Uitspraak
[eiser]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde partijen, waarbij eiser schadevergoeding vorderde van gedaagde voor vochtschade in zijn woning. Eiser had een glazenwasser ingeschakeld om zijn dakgoot schoon te maken, maar na de werkzaamheden ontstond er lekkage uit de regenpijp. Eiser stelde dat de glazenwasser aansprakelijk was voor de schade, omdat deze tijdens de werkzaamheden de regenpijp zou hebben beschadigd. Gedaagde betwistte echter dat zij verantwoordelijk was voor de schade, aangezien de opdracht enkel betrekking had op het schoonmaken van de dakgoot en niet op het uitvoeren van reparaties aan de regenpijp.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht was gesloten, waarbij gedaagde enkel de dakgoot diende schoon te maken. De rechter oordeelde dat gedaagde niet tekortgeschoten was in haar verplichtingen, omdat de lekkage niet het gevolg was van onzorgvuldig handelen van de glazenwasser. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat gedaagde zich niet als een goed opdrachtnemer had gedragen. Daarom werd de vordering van eiser afgewezen en werd hij in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van het onderscheid tussen een overeenkomst van opdracht en een aanneming van werk, en dat de verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer beperkt zijn tot de overeengekomen werkzaamheden. De rechter heeft ook geoordeeld dat er geen sprake was van een waarschuwingsplicht voor gedaagde, aangezien de lekkage buiten de opdracht viel.