ECLI:NL:RBGEL:2022:606

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
u22_696
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen last onder bestuursdwang opgelegd door burgemeester van Arnhem

Op 1 februari 2022 heeft de burgemeester van Arnhem een last onder bestuursdwang opgelegd aan verzoekster, die een massagesalon exploiteert. De burgemeester gelastte verzoekster om de exploitatie van de massagesalon binnen een week te staken, omdat zij vermoedelijk een seksinrichting exploiteert zonder de benodigde vergunning. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 8 februari 2022 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

De voorzieningenrechter overweegt dat de burgemeester de last onder bestuursdwang heeft opgelegd op grond van artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet, vanwege een overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem. De voorzieningenrechter acht het noodzakelijk om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen en schorst het besluit van de burgemeester. Dit besluit is genomen in afwachting van de behandeling van het verzoek op zitting, die gepland staat voor 11 februari 2022. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen dringende redenen zijn voor verzoekster om de exploitatie van de massagesalon op korte termijn te staken.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst het besluit van 1 februari 2022. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier R. Visscher, en is openbaar uitgesproken op 8 februari 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 22/696

uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 februari 2022 in de zaak tussen

[verzoekster], te [woonplaats], verzoekster

en

de burgemeester van de gemeente Arnhem, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 1 februari 2022 heeft de burgemeester een last onder bestuursdwang opgelegd. De last onder bestuursdwang houdt in dat de burgemeester verzoekster gelast de exploitatie van een massagesalon te staken en gestaakt te houden binnen één week na dagtekening van het besluit.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
2. De burgemeester heeft op grond van artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet een last onder bestuursdwang opgelegd vanwege een overtreding van artikel 3.2.1., eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem. De burgemeester acht het aannemelijk dat verzoekster in de massagesalon een seksinrichting exploiteert zonder in het bezit te zijn van een vergunning. Deze onrechtmatige situatie komt niet voor legalisatie in aanmerking. De last onder bestuursdwang houdt in dat de burgemeester verzoekster gelast de exploitatie van de massagesalon te staken en gestaakt te houden. Dit doet verzoekster door de massagetafels uit de salon te verwijderen en verwijderd te houden, binnen een termijn van één week na dagtekening van het besluit. Verzoekster kan in plaats daarvan het pand volledig sluiten en gesloten houden. De gemeentelijke toezichthouders zijn op woensdag 9 februari 2022 om 15.00 uur aanwezig bij het pand om, bij voorkeur in verzoeksters aanwezigheid, een controle uit te voeren. De burgemeester zal erop toezien dat verzoekster gehoor zal geven aan de last. Doet zij dat niet, dan sluit de burgmeester het pand. De last onder bestuursdwang geldt voor onbepaalde tijd.
3. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening inhoudende de last onder bestuursdwang op te schorten.
4. De burgemeester heeft desgevraagd aangegeven niet bereid te zijn in afwachting van de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening het besluit op te schorten.
5. Vanwege het voorgaande is een snelle beoordeling nodig. De voorzieningenrechter acht een onderzoek ter zitting noodzakelijk. Daarom ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van ordemaatregel, in afwachting van de behandeling van het verzoek op de zitting het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen en het besluit van 1 februari 2022 te schorsen. De last onder bestuursdwang is opgelegd naar aanleiding van controlebezoeken in november 2021. Niet is gebleken van een dringende reden waarom verzoekster de exploitatie van de massagesalon op deze korte termijn dient te staken en gestaakt dient te houden. Hierbij weegt mee dat de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening op korte termijn, namelijk vrijdag 11 februari 2022, inhoudelijk op zitting zal behandelen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van 1 februari 2022.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Visscher, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
8 februari 2022.
De voorzieningenrechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.