ECLI:NL:RBGEL:2022:2948

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
C/05/404518 / KZ ZA 22-82
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen ex-partners met betrekking tot straatverboden en proceskosten

In deze zaak, die op 13 juni 2022 is behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee ex-partners. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Samsen, heeft vorderingen ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 7 juni 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op de zittingsplaats Zutphen. Tijdens deze behandeling is aan de gedaagde verstek verleend.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen. De eiseres heeft straatverboden gevorderd, die zijn toegewezen voor specifieke locaties, waaronder de woning van partijen en de scholen van de kinderen. De vordering tot maandelijkse betaling van de helft van de eigenaarslasten is afgewezen, omdat de eiseres in staat is om deze kosten zelf te dragen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld, ondanks de wettelijke regeling die in dergelijke gevallen compensatie voorschrijft. Dit is te wijten aan het feit dat de gedaagde contact met de advocaat van de eiseres heeft vermeden en zijn brievenbus heeft dichtgelijmd, wat heeft geleid tot de noodzaak van deze rechtszaak.

De voorzieningenrechter heeft verder bepaald dat de gedaagde de woning moet verlaten en heeft een aantal verbodsbepalingen opgelegd, waaronder het verbod om de eiseres en haar kinderen te benaderen of beeldmateriaal van hen openbaar te maken. De gedaagde is ook veroordeeld tot het betalen van een dwangsom bij overtreding van deze verboden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D. Vergunst op 13 juni 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/404518 / KZ ZA 22-82
Vonnis in kort geding van 13 juni 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] , [gemeente] ,
eiseres,
advocaat mr. M. Samsen te Deventer,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, uitgebracht op 7 juni 2022
  • de mondelinge behandeling op 13 juni 2022
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De door eiseres gevorderde straatverboden zullen in verband met de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit enkel worden toegewezen voor de straten waar zich bevinden: de woning van partijen, de huidige en toekomstige scholen van de kinderen van eiseres en de werkadressen van eiseres.
2.2.
De vordering van eiseres tot maandelijkse betaling aan eiseres van de helft van de maandelijkse eigenaarslasten van de woning zal worden afgewezen. Eiseres heeft desgevraagd laten weten dat zij in staat is om de volledige eigenaarslasten uit eigen middelen te voldoen. Daarmee is onvoldoende aannemelijk geworden dat eiseres spoedeisend belang heeft bij toewijzing van deze vordering.
2.3.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Partijen zijn ex-partners en de wet bepaalt dat in een zodanig geval de proceskosten in beginsel worden gecompenseerd, in die zin dat een ieder de eigen kosten draagt. In dit concrete geval zal daarvan worden afgeweken. Gedaagde heeft contact met de advocaat van eiseres vermeden. Gedaagde heeft daartoe zelfs zijn brievenbus dichtgelijmd, zodat de deurwaarder de kortgedingdagvaarding voor de deur van de woning heeft moeten achterlaten. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter ter mondelinge behandeling herhaaldelijk geprobeerd om gedaagde telefonisch te bereiken aangezien toewijzing bij verstek voor gedaagde verstrekkende gevolgen zal hebben en omdat gedaagde kennelijk met psychische problemen kampt. Gedaagde heeft eenmaal de telefoon opgenomen en na een kort onderhoud de verbinding verbroken. Het is geheel aan gedaagde te wijten dat het tot dit vonnis heeft moeten komen en dat een redelijke oplossing, in overleg met eiseres, achterwege is gebleven. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- griffierecht € 314,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.330,00
2.4.
Met betrekking tot de toegewezen ontruiming van de woning, zal de door eiseres gevorderde machtiging tot tenuitvoerlegging met behulp van de sterke arm worden afgewezen. Dit is overbodig aangezien de gerechtsdeurwaarder op grond van de artikelen
557 juncto 444 Rv een binnentredingsrecht heeft en zich zo nodig kan laten bijstaan door de politie.
2.5.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde om de woning aan het [adres]
, gemeente [gemeente] (hierna: “de woning”), uiterlijk een week na betekening van dit vonnis met medeneming van zijn persoonlijke eigendommen te verlaten,
3.2.
bepaalt dat eiseres tot aan het vonnis van de nog aanhangig te maken bodemprocedure tot levering van het aandeel van gedaagde in de woning aan eiseres, dan wel tot de woning verkocht en geleverd is aan een derde, dan wel tot aan het moment dat partijen uitvoering hebben gegeven aan een tussen hen tot stand gekomen minnelijke regeling, gerechtigd is tot het gebruik en bewoning van de woning met bijbehorende inboedel,
3.3.
bepaalt dat gedaagde na de ontruiming en/of het vrijwillig verlaten van de woning niet gerechtigd is zich in de woning te bevinden, tenzij partijen anders overeenkomen,
3.4.
verbiedt gedaagde zich gedurende twee jaren na betekening van dit vonnis op te houden aan:
[adres] ;
[adres] ;
[adres] ;
[adres] ;
[adres] .
3.5.
verbiedt gedaagde om eiseres en haar kinderen [zoon] en [dochter] gedurende twee jaren na de dag van betekening van dit vonnis schriftelijk, telefonisch, per SMS, e-mail, sociale media zoals Facebook, TikTok, WhatsApp, via bankoverschrijvingen of op welke andere wijze dan ook te benaderen,
3.6.
verbiedt gedaagde foto’s en/of video’s en/of ander beeldmateriaal van eiseres openbaar te maken of te verspreiden via e-mail, sociale media zoals Facebook, TikTok, WhatsApp of op welke andere wijze dan ook,
3.7.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 750,00 (zegge: zevenhonderdenvijftig euro) voor iedere keer dat hij een van de verboden onder punt 3.3. tot en met 3.6. overtreedt, tot een maximum van € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) is bereikt, met dien verstande dat gedaagde de dwangsom verschuldigd is tot het moment dat dit vonnis ten uitvoer wordt gelegd met behulp van de sterke arm,
3.8.
machtigt eiseres om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien eiseres in gebreke blijft te voldoen aan de punten 3.3. en 3.4.,
3.9.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.330,00,
3.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2022.
eh/dv