Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 maart 2022
- de akte overlegging producties van [eiseres]
- de akte overlegging producties van [gedaagde]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 31 mei 2022.
2.De feiten
‘de omvang in kosten voor de verbouw vastgelegd in de overeenkomst van 08-08-2016 niet kan worden nagekomen door mevrouw [eiseres] ’. [eiseres] zal het sluiten van een aanvullende hypotheek onderzoeken. [gedaagde] is bereid een onderbouwing van de kosten te geven als dat nodig mocht zijn. Alle materialen voor de verbouw zijn in de woning inmiddels aanwezig. Op basis van de mogelijke hypotheeksom zal bepaald worden hoe welke uitgangspunten van de overeenkomst van 8 augustus 2016 uitgevoerd moeten worden, zo hebben partijen op 30 maart 2017 vastgelegd.
3.De vordering, de grondslag en het verweer
4.De beoordeling
3.540,00(2 punten × tarief € 1.770,00)