Uitspraak
verzonden d.d.:
gemachtigde: mr. O. Albayrak,
verwerende partij,
1.De procedure
2.De feiten
“(…) 2.1. De overeenkomst is geldig voor drie jaar, ingaande op 1 januari 2018 en eindigend op 31 december 2020.2.2. Na het verstrijken van deze periode wordt mondeling besproken of de overeenkomst wordt verlengt.2.3. beëindiging van deze overeenkomst is op 31 december 2020 of door opzegging van de huur met inachtneming van een termijn van ten minste drie kalendermaanden.(…)”.
3.De verzoeken en verweren
4.De beoordeling
In deze situatie wordt het belang van [verzoeker] ernstiger geschaad door een ontruiming dan het belang van BMA bij voortzetting van het gebruik door [verzoeker] .
Gelet op de erkenning van partijen dat de huidige huurprijs niet marktconform is en de bij beide partijen aanwezige indruk dat een huurprijs van € 600,00 à € 650,00 op dit moment meer marktconform zal zijn, is er aanleiding te bepalen dat voor het gebruik gedurende de verlengde ontruimingstermijn een hogere som verschuldigd zal zijn dan de overeengekomen huurprijs, zoals voorzien in artikel € 7:230a lid 6 BW. Een vergoeding van € 500,00 per maand is onder deze omstandigheden een redelijk bedrag, omdat dit al een verdubbeling is van de huurprijs.
5.De beslissing
1 maart 2023,