Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- het verwijzingsvonnis van 28 juni 2022 van de rechtbank Midden-Nederland, met kenmerk C/16/540940 / KG ZA 22-289;
- de dagvaarding van 29 juni 2022, met 13 producties;
- het e-mailbericht van 5 juli 2022 van mr. Stuurop, met productie 14;
- de mondelinge behandeling 6 juli 2022;
- de pleitnota van mr. Stuurop;
- de spreekaantekeningen van mr. Oetomo;
- de e-mail van 7 juli 2022 van mr. Stuurop waarin hij verzoekt om vonnis te wijzen;
- de e-mail van 7 juli 2022 van mr. Oetomo.
2.De feiten
Legitimate reasons for suspension
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1995/595 (
Janssen Pers) en Hoge Raad 22 december 2009,
NJ2010/16 (
Hay Group)). Dat de voor schorsing voorgedragen bestuurder op grond van artikel 2:239 lid 6 BW niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over de schorsing, doet aan het voorgaande niet af. Bij niet naleving van de genoemde wettelijke voorschriften - waarmee de statuten van Tismi in lijn zijn - is het desbetreffende besluit vernietigbaar op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a BW. Uit artikel 2:15 lid 1 sub b vloeit voort dat een besluit dat strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist, vernietigbaar is. Wanneer geen sprake is van een zwaarwegende reden die meebrengt dat van de vennootschap in redelijkheid niet gevergd kan worden dat zij de bestuurder nog langer op het werk duldt, is het besluit tot schorsing vernietigbaar. Dit geldt ook als de motivering van een besluit tot schorsing van een statutair bestuurder voor hem niet kenbaar is.
voorgenomenschorsingsbesluit en dat [gezamenlijke eisers] . tijdens het gesprek naar behoren in de gelegenheid is gesteld om zich daartegen te verweren. Weliswaar heeft Tismi in haar brieven van 2 juni 2022 vermeld dat ‘you have / this has not convinced us to decide otherwise’, maar Tismi heeft haar verweer tegen het van meet af aan door [gezamenlijke eisers] . ingenomen standpunt - dat slechts de schorsing en het onderzoek zijn meegedeeld en niet de reden(en) daarvoor en dat daarover geen debat heeft plaatsgevonden - verder op geen enkele wijze onderbouwd. Aangenomen moet worden dat het schorsingsbesluit voorafgaand aan het gesprek reeds genomen was, dat [gezamenlijke eisers] . zich daarop op geen enkele wijze heeft kunnen voorbereiden en dat Tismi [gezamenlijke eisers] . daarmee heeft ‘overvallen’. Tismi heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een situatie waarin het onmogelijk was [eiser 1] en/of [eiser 2] in de gelegenheid te stellen hun visie(s) naar voren te brengen. In de gegeven omstandigheden had Tismi op eenvoudige wijze aan het beginsel van hoor en wederhoor kunnen voldoen, zodat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is om van die verplichting uit te gaan, temeer omdat [gezamenlijke eisers] . daarbij een zwaarwegend belang had. Anders dan Tismi lijkt te veronderstellen, was niet bij voorbaat uitgesloten dat het horen van [gezamenlijke eisers] . haar tot andere gedachten over de voorgenomen schorsing had kunnen brengen. Tismi heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een dusdanige (nood)situatie dat onmiddellijke schorsing ter voorkoming van schade noodzakelijk was. Tenslotte heeft Tismi evenmin aannemelijk gemaakt dat daadwerkelijk ongewenste situaties zouden (of zullen) ontstaan bij voortzetting van de gebruikelijke werkzaamheden door [eiser 1] en/of [eiser 2] .