Uitspraak
[eiseres],
[gedaagde],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
vergoeding voor stoffering plus kasten overloop” van € 30,00 per maand vermeld.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurster, mevrouw [eiseres], en haar huurder, mevrouw [gedaagde]. De verhuurster vorderde de beëindiging van de huurovereenkomst met de gedaagde op grond van dringend eigen gebruik, omdat zij haar nicht, die als mantelzorger fungeert, in het gehuurde wilde laten wonen. De gedaagde heeft de opzegging van de huurovereenkomst betwist en voerde aan dat er geen sprake was van dringend eigen gebruik, aangezien de verhuurster een ruime boerderij bewoont. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurster niet voldoende had aangetoond dat het gehuurde dringend nodig was voor eigen gebruik, en wees de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst af.
Daarnaast vorderde de verhuurster betaling van achterstallige huurindexering en andere bedragen die de gedaagde niet had betaald. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de huurindexering niet had betaald en dat de verhuurster recht had op een bedrag van € 3.382,08 aan achterstallige indexering. Ook werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 4.000,00 voor een onterecht toegepaste huurverrekening. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en bepaalde dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.