ECLI:NL:RBGEL:2022:6541
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen ambtshalve uitschrijving uit basisregistratie personen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de ambtshalve uitschrijving uit de basisregistratie personen (brp) met ingang van 12 april 2021. Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem had op 7 oktober 2021 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college geen procesbelang meer had. Eiseres was sinds 7 september 2021 ingeschreven op een ander adres en het college stelde dat het niet mogelijk was om de uitschrijving ongedaan te maken.
De rechtbank heeft op 5 oktober 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte aannam dat eiseres geen procesbelang had. Eiseres heeft aangetoond dat zij door de uitschrijving schade heeft geleden, onder andere met betrekking tot haar zorgverzekering en AOW-opbouw. De rechtbank concludeert dat eiseres belang heeft bij de vaststelling of de uitschrijving rechtmatig was, ongeacht of het college de uitschrijving kan terugdraaien.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het bezwaar van eiseres inhoudelijk moet worden beoordeeld. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten aan eiseres vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften en de noodzaak voor het college om de rechtmatigheid van de uitschrijving te toetsen.