ECLI:NL:RBGEL:2022:5401

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
9641101 CV EXPL 22-148
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tandartsbehandeling onder bewind zonder toestemming bewindvoerder

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, staat de vraag centraal of de gedaagde, die onder bewind staat, gehouden is de kosten van een tandheelkundige behandeling te betalen. De gedaagde had een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Mondzorg Adalat B.V. zonder toestemming van de bewindvoerder. De eisende partij, Infomedics B.V., vorderde betaling van de kosten van deze behandeling, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet gehouden was tot betaling. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 1:440 lid 1 BW, dat stelt dat handelingen die zonder toestemming van de bewindvoerder zijn verricht, niet op de onder bewind staande goederen kunnen worden verhaald. De kantonrechter overwoog dat de zorgverlener op de hoogte was van het bewind, aangezien dit was ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister. Hierdoor kon de zorgverlener de kosten niet verhalen op de gedaagde.

De kantonrechter wees de vordering van Infomedics af en oordeelde dat de gedaagde niet meer ontzien hoefde te worden van betaling, aangezien de vordering van Infomedics al was afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde, terwijl de proceskosten in reconventie werden gecompenseerd. Dit vonnis werd uitgesproken op 3 augustus 2022 door mr. M.C.J. Heessels in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: 9641101 CV EXPL 22-148
Grosse aan: gedaagde partij
Afschrift aan: eisende partij
Verzonden d.d.
vonnis d.d. 3 augustus 2022 van de kantonrechter
in de zaak van
de besloten vennootschap Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: [naam 2] .
Partijen worden hierna Infomedics en [gedaagde] genoemd.

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop blijkt uit:
- de dagvaarding uitgebracht op 18 januari 2022,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie,
- de conclusie van dupliek in conventie, repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Bij beschikking van 27 december 2012 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan [gedaagde] onder bewind gesteld. Bij beschikking van 10 december 2014 is de toenmalige bewindvoerder [naam 1] , h.o.d.n. De Bewindvoerder Alkmaar e.o. ontslagen en zijn [naam 2] en [naam 3] , h.o.d.n. Bewindvoering Zaanstad e.o., zowel tezamen als ieder afzonderlijk bevoegd, tot bewindvoerders benoemd. Het bewind is per 27 december 2014 ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister.
2.2
Op 21 april 2017 heeft [gedaagde] een tandheelkundige en/of (para)medische behandeling ondergaan bij Mondzorg Adalat B.V. (hierna: de zorgverlener). Deze behandeling bestond uit een periodieke controle en het maken en beoordelen van een (kleine) röntgenfoto. In mei 2017 hebben er nog drie vervolgbehandelingen plaatsgevonden.
2.3
De zorgverlener heeft de uit de behandeling van 21 april 2017 voortvloeiende vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.4
Bij factuur van 28 april 2017 heeft Infomedics een bedrag van € 65,62 bij
[gedaagde] in rekening gebracht ter zake van voornoemde behandeling van 21 april 2017.
2.5
Bij beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 17 oktober 2019 is het bewind opgeheven.

3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie

3.1
Infomedics vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 111,99, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 65,62 vanaf 6 januari 2022 onder veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de vijftiende dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.2
Infomedics legt, bezien tegen de achtergrond van voormelde feiten, aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met volledige betaling van de factuur ten bedrage van € 65,62. [gedaagde] is hierover de wettelijke rente verschuldigd, tot
6 januari 2022 berekend op € 6,37. De vordering moest ter incasso uit handen worden gegeven. De kosten daarvan dienen op grond van artikel 6:96 BW door [gedaagde] te worden vergoed tot een bedrag van € 40,00.
3.3
[gedaagde] vordert op zijn beurt bij vonnis:
[gedaagde] te ontzien van betaling;
Yards/opdrachtgever zich neer te laten leggen bij de werking van het openbaar Curatele- en Bewindregister van artikel 1:440 lid 1 BW;
Yards/opdrachtgever te veroordelen tot betaling van de volledige (proces)kosten, inclusief het griffierecht;
Alle bij Yards/opdrachtgever in behandeling zijnde vorderingen met dossiernummers [dossiernummer] , [dossiernummer] , [dossiernummer] en [dossiernummer] (bijlage 15) af te laten boeken omdat deze ook vallen onder de werking van het openbaar Curatele- en Bewindregister.
3.4
[gedaagde] legt aan zijn vordering de volgende stellingen ten grondslag. De onderbewindstelling is opgenomen in het Centraal curatele- en bewindregister. Ondanks dat de zorgverlener op de hoogte was, althans had moeten zijn, van het bewind heeft de zorgverlener geen toestemming gevraagd aan de bewindvoerder voor het verrichten van de behandeling. De behandelingsovereenkomst is daarom nietig. Bovendien kunnen de kosten niet worden verhaald op de onderbewindgestelde goederen op grond van artikel 1:440 lid 1 BW. Het einde van het bewind brengt hierin geen wijziging.
3.5
Partijen hebben verweer gevoerd tegen elkaars vorderingen. Op de inhoud van het verweer zal hieronder waar nodig nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
4.2
In deze zaak staat de vraag centraal of [gedaagde] gehouden is de kosten voortvloeiende uit de tandheelkundige behandeling die de zorgverlener ten behoeve van hem heeft verricht te betalen. Het antwoord op die vraag luidt ontkennend en daartoe wordt als volgt overwogen.
4.3
Vaststaat dat ten tijde van het verrichten van de behandeling de goederen die (zullen) toebehoren aan [gedaagde] onder bewind stonden. Vooropgesteld wordt dat de onderbewindstelling niet tot gevolg heeft dat [gedaagde] handelingsonbekwaam wordt. Dit betekent dat [gedaagde] in beginsel rechtshandelingen kan verrichten. Het verrichten van rechtshandelingen door [gedaagde] wordt echter beperkt door de artikelen 1:438 en 1:439 BW. Kort gezegd komt het erop neer dat [gedaagde] slechts niet bevoegd is bepaalde rechtshandelingen te verrichten, namelijk: 1) alle beheershandelingen ten aanzien van de onder bewind staande goederen en 2) beschikkingshandelingen ten aanzien van de onder bewind staande goederen die zonder medewerking van de bewindvoerder of machtiging van de kantonrechter zijn verricht. Verricht [gedaagde] een beheers- of beschikkingshandeling in strijd met artikel 1:438 BW dan is de rechtshandeling ongeldig en daarmee nietig. Die ongeldigheid kan de wederpartij alleen worden tegengeworpen indien de wederpartij het bewind kende of behoorde te kennen, omdat het bewind bijvoorbeeld is ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister.
4.4
In de kern komt het geschil tussen partijen neer op de vraag of het aangaan van een tandheelkundige behandeling een zogenoemde beheershandeling ten aanzien van de onder bewind staande goederen betreft en of de door [gedaagde] verrichte rechtshandeling ongeldig is. Uit de literatuur en jurisprudentie kan geen eenduidig antwoord worden gedestilleerd. In deze zaak kan het antwoord op voornoemde vraag evenwel in het midden worden gelaten gelet op het bepaalde in artikel 1:440 lid 1 BW. In dit artikel is bepaald:
“Schulden die voortspruiten uit een handeling, tijdens het bewind met of jegens de rechthebbende, anders dan in overeenstemming met artikel 438, tweede lid, verricht door een schuldeiser die het bewind kende of had behoren te kennen, kunnen niet op de onder het bewind staande goederen worden verhaald. Het einde van het bewind brengt hierin geen wijziging.”
4.5
Ten aanzien van de aan [gedaagde] in rekening gebrachte behandeling is sprake
van een situatie zoals in het hiervoor geciteerde wetsartikel vermeld, waarbij niet vooraf medewerking is verleend door de bewindvoerder of vervangende machtiging is verkregen via de kantonrechter. Tussen [gedaagde] en de zorgverlener is een overeenkomst gesloten,
op grond waarvan de zorgverlener een behandeling heeft verricht en op [gedaagde] normaal gesproken de verplichting zou rusten om voor die behandeling te betalen. Gelet op de publicatie van het bewind in het Centraal curatele- en bewindregister, was de zorgverlener op de hoogte van het bewind, althans had hij dat behoren te kennen. De zorgverlener kan de schuld van [gedaagde] daarom niet op de onder het bewind staande goederen (laten) verhalen. Het einde van het bewind brengt hierin geen wijziging. Daardoor wordt verhaal van schulden op die goederen ook niet mogelijk nadat het bewind is geëindigd.
4.6
Het voorgaande betekent dat de door de zorgverlener aan Infomedics gecedeerde vordering wordt afgewezen. [gedaagde] vordert in reconventie dat hij wordt ontzien van betaling. [gedaagde] had op dit punt kunnen volstaan met het voeren van verweer in conventie. Nu de vordering van Infomedics wordt afgewezen kan en behoeft [gedaagde] niet meer te worden ontzien van betaling. Zijn vordering op dit punt wordt daarom afgewezen.
4.7
Infomedics heeft, nu haar vordering op grond van artikel 1:440 lid 1 BW wordt afgewezen en de onder 4.4 weergegeven vraag onbeantwoord blijft, de kantonrechter verzocht om beantwoording van de onder punt 31 van de conclusie van repliek weergegeven vragen. Hoewel het begrijpelijk is dat Infomedics antwoord op de gerezen vragen wenst, is beantwoording van die vragen niet nodig om op de vordering van Infomedics te beslissen. Bovendien bestaat er geen wettelijke grondslag om dergelijke uiteenlopende vragen aan de kantonrechter voor te leggen en waarbij de kantonrechter gehouden is deze vragen te beantwoorden. Beantwoording van die vragen zal daarom achterwege blijven.
4.8
[gedaagde] verzoekt de kantonrechter voorts Yards/opdrachtgever zich neer te laten leggen bij de werking van het openbaar curatele- en bewindregister van artikel 1:440 lid 1 BW en verzoekt de kantonrechter alle bij Yards/opdrachtgever in behandeling zijnde vorderingen met dossiernummers [dossiernummer] , [dossiernummer] , [dossiernummer] en [dossiernummer] (bijlage 15) af
te laten boeken omdat deze ook vallen onder de werking van het openbaar curatele- en bewindregister. Deze vorderingen zijn te weinig concreet geformuleerd. Bovendien heeft de kantonrechter niet de bevoegdheid om vorderingen bij Yards of haar opdrachtgever af te laten boeken. Deze vorderingen worden daarom afgewezen.
4.9
De door partijen aangevoerde argumenten, die in het voorgaande niet aan de orde zijn gekomen, behoeven geen bespreking, nu deze, in het licht van hetgeen is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
4.1
Infomedics zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in conventie. De proceskosten in reconventie zullen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft, nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie
5.1
wijst de vordering van Infomedics af;
5.2
veroordeelt Infomedics in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden vastgesteld op € 74,00 aan salaris gemachtigde;
In reconventie
5.3
wijst de vordering van [gedaagde] af;
5.4
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.J. Heessels en in het openbaar uitgesproken op
3 augustus 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
(ldj)