ECLI:NL:RBGEL:2022:6593
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-afname en de vereisten voor informed consent
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 november 2022 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend op grond van artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De veroordeelde, die de Nederlandse taal niet machtig is, had bezwaar gemaakt tegen de afname van zijn DNA-profiel, omdat deze niet was uitgevoerd door een daartoe bevoegde persoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afname van het celmateriaal niet conform de wettelijke regeling heeft plaatsgevonden, omdat er geen adequate communicatie heeft plaatsgevonden in een taal die de veroordeelde verstaat. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen sprake was van informed consent. De rechtbank heeft het bezwaar gegrond verklaard en bevolen dat het celmateriaal van de veroordeelde terstond moet worden vernietigd.
De procedure begon met de indiening van het bezwaarschrift op 22 april 2022. De rechtbank heeft het bezwaar op 19 oktober 2022 in besloten raadkamer behandeld, waarbij de raadsman van de veroordeelde en de officier van justitie zijn gehoord. De veroordeelde was niet verschenen, ondanks een goede oproep. De raadsman voerde aan dat de DNA-afname onrechtmatig was, omdat deze niet door een arts of verpleegkundige was uitgevoerd en dat de veroordeelde niet op de hoogte was gesteld van zijn recht om bezwaar te maken. De officier van justitie stelde dat het bezwaarschrift ongegrond was, omdat de veroordeelde zijn medewerking had verleend aan de afname.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de afname van het DNA-materiaal niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De rechtbank benadrukte dat de wetgever heeft gekozen voor een zorgvuldige procedure bij de afname van celmateriaal, waarbij de rechten van de veroordeelde gewaarborgd moeten zijn. Aangezien de communicatie met de veroordeelde niet adequaat was, was er geen sprake van een geldige toestemming voor de afname. De rechtbank heeft daarom het bezwaar gegrond verklaard en de officier van justitie opgedragen het celmateriaal te vernietigen.