Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
‘Hij was om 08.00 uur live op Facebook’en hij stuurde daarbij ook een video-opname van [getuige 1] die zichzelf, circa 30 minuten voor de aanrijding, had gefilmd met een tweede man. De verbalisant bekeek de video-opname en zag twee mannen dansen in een kamer. De verbalisant herkende een van de mannen als [getuige 1] . De tweede man kwam overeen met het signalement van de verdachte van de aanrijding. [15]
‘herken je de tweede persoon?’over de schermafbeelding van de video-opname van de Facebook live feed van [getuige 1] verklaarde verdachte
‘dat moet ik zijn’. [18]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks13 juli 2021 te Ede
, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets, snorfiets), daarmede rijdende over de weg, de Parkweg, zeer
, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
/ofniet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd, immers heeft hij slingerend over voornoemde weg gereden en
/of
/oftoen dicht genaderd zijnde ander voertuig (personenauto) om een aanrijding te voorkomen en
/of
/of
/of
(frontaal
)is gebotst tegen,
althans in aanrijding gekomen met, een fiets en
/ofde bestuurster van die fiets en
/ofde passagier op die fiets, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor anderen (genaamd
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel
en/of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
/aande Parkweg, op
of omstreeks13 juli 2021 de
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] ) letsel
en/of schadewas toegebracht en
/ofeen ander (te weten [slachtoffer 2] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten.
of omstreeks13 juli 2021 te Ede, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets, snorfiets) heeft gereden op de weg, Parkweg, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf en maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
10 maanden;
gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
5 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
ontzegtverdachte ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
3 jaren.
geldboete van € 375,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis;
hechtenisvoor de duur van
1 week;
hechtenis niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen
bromfiets Peugeot Zenith.