solutions B.V. zal veroordelen in de kosten van het geding en zal bepalen dat Clever in Solutions B.V. over het bedrag van de proceskostenveroordeling de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 lid 1 BW verschuldigd zal zijn indien zij dat niet binnen 14 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan Baas B.V. heeft voldaan;
3. Clever in Solutions B.V. zal veroordelen in de nakosten van dit geding, vast te stellen conform het liquidatietarief voor de rechtbanken en hoven, althans te begroten op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.
Onder nummer 1 wordt verwezen naar de navolgende onder randnummer 3.16 van de dagvaarding opgenomen specificatie:
  • Hoofdsom € 26.682,16
  • wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW, voorlopig berekend
over de periode van 20 juni 2021 tot en met 15 oktober 2021 € 690,08
- incassokosten, berekend conform BIK
€ 1.041,00+
totaal€ 28.413,24
3.2.
Baas B.V. legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Clever in Solutions B.V. schendt haar verplichtingen uit de overeenkomst, door het bedrag van de factuur -ten onrechte- onbetaald te laten. Baas B.V. ziet zich dan ook genoodzaakt om in rechte te vorderen dat Clever in Solutions B.V. tot betaling van de factuur wordt veroordeeld. Clever in Solutions B.V. is tekortgeschoten in de nakoming van haar terugbetalingsverplichting uit hoofde van de overeenkomst met Baas B.V. Haar verzuim is van rechtswege ingetreden nu zij de vordering niet binnen de overeengekomen en op de factuur vermelde termijn heeft voldaan (artikel 6:83 aanhef en sub a BW). Daarnaast is het verzuim van Clever in Solutions B.V. van rechtswege ingetreden nu onder meer uit de mail van 21 mei 2021 van Clever in Solutions B.V. ondubbelzinnig blijkt dat zij niet bereid is de vordering van Baas B.V. te voldoen en zodoende tekort zal schieten in de nakoming van haar betalingsverplichting (art. 6:83 aanhef en sub c BW).

4.Het verweer

4.1.
Clever in Solutions B.V. concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Baas B.V. in haar vordering dan wel tot afwijzing van haar vordering, althans dat aan het vonnis de uitvoerbaarheid bij voorraad wordt onthouden, met veroordeling van Baas B.V. (uitvoerbaar bij voorraad) in de kosten van het geding.
4.2.
Ter onderbouwing van dit standpunt betwist Clever in Solutions B.V. in de eerste plaats dat er sprake is van een opeisbare vordering. Ook betwist zij dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van haar betalingsverplichtingen en betwist zij in verzuim te verkeren. Voor zover de rechtbank meent dat wel sprake is van verzuim stelt Clever in Solutions B.V. dat Baas B.V. in verzuim verkeert en dat dit verzuim een einde maakt aan het verzuim van Clever in Solutions B.V. op grond van artikel 6:61 lid 1 BW. Verder stelt Clever in Solutions B.V. zich op het standpunt dat zij niet gehouden is de (gehele) eindfactuur van Baas B.V. te voldoen, omdat er werkzaamheden worden gefactureerd die niet zijn verricht, er minder werkzaamheden zijn uitgevoerd dan zijn opgenomen in de eindfactuur, er sprake is van een incorrecte beschrijving van in rekening gebrachte kosten en werkzaamheden onjuist zijn uitgevoerd althans niet overeenkomstig de tussen partijen gemaakte afspraken zijn uitgevoerd. Het verweer van Clever in Solutions B.V. zal hieronder waar nodig aan de orde komen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank begrijpt dat de vordering van Baas B.V. strekt tot nakoming door Clever in Solutions B.V. van haar betalingsverplichting, volgend uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van aanneming.
Vordering Baas B.V. opeisbaar?
5.2.
Het verweer van Clever in Solutions B.V. houdt in de eerste plaats de betwisting in dat de vordering tot een bedrag van (in hoofdsom) € 26.682,16 opeisbaar is omdat, zo begrijpt de rechtbank, er nooit een factuur tot een bedrag van € 26.682,16 is verstuurd.
Het antwoord op de vraag wanneer een vordering opeisbaar is volgt uit artikel 6:38 BW. In dat artikel is bepaald dat partijen zelf een termijn voor de nakoming kunnen bepalen (en dus wanneer de vordering opeisbaar is) en dat, als partijen daarover niets hebben afgesproken, de vordering meteen opeisbaar is. Het al dan niet verzenden van een factuur is dus niet relevant voor het antwoord op de vraag of een vordering opeisbaar is of niet en kan Clever in Solutions B.V. dan ook niet baten.
Vaste prijs ex artikel 7:750 BW?
5.3.
Dat Clever in Solutions B.V. op grond van de overeenkomt een bedrag aan Baas B.V. is verschuldigd, is niet tussen partijen in geschil. Wat partijen wel verdeeld houdt is de vraag welk bedrag Clever in Solutions B.V. op grond van de overeenkomst aan Baas B.V. is verschuldigd.
5.4.
Baas B.V. stelt zich op het standpunt dat een vaste prijs van € 26.600,00 is overeengekomen. Verder is er meerwerk in opdracht van Clever in Solutions B.V. verricht tot een bedrag van € 82,16. Dit laatste is door Clever in Solutions B.V. bij conclusie van antwoord erkend en staat daar mee vast. Ten aanzien van het overige deel van de vordering betwist Clever in Solutions B.V. dat een vaste prijs is overeengekomen. Zij heeft in dat kader onder meer aangevoerd dat er bepaalde werkzaamheden die als post in de offerte zijn opgenomen niet zijn verricht en dat je dan niet kunt zeggen dat er een vaste prijs is overeengekomen. Verder is tussen partijen gesproken over meer- en minderwerk en dat daarvan bij een vaste aanneemsom geen sprake is. Clever in Solutions B.V. is er verder nooit van uitgegaan dat een vaste prijs is overeengekomen en dat er een vaste prijs zou zijn overeengekomen blijkt ook niet uit de offerte.
5.5.
In artikel 7:750 lid 1 BW is bepaald dat aanneming van werk de overeenkomst is waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld. Artikel 7:752 lid 1 BW bepaalt dat als bij het sluiten van de overeenkomst geen prijs is bepaald, of slechts een richtprijs, de opdrachtgever een redelijke prijs is verschuldigd. De vraag of een vaste prijs is overeengekomen is een kwestie van uitleg, waarbij het niet alleen aankomt op een taalkundige uitleg van de in de overeenkomst tussen partijen opgenomen bewoordingen, maar ook op de zin die partijen daaraan en aan elkaars gedragingen over en weer mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad (HR 21 juni 1968,
NJ1968, 290 (Van der Zee/Martens) rust de stelplicht en bewijslast dat een vaste prijs is overeengekomen bij de partij die zich daarop beroept, in dit geval Baas B.V.
5.6.
Vast staat dat Clever in Solutions B.V. Baas B.V. omstreeks oktober 2020 heeft benaderd met het verzoek om voor de projecten ‘Het Kleine Loo’ en ‘De Stede’ in Den Haag werkzaamheden te verrichten, bestaande uit het aanleggen van signaalkabels voor het verliespreventiesysteem van winkelwagens van Albert Heijn. Over het verdere verloop heeft Baas B.V. -door Clever in Solutions B.V. onweersproken- het volgende gesteld. Clever in Solutions B.V. heeft aan Baas B.V. heeft toegelicht wat zij in het kader van de door Baas B.V. te verrichten werkzaamheden van Baas B.V. verwachtte, waarna medewerkers van partijen op de beide locaties zijn geweest om de situatie ter plaatse te bekijken en de benodigde metingen te verrichten. Op basis van deze metingen en de correspondentie en overleggen die nadien nog tussen partijen hebben plaatsgevonden heeft Baas B.V. kostenramingen opgesteld. Partijen hebben vervolgens nog nader onderhandeld over onder meer de prijs voor de werkzaamheden. Uiteindelijk heeft Baas B.V. op 17 maart 2021 een definitieve offerte aan Clever in Solutions B.V. uitgebracht voor een totale aanneemsom van € 26.600,00.
5.7.
De voornoemde gang van zaken, waarbij na het bespreken van de door Baas B.V. te verrichten werkzaamheden is onderhandeld over de prijs voor deze werkzaamheden, in combinatie met de tekst van de offerte (als geciteerd onder 2.2.), laat geen andere conclusie toe dan dat partijen voor de in de offerte omschreven werkzaamheden een vaste prijs zijn overeengekomen. Het feit dat bepaalde werkzaamheden niet zouden zijn verricht (zoals Clever in Solutions B.V. in het kader van haar verweer heeft aangevoerd) leidt -ook als dit zou komen vast te staan- niet tot de conclusie dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst geen vaste prijs zijn overeengekomen. Verder geldt dat als er nadien is gesproken over meer- en minderwerk, dit evenmin tot de conclusie leidt dat geen vaste prijs is overeengekomen. Het is immers mogelijk dat de overeengekomen (vaste) prijs nadien nog wijziging ondergaat ten gevolge van de verrekening van meer- en/of minderwerk (artikel 7:755 BW). Nu Clever in Solutions B.V. haar betwisting dat een vaste prijs is overeengekomen niet verder heeft gemotiveerd (de enkele stelling dat zij er nooit van uit is gegaan dat een vaste prijs is overeengekomen is, mede gelet op hetgeen Baas B.V. heeft gesteld, onvoldoende) komt vast te staan dat partijen een vaste prijs zijn overeengekomen.
5.8.
Het feit dat een vaste prijs is afgesproken, maakt dat de aannemer (Baas B.V.) in beginsel niet gehouden is om verantwoording af te leggen over wijze waarop hij de door de opdrachtgever betaalde prijs besteedt. Een overeengekomen vaste prijs brengt namelijk mee dat de aannemer de kosten van de uitvoering van de opdracht en daarmee (in beginsel) het risico van financiële tegenvallers draagt. Daar staat dan weer tegenover dat de aannemer in staat is winst te maken als de opbrengst van de transactie hoger is dan de kosten van de uitvoering ervan. Het voorgaande betekent dat als het overeengekomen werk tot stand is gebracht en is opgeleverd, de opdrachtgever de vaste prijs is verschuldigd.
5.9.
Clever in Solutions B.V. heeft zich in het kader van haar verweer op het standpunt gesteld niet gehouden te zijn de (gehele) eindfactuur van Baas B.V. te voldoen, omdat (i) er werkzaamheden worden gefactureerd die niet zijn verricht, (ii) er minder werkzaamheden zijn uitgevoerd dan zijn opgenomen in de eindfactuur, (iii) er sprake is van een incorrecte beschrijving van in rekening gebrachte kosten en (iv) werkzaamheden onjuist zijn uitgevoerd althans niet overeenkomstig de tussen partijen gemaakte afspraken zijn uitgevoerd. Gelet op het feit dat een vaste prijs is overeengekomen en de gevolgen daarvan als weergegeven onder 5.8 is de vraag of en zo ja, welk onderdeel of welke onderdelen van dit verweer Clever in Solutions B.V. kan of kunnen baten.
5.10.
Voor zover het onder 5.9 weergegeven verweer van Clever in Solutions B.V. neerkomt op de wijze waarop de door de opdrachtgever betaalde prijs is besteed, behoeft dit verweer geen bespreking meer. Het betreft achtereenvolgens de standpunten dat er minder arbeidsuren zijn verricht dan door Baas B.V. op voorhand aangegeven, dat er een besparing van 250 meter aan graafwerkzaamheden is geweest omdat de signaalkabel gedeeltelijk over een luifel is gelegd en er dus geen sleuf hoefde te worden gegraven, dat een deel van de werkzaamheden niet handmatig maar met een graafmachine is verricht, dat de kosten die in rekening zijn gebracht voor de aan- en afvoer van materialen niet redelijk zijn en dat er over een afstand van 50 meter geen graafwerkzaamheden zijn verricht.
5.11.
Voor zover het verweer neer komt op een betwisting dat werkzaamheden waar de vaste prijs tegenover staat (überhaupt) zijn verricht, ligt dat anders. Als een prestatie niet is verricht, kan geen nakoming worden gevorderd van de daar tegenover staande verplichting (de betaling van de voor die prestatie overeengekomen prijs). In het hiernavolgende zullen die onderdelen van het onder 5.9 verweer worden besproken die neerkomen op een dergelijk betwisting. Het betreft de werkzaamheden ter zake het verrichten van verkeersmaatregelen en boombescherming (ten aanzien van welke werkzaamheden per project los van de overige werkzaamheden een vaste prijs is overeengekomen) en het verrichten van zogenaamde KLIC meldingen.
Verkeersmaatregelen en boombescherming
5.12.
Clever in Solutions B.V. betwist dat Baas B.V. de geoffreerde werkzaamheden ‘toepassen van verkeersmaatregelen en boombescherming zoals door de gemeente vereist’ heeft verricht (ten aanzien van beide projecten). Zij heeft in dit kader in de eerste plaats aangevoerd gedurende de werkzaamheden meermaals langs te zijn geweest en daarbij te hebben waargenomen dat geen gebruik is gemaakt van de geoffreerde boombeschermers.
5.13.
Baas B.V. heeft ter onderbouwing van haar stelling dat de boombescherming is aangebracht gewezen op een e-mail van 19 mei 2021 van [betrokkene 2] (productie 8 bij dagvaarding) waarin hij onder meer het volgende opmerkt:
‘Dat je geen boombeschermers hebt aangetroffen verbaast me, want die hebben we wel toegepast. Dat dit niet in een vergunning is beschreven, wil nog niet zeggen dat dat niet gebruikelijk is in een omgeving met veel bomen. Wij hebben vooraf ingeschat dat dit nodig was en om die reden ook meegenomen in onze offerte. Dit is voorafgaand aan de werkzaamheden ook aangegeven door de toezichthouder bij een mondeling overleg dat we op het werk hadden.’
5.14.
Clever in Solutions B.V. heeft hier niet meer inhoudelijk op gereageerd. Dat betekent dat Clever in Solutions B.V. tegenover de onderbouwde stelling van Baas B.V. onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de boombescherming is aangebracht: de enkele toelichting dat zij meermalen langs is geweest en dat zij daarbij niet heeft gezien dat de boombescherming was aangebracht is onvoldoende. Daarom komt vast te staan dat Baas B.V. de overeengekomen werkzaamheden van het aanbrengen van de boombescherming heeft verricht.
5.15.
Verder heeft Clever in Solutions B.V. ook in het kader van haar betwisting dat Baas B.V. de geoffreerde werkzaamheden ter zake het toepassen van verkeersmaatregelen zoals door de gemeente vereist heeft genomen aangevoerd gedurende de werkzaamheden meermaals langs te zijn geweest en daarbij te hebben waargenomen dat deze maatregelen niet door Baas B.V. waren genomen.
5.16.
Baas B.V. heeft gesteld de overeengekomen verkeersmaatregelen te hebben verricht en in dat kader aangevoerd dat dit onder meer volgt uit de plannen die onderdeel waren van de vergunning voor de werkzaamheden voor project De Stede en de tekeningen waarop de verkeersplannen ten aanzien van het Kleine Loo zijn uitgewerkt. De betreffende tekeningen zijn bij dagvaarding overgelegd. In reactie op het verweer van Clever in Solutions B.V. heeft Baas B.V. voorts e-mailcorrespondentie in het geding gebracht die is gevoerd met het bedrijf waarbij zij voor beide projecten verkeersborden en verkeersafzettingen heeft besteld. Daarin is te lezen dat Baas B.V. het verzoek heeft gedaan de betreffende materialen te leveren en ook dat (toen deze zaken niet meer nodig waren) zij heeft verzocht om de materialen weer af te melden en op te halen. Ook heeft Baas B.V. foto’s in het geding gebracht, waarbij zij opmerkt dat het foto’s betreft die werknemers van Baas B.V. gedurende de werkzaamheden hebben gemaakt van de situatie ter plaatse. Op deze foto’s zijn verkeersborden- en afzettingen te zien, waarbij Baas B.V. opmerkt dat deze zijn geplaatst om de verkeerssituatie op de locaties van de projecten te regelen. Ten slotte heeft Baas B.V. eigen verkeersregelaars ingezet.
5.17.
Clever in Solutions B.V. heeft niet meer inhoudelijk gereageerd op voornoemde reactie van Baas B.V., anders dan met de opmerking dat zij het bedrag ter zake de verkeersmaatregelen niet zou zijn verschuldigd omdat partijen overeengekomen zouden zijn dat externe verkeersregelaars ingezet zouden worden (en dit niet is gebeurd). Los van het feit dat dit verweer haar evenmin kan baten (hetgeen hierna uiteen zal worden gezet) had het gelet op de uitgebreide reactie van Baas B.V. op haar weg gelegen hier nader op in te gaan en kon zij niet volstaan met de toelichting meermalen te zijn langs geweest en daarbij te hebben waargenomen dat de verkeersmaatregelen niet waren genomen.
5.18.
Het verweer dat partijen overeen zouden zijn gekomen dat externe verkeersregelaars ingezet zouden worden (als hiervoor weergegeven) kan Clever in Solutions B.V. evenmin baten. Uit de offerte volgt niet dat overeengekomen is dat Baas B.V. externe verkeersregelaars zou inzetten. Verder heeft Baas B.V. in dit kader gesteld dat de gemeente kan verlangen dat er externe regelaars worden ingezet, maar dat gedurende het project met de gemeente is overeengekomen dat externe verkeersregelaars niet nodig waren als de werkzaamheden langs het fietspad voor 07.30 uur werden afgerond. Daarom heeft Baas B.V. besloten deze verkeersmaatregelen zelf uit te voeren. Los van het feit dat dit haar vrij stond omdat met Clever in Solutions B.V. overeen is gekomen dat de verkeersmaatregelen conform de eisen van de gemeente zouden worden uitgevoerd en dit is gebeurd, geldt bovendien dat Baas B.V. in haar offerte voor de post ‘toepassen verkeersmaatregelen’ haar tarief heeft vermeld en niet het tarief van een derde, aldus Baas B.V.
5.19.
Clever in Solutions B.V. heeft in dit kader slechts aangevoerd dat Baas B.V. tijdens de onderhandelingen te kennen heeft gegeven dat de gemeente verlangt dat externe gediplomeerde verkeersregelaars worden ingezet. Het feit evenwel dat tijdens de onderhandelingen is gesproken over het inzetten van externe verkeersregelaars (hetgeen door Baas B.V. ook niet is weersproken) maakt nog niet dat dit ook tussen partijen is overeengekomen. Gelet op de onderbouwing van Baas B.V. op dit punt (als hiervoor onder 5.18 weergegeven) heeft Clever in Solutions B.V. haar betwisting onvoldoende gemotiveerd. Dit verweer kan Clever in Solutions B.V. dus niet baten.
5.20.
Hetgeen onder 5.15 tot en met 5.19 is overwogen maakt dat vast komt te staan dat de overeengekomen werkzaamheden ter zake het treffen van verkeersmaatregelen door Baas B.V. zijn verricht.
KLIC melding(en)
5.21.
Verder betwist Clever in Solutions B.V. dat de geoffreerde werkzaamheden in het kader van het doen van een KLIC melding zijn verricht. Tussen partijen is niet in geschil dat Baas B.V. voor beide projecten een eerste KLIC melding heeft verricht. Clever in Solutions B.V. voert in het kader van haar betwisting evenwel aan dat overeengekomen is dat Baas B.V. per project twee KLIC meldingen zou doen (een voorafgaand en een na afronding van de werkzaamheden) en dat zij de tweede KLIC melding niet heeft gedaan. Baas B.V. stelt dat partijen dit niet zijn overeengekomen.
5.22.
Ook hier geldt dat uit de offerte en bijlagen waarop de per project te verrichten werkzaamheden staan vermeld niet blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat Baas B.V. twee KLIC meldingen zou verrichten. Sterker, uit de offerte volgt dat overeengekomen is dat 1 KLIC melding zou worden gedaan. De bijlagen 1 en 2 bij de offerte vermelden één KLIC melding en bovendien staat vermeld dat in de offerte is begrepen (o.a.) ‘het doen van de KLIC-melding [enkelvoud, rb] en het opvolgen van de daaruit voortvloeiende afstemming met netbeheerders’. Het doen van een KLIC melding na afloop van de werkzaamheden staat niet vermeld.
5.23.
Clever in Solutions B.V. heeft aangevoerd dat het feit dat partijen zouden zijn overeengekomen dat Baas B.V. een tweede KLIC melding zou doen zou blijken uit het feit dat in de offerte voor beide projecten een post ‘aanleveren revisie (analoog, inmeten, digitaal verwerken’)’ is opgenomen. Baas B.V. heeft echter gesteld dat deze post niet ziet op het doen van een tweede KLIC melding maar dat op grond van artikel 8 van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken grondroerders (zoals Baas B.V.) verplicht zijn om voorafgaand aan de werkzaamheden een KLIC melding te doen. De netbeheerders dienen de kabels na afronding van de werkzaamheden te registreren bij het Kadaster. Dit was dus niet de verantwoordelijkheid van Baas B.V. (maar van Albert Heijn of Gatekeeper): Baas B.V. hoefde uitsluitend de revisie aantekening aan te leveren en dat heeft zij gedaan.
5.24.
Gelet op de tekst van de offerte en de onderbouwde stelling van Baas B.V. dat zij de overeengekomen KLIC melding (één) heeft verricht, kon Clever in Solutions B.V. ter onderbouwing van hetgeen zij in het kader van haar verweer heeft aangevoerd dat niet één maar twee KLIC meldingen door Baas B.V. zouden worden verricht, niet volstaan met de niet gemotiveerde verwijzing naar de in de offerte vermelde post ‘aanleveren revisie (analoog, inmeten, digitaal verwerken)’. Ook dit verweer kan Clever in Solutions B.V. dus niet baten. Vast komt te staan dat Baas B.V. (ook) de geoffreerde werkzaamheden ter zake het doen van een KLIC melding heeft verricht.
5.25.
Clever in Solutions B.V. heeft niet betwist dat Baas B.V. de overige in de offerte vermelde werkzaamheden (de opsomming als weergegeven onder 2.2. na ‘in deze offerte:’) heeft verricht. Dat betekent dat, nu ook vast is komen te staan dat de hiervoor besproken werkzaamheden ter zake het verrichten van verkeersmaatregelen, het aanbrengen van boombescherming en het doen van een KLIC-melding zijn verricht, Baas B.V. de overeengekomen vaste prijs is verschuldigd van in totaal € 26.600,00, evenals het bedrag van € 82,16 aan overeengekomen meerwerk.
5.26.
Verzuim is geen vereiste voor een geslaagd beroep op nakoming ex artikel 3:296 BW, zodat hetgeen partijen op dit punt over en weer hebben gesteld geen bespreking behoeft.
Wettelijke handelsrente
5.27.
Baas B.V. verzoekt Clever in Solutions B.V. te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 28.413,24, welk bedrag blijkens de specificatie onder randnummer 3.16 van de dagvaarding onder meer bestaat uit de hoofdsom van € 26.682,16 en de wettelijke handelsrente daarover (van 20 juni 2021 tot en met 15 oktober 2021 een bedrag van € 690,08). Verder verzoekt zij de wettelijke handelsrente toe te wijzen over een bedrag van € 27.372,24, te berekenen over de periode van 16 oktober 2021 tot de dag van volledige voldoening. De rechtbank begrijpt dat het bedrag van € 27.372,24 ziet op de hoofdsom van € 26.682,16 en de daarover in de periode van 20 juni 2021 tot en met 15 oktober 2021 berekende wettelijke handelsrente van € 690,08.
5.28.
Het gevorderde ziet op de nakoming van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de wettelijke handelsrente op grond van voornoemd artikel voor vergoeding in aanmerking komt.
5.29.
Artikel 6:119a BW bepaalt dat in geval van vertraging in de voldoening van een geldsom wettelijke (handels-) rente is verschuldigd met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling tot en met de dag waarop de schuldenaar de geldsom heeft voldaan. De factuur (van € 26.600,00) waarvan betaling wordt gevorderd kent als vervaldatum 20 juni 2021, zodat wettelijke handelsrente is verschuldigd vanaf 21 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. Clever in Solutions B.V. zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 26.600,00 vanaf 21 juni 2021. Voor de in dit geval gevorderde wettelijke handelsrente over wettelijke handelsrente bestaat geen grondslag. Ten aanzien van het meerwerk van € 82,16 geldt dat niet is gesteld, noch is gebleken wat de dag is die is overeengekomen als de uiterste dag van betaling. Daarom zal de wettelijke handelsrente over dit bedrag worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.30.
Slechts in de specificatie van de vordering onder randnummer 3.16 van de dagvaarding wordt melding gemaakt van ‘incassokosten, berekend conform BIK’. Dat is in het kader van de stelplicht van Baas B.V. dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, onvoldoende. Clever in Solutions B.V. is daarom in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. In dit geval is echter sprake van een handelsovereenkomst die na 16 maart 2013 is gesloten, waarbij de contractuele betalingstermijn is verstreken, zodat een bedrag van € 40,00 ingevolge het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 BW toewijsbaar is, ook als geen incassowerkzaamheden zijn verricht. Er zal dan ook een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.31.
Clever in Solutions B.V. heeft nog verzocht de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad te weigeren. Zij voert in dat kader aan dat zij van een veroordelend vonnis zeker in hoger beroep zal komen en dat het niet bij voorbaat onaannemelijk is dat een hoger beroep succes zal hebben. Op grond van de omstandigheden van het geval dient het belang van Clever in Solutions B.V. bij behoud van de bestaande toestand tot op een eventueel hoger beroep is beslist zwaarder te wegen dan het eventuele belang van Baas B.V., aldus Clever in Solutions B.V.
5.32.
Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de kans van slagen van het aangewende rechtsmiddel in de regel buiten beschouwing dient te blijven bij een afweging van de belangen van partijen bij de beoordeling van het verzoek een vordering uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Gelet daarop en gelet op het feit dat Clever in Solutions B.V. niet heeft geconcretiseerd welk belang zij overigens heeft bij het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de vordering, wordt aan het verzoek de vordering niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren voorbij gegaan.
Proceskosten
5.33.
Clever in Solutions B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Baas B.V. worden begroot op:
- dagvaarding € 103,27
- griffierecht 2.076,00
- salaris advocaat
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 3.621,27

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt Clever in Solutions B.V. om aan Baas B.V. te betalen een bedrag van € 26.682,16 (zesentwintig duizendzeshonderdtweeëntachtig euro en zestien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over het bedrag van € 26.600,00 met ingang van 21 juni 2021 tot de dag van volledige betaling en over het bedrag van € 82,16 met ingang van 15 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Clever in Solutions B.V. om aan Baas B.V. te betalen een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt Clever in Solutions B.V. in de proceskosten, aan de zijde van Baas B.V. tot op heden begroot op € 3.621,27, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt Clever in Solutions B.V. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Clever in Solutions B.V. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022.
SJ/KH