ECLI:NL:RBGEL:2022:2601
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M.C. Schuurman-Kleijberg
- H.J. Klein Egelink
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Korting op ouderdomspensioen wegens schuldig nalatig zijn bij premiebetaling AOW
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de korting op het ouderdomspensioen van de eiser. De eiser had in 2020 een aanvraag ingediend voor een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), maar de SVB had een korting van 4% toegepast vanwege schuldig nalatig zijn in de betaling van AOW-premies over de jaren 2005, 2006, 2008 en 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de SVB de eiser in vier afzonderlijke besluiten schuldig nalatig had verklaard, waarbij de schuldige nalatigheid voor de jaren 2005 en 2006 op 4% en voor de jaren 2008 en 2009 op 100% was vastgesteld. De eiser had geen beroep ingesteld tegen de eerdere besluiten van de SVB, waardoor deze onherroepelijk waren geworden. De rechtbank oordeelde dat de SVB terecht de korting op het ouderdomspensioen had toegepast, omdat de eiser niet had aangetoond dat er omstandigheden waren die het niet betalen van de premies niet aan hem konden worden toegerekend. De rechtbank verwierp ook het beroep van de eiser op het vertrouwensbeginsel, omdat er geen bewijs was dat de SVB toezeggingen had gedaan over de hoogte van het ouderdomspensioen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van de eiser ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.