ECLI:NL:RBGEL:2022:4782
Rechtbank Gelderland
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wegens frustratie van het aanwezigheidsrecht van de verdachte
In deze zaak heeft de politierechter op 28 juni 2022 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de strafvervolging van een verdachte die als illegaal vreemdeling het land was uitgezet terwijl zijn strafzaak nog liep. De verdachte was niet verschenen op de zitting, omdat hij naar Duitsland was uitgezet in het kader van de Dublin-regeling. De politierechter stelde vast dat het openbaar ministerie bewust het aanwezigheidsrecht van de verdachte had gefrustreerd door hem uit te zetten terwijl de strafzaak nog aanhangig was. Dit leidde tot de conclusie dat de gang van zaken niet slechts een incident was, maar duidde op een stelselmatige praktijk van het openbaar ministerie. De politierechter oordeelde dat de verdachte niet had afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn en dat de gang van zaken de fundamentele rechten van de verdachte ernstig had geschaad. Daarom verklaarde de politierechter het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging. De uitspraak kan binnen 14 dagen worden aangevochten.