In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking van het beroep door verzoeker. Verzoeker had eerder een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd, maar het UWV had dit geweigerd op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. Na een bezwaarprocedure en een tussenuitspraak van de rechtbank, heeft het UWV op 5 juli 2022 het bestreden besluit gedeeltelijk ingetrokken en besloten dat verzoeker vanaf 7 augustus 2020 in aanmerking komt voor de no-risk polis. Verzoeker heeft vervolgens zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, waarop het UWV heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen de veroordeling in de proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen en het UWV veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van € 1.518,-. Daarnaast is het UWV verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter J.M.C. Schuurman-Kleijberg, in aanwezigheid van griffier E.H. Maas.